taal groep 7 thema 7 les 11

Taal: thema 7 les 11
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taal: thema 7 les 11

Slide 1 - Tekstslide

Dynamisch: in beweging, er is veel te doen. 
Statisch: niet in beweging, er is weinig te doen. 

Slide 2 - Tekstslide

De expositieruimte

Een ruimte (vaak in een museum) waar je kunt kijken naar een verzameling van kunstvoorwerpen.

Slide 3 - Tekstslide

De gids: een persoon die de informatie geeft aan een groep mensen. 
De rondleiding: een informatieve route. een rondleiding kan met een gids of met een ingesproken stem vanuit een apparaat. 

Slide 4 - Tekstslide

Statig 
deftig

Slide 5 - Tekstslide

het pand: het gebouw
Het object: het voorwerp, het ding
De bijzonderheid: dat wat bijzonder of opvallend is.
Beletten: tegenhouden

Slide 6 - Tekstslide

De blik verruimen: een ervaring opdoen door iets nieuws te doen.
Als aan de grond genageld staan: je even niet meer kunnen bewegen van schrik of van verbazing.

Slide 7 - Tekstslide

Wat betekent dynamisch?
A
statig
B
in beweging
C
statisch
D
niet in beweging

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent de rondleiding?
A
een informatieve route
B
iemand die de weg wijst

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent het object?

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent het pand?
A
het gebouw
B
het geld
C
de garage
D
de schuur

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent de blik verruimen?
A
een kamer in een huis opknappen
B
Alle lege blikken inzamelen
C
kijken naar de toekomst
D
een ervaring opdoen door iets nieuws te doen

Slide 12 - Quizvraag

Wat betekent de expositieruimte?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent statig?
A
statisch
B
deftig
C
houterig
D
mooi

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent als aan de grond genageld staan?
A
een gat graven in de grond
B
je even niet meer kunnen bewegen van schrik

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent beletten?
A
tegenhouden
B
opletten
C
zwijgen
D
bellen

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent de gids?
A
een boek met woorden op alfbateische volgorde
B
een routekaart
C
een encyclopedie
D
een persoon die informatie geeft aan een groep mensen

Slide 17 - Quizvraag

Themawoorden
les 11

Slide 18 - Woordweb