17 februari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 9A
  • Vertalen 9A, t/m 12.

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 9A
  • Vertalen 9A, t/m 12.

Slide 1 - Tekstslide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Plusquamperfectum
  • plusquamperfectum: voltooide tijd van het verleden
  • Dus: een handeling is afgerond in het verleden voordat een andere handeling in het verleden plaatsvond.
  • Vorming: perfectumstam + imperfectum van esse
  • Dus: vocare => voca-v-eram = ik had geroepen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Conjunctivus
  • conjunctivus: vorm die -in tegenstelling tot de indicativus- geen feitelijke informatie geeft
  • Het is een stapje verwijderd van de werkelijkheid:
  • Het geeft vaak een mogelijkheid of een wens aan.

Slide 5 - Tekstslide

Conjunctivus
  • Conjunctivus Imperfectum:
  • Infinitivus praesens + persoonsuitgang 
  • Dus: amare-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.
  • Conjunctivus Plusquamperfectum:
  • Infinitivus perfectum + persoonsuitgang 
  • Dus: amavisse-m, -s, -t, -mus, -tis, -nt.

Slide 6 - Tekstslide

Vertaling Conjunctivus
  • Bijzinnen met ut:
  • - doel: opdat, om te.
  • - noodzakelijke aanvulling: dat.
  • Bijzinnen met cum:
  • - reden: omdat
  • - tijd: toen
  • toegeving: hoewel, ofschoon

Slide 7 - Tekstslide

Cura cum quendam fluvium transiret,

Slide 8 - Open vraag

vidit cretosum lutum,

Slide 9 - Open vraag

sustulit cogitabunda
et coepit fingere hominem.

Slide 10 - Open vraag

Dum deliberat secum quidnam fecisset, intervenit Iovis;

Slide 11 - Open vraag

rogat eum Cura, ut ei daret spiritum

Slide 12 - Open vraag

quod facile ab Iove impetravit.

Slide 13 - Open vraag

Cui cum vellet Cura nomen suum imponere, Iovis prohibuit suumque nomen ei dandum esse dixit.

Slide 14 - Open vraag

Dum de nomine Cura et Iovis disceptarent

Slide 15 - Open vraag

surrexitet Tellus suumque nomen ei
imponi debere dicebat, quandoquidem corpus
suum praebuisset.

Slide 16 - Open vraag

rogat eum Cura, ut ei daret spiritum

Slide 17 - Open vraag

quod facile ab Iove impetravit

Slide 18 - Open vraag

Cui cum vellet Cura nomen suum imponere, Iovis prohibuit suumque nomen ei dandum esse dixit

Slide 19 - Open vraag

Dum de nomine Cura et Iovis
disceptarent

Slide 20 - Open vraag

surrexitet Tellus suumque nomen ei
imponi debere dicebat, quandoquidem corpus
suum praebuisset.

Slide 21 - Open vraag

Sumpserunt Saturnum iudicem;

Slide 22 - Open vraag

quibus Saturnus aequus videtur iudicavisse:

Slide 23 - Open vraag

“Tu, Iovis, quoniam spiritum dedisti, animam post mortem accipe;

Slide 24 - Open vraag

Tellus, quoniam corpus praebuit, corpus recipito.

Slide 25 - Open vraag

Cura quoniam prima eum finxit, quamdiu vixerit,
Cura eum possideat;

Slide 26 - Open vraag

sed quoniam de nomine eius controversia est, homo vocetur, quoniam ex humo videtur esse factus.”

Slide 27 - Open vraag

De vier tijdperken. 
Lees de tekst 
"De vier tijdperken"
en maak de bijbehorende vragen.


Slide 28 - Tekstslide

Aan het werk. 
  • Vertaal 9A, t/m af.

Dit is ook huiswerk.
Daarnaast: leer de woordjes en grammatica t/m 9A.

Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 30 - Open vraag

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 31 - Open vraag