Elke cel bevat hetzelfde DNA. Maar welk deel daarvan actief gebruikt wordt, varieert (elk type cel maakt andere eiwitten).
Genregulatie: Het aan of uitzetten van een gen.
Genexpressie: 'het tot uiting komen van een gen'. Als het gen 'aan' staat, van DNA eerst mRNA maken, en dan vertalen in eiwit.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Zie afb. 22 op blz 76:
Slide 4 - Tekstslide
Celdifferentiatiedoor
genregulatie
Slide 5 - Tekstslide
Genetische modificatie
Slide 6 - Tekstslide
Recombinant-DNA techniek
Slide 7 - Tekstslide
Relatie mens en milieu
Waarvoor gebruiken we ons milieu allemaal?
Slide 8 - Tekstslide
ecosysteemdiensten
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Wat is duurzaamheid?
Slide 11 - Tekstslide
Duurzaamheid is....
de invloed van de activiteiten van de mens richten geen blijvende schade aan aan het milieu én toekomstige generaties kunnen het milieu ook blijven gebruiken.
Slide 12 - Tekstslide
Oorzaak milieuproblemen
Bevolkingsdruk: Er zijn meer mensen bij gekomen.
Daarnaast is onze manier van leven ook veranderd:
Door machines putten we grondstoffen veel sneller uit.
Bij productie synthetische producten (o.a. plastic/verf) komen (giftige) afvalstoffen vrij die vroeger in het milieu werden gedumpt.
Slide 13 - Tekstslide
Landbouw
Ruilverkaveling
Meer mensen te voeden.
Minder diversiteit, meer dieren en planten bedreigd.
Slide 14 - Tekstslide
Bs 2: voedselproductie
Slide 15 - Tekstslide
Uitputting
Wat is uitputting?
Waardoor komt uitputting?
Hoe kun je uitputting tegengaan?
Slide 16 - Tekstslide
Grond optimaliseren
Uitspoeling voorkomen.
Bemesten (kunstmest of stalmest) -> nitraat en fosfaat toevoegen aan de bodem.
Monocultuur. Gevaar?
Slide 17 - Tekstslide
Mechanische bestrijding
Slide 18 - Tekstslide
Chemische bestrijding
Je bestrijdt organismen met gif. Je noemt dit ook wel pesticiden: insecticiden (gif tegen insecten) en herbiciden (gif tegen onkruid).
Voordeel: zijn effectief.
Slide 19 - Tekstslide
chemische bestrijding
Nadeel: Sommige zijn niet soortspecifiek.
Soort kan resistent worden tegen het middel (door mutaties) en
gif komt in milieu terecht.
Slide 20 - Tekstslide
Pesticiden
Sommige pesticiden worden erg langzaam afgebroken, dan noem je ze persistent.
Dieren kunnen pesticiden opslaan in vetweefsel.
Gifconcentratie neemt toe in voedselketen ->accumulatie.
Slide 21 - Tekstslide
Biologische bestrijding
Maakt gebruik van natuurlijke vijanden.
Ook: wisselen van gewas wat verbouwd
wordt waardoor bodemorganismen
verdwijnen die de plant aantasten.
Slide 22 - Tekstslide
Verandering erfelijke eigenschappen
Bij voedingsgewassen: veredeling
Bij dieren: (gericht) fokken
Nakomelingen met meest gunstige eigenschappen worden geselecteerd voor verdere kruisingen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Recombinant DNA technieken
Ook door verandering van genen kunnen organismen verbeterd worden:
tomaten resistent tegen schimmels
koeien met hoger eiwitgehalte in melk
etc.
Slide 25 - Tekstslide
Bio-industrie
Ook wel: intensieve veehouderij.
Druk van consumenten/
dierenwelzijnsorganisaties voor betere omstandigheden, maar nog steeds niet best.
Slide 26 - Tekstslide
Biologische landbouw
Landbouwmethoden die rekening houden met het milieu. Producten noem je ecologische voedingsmiddelen.