3.1 en 3.2 Mens en milieu

Restjes van vorige week
Uit thema 2:
Genexpressie
Recombinant DNA-techniek
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Restjes van vorige week
Uit thema 2:
Genexpressie
Recombinant DNA-techniek

Slide 1 - Tekstslide

2.4 Genexpressie en celdifferentiatie
Elke cel bevat hetzelfde DNA. Maar welk deel daarvan actief gebruikt wordt, varieert (elk type cel maakt andere eiwitten).

Genregulatie: Het aan of uitzetten van een gen.

Genexpressie: 'het tot uiting komen van een gen'.  Als het gen 'aan' staat, van DNA eerst mRNA maken, en dan vertalen in eiwit.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Zie afb. 22 op blz 76:

Slide 4 - Tekstslide

Celdifferentiatiedoor
genregulatie

Slide 5 - Tekstslide

Genetische modificatie

Slide 6 - Tekstslide

Recombinant-DNA techniek

Slide 7 - Tekstslide

Relatie mens en milieu

Waarvoor gebruiken we ons milieu allemaal?

Slide 8 - Tekstslide

ecosysteemdiensten

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is duurzaamheid?

Slide 11 - Tekstslide

Duurzaamheid is....
de invloed van de activiteiten van de mens richten geen blijvende schade aan aan het milieu én toekomstige generaties kunnen het milieu ook blijven gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide

Oorzaak milieuproblemen
  • Bevolkingsdruk: Er zijn meer mensen bij gekomen.

Daarnaast is onze manier van leven ook veranderd:
  • Door machines putten we grondstoffen veel sneller uit.
  • Bij productie synthetische producten (o.a. plastic/verf) komen (giftige) afvalstoffen vrij die vroeger in het milieu werden gedumpt.

Slide 13 - Tekstslide

Landbouw
Ruilverkaveling

Meer mensen te voeden.

Minder diversiteit, meer dieren en planten bedreigd.

Slide 14 - Tekstslide

Bs 2: voedselproductie

Slide 15 - Tekstslide

Uitputting
Wat is uitputting?

Waardoor komt uitputting?

Hoe kun je uitputting tegengaan?

Slide 16 - Tekstslide

Grond optimaliseren

Uitspoeling voorkomen.
Bemesten (kunstmest of stalmest) -> nitraat en fosfaat toevoegen aan de bodem.

Monocultuur. Gevaar?

Slide 17 - Tekstslide

Mechanische bestrijding

Slide 18 - Tekstslide

Chemische bestrijding
Je bestrijdt organismen met gif. Je noemt dit ook wel pesticiden: insecticiden (gif tegen insecten) en herbiciden (gif tegen onkruid).

Voordeel: zijn effectief. 


Slide 19 - Tekstslide

chemische bestrijding

Nadeel: Sommige zijn niet soortspecifiek.
Soort kan resistent worden tegen het middel (door mutaties) en
gif komt in milieu terecht.


Slide 20 - Tekstslide

Pesticiden
Sommige pesticiden worden erg langzaam afgebroken, dan noem je ze persistent.
Dieren kunnen pesticiden opslaan in vetweefsel. 
Gifconcentratie neemt toe in voedselketen ->accumulatie.

Slide 21 - Tekstslide

Biologische bestrijding
Maakt gebruik van natuurlijke vijanden.

Ook: wisselen van gewas wat verbouwd 
wordt waardoor bodemorganismen 
verdwijnen die de plant aantasten.

Slide 22 - Tekstslide

Verandering erfelijke eigenschappen

Bij voedingsgewassen: veredeling
Bij dieren: (gericht) fokken

Nakomelingen met meest gunstige eigenschappen worden geselecteerd voor verdere kruisingen.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Recombinant DNA technieken
Ook door verandering van genen  kunnen organismen verbeterd worden:
tomaten resistent tegen schimmels
koeien met hoger eiwitgehalte in melk 
etc.

Slide 25 - Tekstslide

Bio-industrie
Ook wel: intensieve veehouderij.
Druk van consumenten/
dierenwelzijnsorganisaties voor betere omstandigheden, maar nog steeds niet best.

Slide 26 - Tekstslide

Biologische landbouw
Landbouwmethoden die rekening houden met het milieu. Producten noem je ecologische voedingsmiddelen.
Kenmerken op blz 126.

Slide 27 - Tekstslide