3.2 Lenen

3.2 Lenen
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.2 Lenen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet waarom mensen geld lenen
- Hoe je moet berekenen wat lenen kost
- Wat het risico van lenen is
- Wat de kenmerken zijn van de verschillende vormen van lenen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Lenen = consumptie naar voren halen

Slide 4 - Tekstslide

Leenmotieven
  1. om een tijdelijk tekort op te vangen
  2. om duurzame consumptiegoederen te kopen
  3.  onverwachts dringen geld nodig
  4. om een huis te kopen



Slide 5 - Tekstslide

Rente = een vergoeding voor het uitlenen van geld.
Sparen is het niet uitgeven van een deel van het inkomen.

Slide 6 - Tekstslide

Kredietkosten
Je lening (krediet) betaal je af in termijnen
Je betaalt aflossing (schuld) en kredietkosten (rente).



Je leent € 5.000 met maandelijkse termijnen van € 100. De looptijd van de lening is 5 jaar. Wat zijn de kredietkosten?
  • je betaalt in totaal 5 jaar × 12 ×maanden  x € 100 = € 6.000
  • je hebt € 5.000 geleend

Slide 7 - Tekstslide

Maken opgave 19 en 20 blz. 82
Klaar? Ga verder met 16 t/m 18
timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

Consumptief krediet
Verschillende vormen van leningen
  1. persoonlijke lening 🡪 lening van de bank die je in vaste termijnen terugbetaalt
  2. consumptief krediet bij webshops en winkels:
       🡪 kopen op afbetaling (gelijk eigenaar). In vaste bedragen afbetalen
       🡪 huurkoop, huren waarbij je aan het einde van de periode eigenaar bent



Slide 9 - Tekstslide

Hypotheek
Wat is een hypotheek?

  • hypotheek 🡪 lening met een onroerend goed ( gebouw of huis ) als onderpand


Slide 10 - Tekstslide

Afmaken opgave 21 t/m 27, behalve 23

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide