2.2 de spreiding van steden in een land

H2: Steden
§2.2: De spreiding van steden in een land
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H2: Steden
§2.2: De spreiding van steden in een land

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Herhalen 2.1
Uitleg 2.2
(Werken aan opdrachten 2.2)

Slide 2 - Tekstslide

Vraag 1. Istanbul is een megastad. Wat is een megastad?
A
Een stad met meer dan 1 miljoen inwoners
B
Een stad met meer dan 100 miljoen inwoners
C
Een stad met meer dan 100.000 inwoners
D
Een stad met meer dan 10 miljoen inwoners

Slide 3 - Quizvraag

 Vraag 2. Wat is een wereldstad?

Vraag 3. Geef een voorbeeld van een wereldstad.

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 4. 2 beweringen

1. Een wereldstad is altijd een hoofdstad
2. Een megastad is altijd een wereldstad
A
Beide beweringen zijn juist
B
Beide beweringen zijn onjuist
C
Bewering 1 is juist, bewering 2 onjuist
D
Bewering 1 is onjuist, bewering 2 is juist

Slide 5 - Quizvraag

Vraag 5. Wat is verstedelijkingsgraad?
A
Aantal steden in een land.
B
Groei van het aantal steden in een land.
C
Percentage van de bevolking dat in steden woont.
D
Groei van de bevolking in steden.

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 6. Wat is verstedelijkingstempo?
A
Snelheid waarmee er meer steden in een land komen.
B
De groei van de steden in oppervlakte.
C
Percentage waarmee de stedelijke bevolking jaarlijks toeneemt.
D
De groei van het aantal steden in een land.

Slide 7 - Quizvraag

Vraag 7. Maak de juiste combinaties.
rijk land
arm land
arm land
rijk land
hoge verstedelijkingsgraad
lage verstedelijkingsgraad 
hoog verstedelijkingstempo 
laag verstedelijkingstempo

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.

Slide 9 - Tekstslide

Waar zou jij een stad plaatsen?

Slide 10 - Tekstslide

Gebiedskenmerken:
Niet elk gebied is  geschikt voor steden. 

Wel geschikt: voldoende neerslag, niet te koud, bereikbaar (rivieren, wegen), vlak, vruchtbaar, aan de kust.

Slide 11 - Tekstslide

Relatieve ligging
Relatieve ligging = ligging ten opzichte van andere plaatsen. 'Papendrecht ligt 20km ten oosten van Rotterdam, is 20 minuten rijden etc. 

  • midden in het land, of juist aan de grens/ kust
  • goede verbindingen met andere steden

Bijvoorbeeld: Brussel 'spin in het web'
Stedelijk netwerk

Slide 12 - Tekstslide

Stratenpatroon van een oude stad
- Smal en kronkelig
- Alles ging te voet
- Zoveel mogelijk binnen
de stadsmuren 
- Veel in Europa

Slide 13 - Tekstslide

Stratenpatroon 
in een nieuwe stad

- Recht, veel blokken
- Alles met de auto (brede wegen)
- Veel in de Verenigde Staten


Slide 14 - Tekstslide

Koloniale dubbelstad

Slide 15 - Tekstslide

H2: Steden
§2: De spreiding van steden in een land
Maken






Hoe?
  • Zelfstandig of samenwerken in tweetallen op zachte toon of fluistertoon
  • Kom je er (samen) niet uit? Lees eerst het LB nog eens door.
  • Kom je er nog steeds niet uit? Steek je vinger op.




Wat?
Waar?
lezen 2.2
Leerboek pagina 78-79
maken 2.2 opdracht 1,2,3,4,5,6
Leerboek pagina 79-82
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke factoren de spreiding van steden bepalen.
Je kunt aan de hand van de plattegrond oude en nieuwe delen van een stad herkennen.
Je herkent met een kaart of tabel het spreidingspatroon van steden in een land.

Slide 17 - Tekstslide

Primate city
De primate city is de grootste en meest dominante stad in een regio op gebied van bevolking en functies (politiek, cultureel en economisch).

Ongeveer vijf keer groter dan de tweede stad (soms ook minder…)

Lagos en Bangkok zijn voorbeelden


Primate cities vind je vaak in arme landen. In deze landen trekken veel mensen naar de/ een stad vanwege economische kansen. Daarnaast groeit de bevolking in deze landen snel, waardoor een dergelijke stad snel kan groeien

Slide 18 - Tekstslide

Satellietstad
Nieuwe stad, buiten de oude stad, om de oude stad te ontlasten en om de bevolking te spreiden.
Voorbeeld: Caïro - heeft diverse satellietsteden (new towns) en Egypte krijgt zelfs een nieuwe hoofdstad!
Nieuwe hoofdstad
Egypte krijgt een nieuwe hoofdstad, maar heeft nog geen naam.
  • Congestie verkeer en OV in Caïro met vuile lucht
  • Huizencrisis in Caïro
  • Bouw nieuwe stad levert werk op
  • Veiligheid: niewe stad is beter te beveiligen

Slide 19 - Tekstslide

Satellietstad Zoetermeer
Er was veel behoefte aan woningen in en rondom Den Haag. Den Haag wilde Leidschendam als satellietstad. Dit werd uiteindelijk Zoetermeer omdat Zoetermeer bereid was wel uit te breiden

Slide 20 - Tekstslide

Koloniale dubbelstad
Stad met een oud (islamitisch) centrum (medina) en een modern deel uit de koloniale tijd (ville nouvelle).


Medina
Smalle, doodlopende straten/ steegjes en ramen vaak hoger dan ooghoogte (privacy!), ommuurd

Medina (2)
Ville nouvelle
Door de koloniale machten (in geval van Marokko was dat Frankrijk) werden moderne stadsdelen tegen de medina gebouwd. Het straatpatroon is recht, breed met Euopese gebouwen. Vb. Marrakech.

Slide 21 - Tekstslide