Steensgewijswikkelpatroon
Met een steensgewijswikkelpatroon zie je geen scheidingen in de coupe. Het haar valt naar achteren of schuin naar achteren.
Een steensgewijspatroon lijkt op een gemetselde muur. Net als de stenen, zet je de wikkels verspringend in. Bij het steensgewijspatroon deel je het haar niet eerst in vakken af. Je maakt horizontale en diagonale banen in het haar. Je gebruikt de wikkels om de banen af te meten. Dit doe je tijdens het wikkelen.
Voor een vloeiende overgang van de voorpartij naar de achterpartij kun je met of zonder doodlopers werken. Het resultaat van beide manieren is gelijk. Je gebruikt de manier die je het prettigst vindt.