In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Beeldaspect
Licht
Slide 2 - Tekstslide
timer
1:00
Beeldaspect LICHT
Waar denk je aan bij het beeldaspect licht?
Slide 3 - Woordweb
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen, uitleggen en toepassen welke verschillende licht en schaduw werkingen er zijn.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Lichtval
Lichtbron
Eigen schaduw
Clair-Obscur
Kunstlicht
Licht - donker
Contrast
Lichteffecten
Lichtrichting
Meelicht
Strijklicht
Natuurlijk licht
Schaduwwerking
Slagschaduw
Tegenlicht
Zijlicht
Slide 7 - Tekstslide
Lichtbron
Ooit had de mens alleen beschikking over natuurlijk licht van zon en maan. Met de mogelijkheden van vuur en kunstlicht werd het mogelijk de dag te verlengen.
Kaarslicht en gaslicht hebben een mooie, zachte en warme kleur, heel anders dan het felle, witte licht van een spotje. In het schilderij van Kamerlingh Omnes worden moeder en kind verlicht door getemperd goudgeel zonlicht, dat door het raam binnenkomt
Slide 8 - Tekstslide
Leren over licht en schaduw
Op de volgende slides krijg je uitleg over de verschillende vormen van lichtval en schaduwwerking.
Goed lezen en naar de voorbeelden kijken.
Aan het eind komen er een aantal vragen over.
Slide 9 - Tekstslide
Zichtbare lichtbron
De lichtbron is zichtbaar in de afbeelding.
Slide 10 - Tekstslide
Verborgen lichtbron
Deze lichtbron is niet zichtbaar in de afbeelding, maar doordat er schaduw aanwezig is weet je dat er zich ergens een lichtbron bevindt.
Slide 11 - Tekstslide
Eigen schaduw
Eigen schaduw is de schaduw die op het object zelf aanwezig is.
Slide 12 - Tekstslide
Slagschaduw
Slagschaduw is de schaduw die een object "werpt" op een ondergrond of achtergrond.
Slide 13 - Tekstslide
Zijlicht
Slide 14 - Tekstslide
Gebundeld licht
Als alle lichtstralen één kant op gaan spreek je over gebundeld licht. Denk maar eens aan een zaklantaarn of lichtshow.
Wordt ook wel Spotlight genoemd.
Slide 15 - Tekstslide
Tegenlicht
De lichtbron bevindt zich tegenover je. Je ziet dan alleen de omtrek (silhouet) van iets.
Slide 16 - Tekstslide
Meelicht
Als je mee kijkt met de richting van het licht, dan spreek je van meelicht. Dat wat je bekijkt, heeft dan bijna geen eigen schaduw.
Dit heeft als effect dat er minder diepte te zien is en dus wat 'platter' lijkt.
Slide 17 - Tekstslide
Strijklicht
Licht dat onder een scherpe hoek over een oppervlak valt noemen we strijklicht. Het effect van strijklicht is dat onregelmatigheden in het oppervlak zichtbaar worden.
Slide 18 - Tekstslide
Glimlicht
Op glimmende voorwerpen zie je allemaal witte vlekken, dat zijn glimlichten. Glimlichten ontstaan door weerkaatsing van het licht op gladde voorwerpen.
Slide 19 - Tekstslide
Licht - Donker contrast
Bij licht-donker contrast gaat het om het contrast in helderheid. Het naast elkaar gebruiken van licht en schaduw. Vooral in de schilderkunst van de barok werd een groot licht/donkercontrast heftig ingezet om een dramatisch effect te bereiken: dit wordt clair-obscur genoemd. Licht-donkercontrast wordt ook in de (zwart/wit)fotografie veel gebruikt. Er zit dan diep zwart en helder wit in de foto, in plaats van heel veel grijstinten.
Slide 20 - Tekstslide
Clair-obscur
Sterk Licht - Donker contrast
Slide 21 - Tekstslide
En nu even oefenen!
Maak de vragen op de volgende slides
Slide 22 - Tekstslide
Welke begrippen horen bij deze afbeelding?
A
gebroken licht
B
slagschaduw
C
gebroken schaduw
D
eigen schaduw
Slide 23 - Quizvraag
Hoe noem je het dramatisch licht-donker effect dat Caravaggio in zijn schilderij gebruikt?
Slide 24 - Open vraag
Hoe noem je dit type licht?
A
tegenlicht
B
zijlicht
C
meelicht
D
gebroken licht
Slide 25 - Quizvraag
Het licht in deze afbeelding komt van:
A
rechts
B
links
C
boven
D
onder
Slide 26 - Quizvraag
In deze foto is sprake van:
A
strijklicht
B
tegenlicht
C
zijlicht
D
silhouetten
Slide 27 - Quizvraag
Dit is ‘Het Melkmeisje’ van Johannes Vermeer. Benoem de lichtbron in het schilderij.
Slide 28 - Open vraag
In ‘Het Melkmeisje’ komt het licht van links. Noem drie manieren hoe je dat ziet.
Slide 29 - Open vraag
Hoe heet de schaduw op de grond?
Slide 30 - Open vraag
Hoe noem je de schaduw op deze foto?
Slide 31 - Open vraag
Wat voor licht krijg je als de lichtbron heel laag staat?