Herhalingsles KT2 TRAP 4

Herhalingsles voor TRAP 4
Vandaag herhalen we alle leerdoelen. Let goed op want dit is stof voor de TRAP-toets. 

Gebruik je eigen naam!!!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles voor TRAP 4
Vandaag herhalen we alle leerdoelen. Let goed op want dit is stof voor de TRAP-toets. 

Gebruik je eigen naam!!!

Slide 1 - Tekstslide

LD 1: Ik kan het verschil uitleggen tussen grondstoffen en delfstoffen en ik kan van beide, 3 voorbeelden geven

Slide 2 - Tekstslide

Welke van onderstaande is geen grondstof
A
Graan
B
Hout
C
Olie
D
Melk

Slide 3 - Quizvraag

LD 2: Ik kan uitleggen hoe een elektriciteitscentrale werkt.

Slide 4 - Tekstslide

Hoe wordt een elektriciteitscentrale in werking gezet?
A
Door het aandrijven van een dynamo met behulp van beweging
B
Door stoom dat naar een turbine wordt geblazen
C
Door het opwarmen van een generator
D
Door hele kleine deeltjes die op elkaar af worden geschoten en zo energie maken.

Slide 5 - Quizvraag

LD 3: Ik weet wat fossiele brandstoffen zijn en ik kan de 3 belangrijkste benoemen

Slide 6 - Tekstslide

Welk van onderstaande antwoorden is geen fossiele brandstof
A
Aardgas
B
Steengas
C
Steenkool
D
Aardolie

Slide 7 - Quizvraag

LD 4: Ik weet hoe de 3 belangrijkste fossiele brandstoffen zijn ontstaan

Slide 8 - Tekstslide

Fossiele brandstoffen komen aan hun naam omdat ze uit fossiele tijdperken komen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Veel planten en dierenresten. Door druk van andere lagen wordt het samengeperst en ontstaat steenkool.

Slide 10 - Tekstslide

LD 5: Ik kan 3 voorbeelden noemen waarvoor we de drie belangrijkste grondstoffen gebruiken

Slide 11 - Tekstslide

Voor het rijden van een auto wordt voornamelijk '...' gebruikt.
A
steenkool
B
aardolie
C
aardgas

Slide 12 - Quizvraag

LD 6: Ik kan de 2 belangrijkste oorzaken benoemen voor de snelle groei van het energiegebruik.

Slide 13 - Tekstslide

Wat zijn twee redenen waarom het energieverbruik zo hard groeit.
A
Er komen steeds meer mensen op aarde bij.
B
De mensen verwarmen hun huis veel meer.
C
Er zijn steeds meer energiecentrales
D
De mensen hebben steeds uitgebreidere behoeften.

Slide 14 - Quizvraag

LD 7: Ik kan uitleggen welke 3 milieuproblemen er zijn en ik kan van alle drie een voorbeeld geven.

Slide 15 - Tekstslide

Het te veel gebruiken van landbouwgrond hoort bij ...
A
Vervuiling
B
Aantasting
C
Uitputting

Slide 16 - Quizvraag

LD 9: Ik kan uitleggen wat kernenergie is en kan 3 voor of nadelen van kernenergie benoemen

Slide 17 - Tekstslide

Onder welke vorm hoort kernenergie?
A
alternatieve energie
B
duurzame energie

Slide 18 - Quizvraag

LD 10, 11, 12: Ik kan uitleggen waar windenergie/ waterenergie/ zonne-energie het beste kan worden opgewekt.

Slide 19 - Tekstslide

Welke vorm van duurzame energie kunnen wij in Nederland het beste opwekken?
A
Windenergie
B
Waterenergie
C
Zonne-energie

Slide 20 - Quizvraag

Welke vorm van energie kunnen we het beste opwekken in Egypte?
A
Windenergie
B
Waterenergie
C
Zonne-energie

Slide 21 - Quizvraag

LD 15/16 : Ik kan uitleggen wat het natuurlijk- en versterk broeikaseffect is

Slide 22 - Tekstslide

Waar of niet waar: het broeikaseffect is slecht voor de aarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Hoe heet de laag om de aarde heen die warmte vasthoud?
A
troposfeer
B
ozonlaag
C
wolkendek
D
atmosfeer

Slide 24 - Quizvraag

LD 18: ik kan oorzaken benoemen van het versterkt broeikaseffect

Slide 25 - Tekstslide

Welke van deze antwoorden draagt niet bij aan een dikkere ozonlaag?
A
CO2
B
Koeienscheten
C
Zuurstof
D
Methaan

Slide 26 - Quizvraag

LD 19: ik kan gevolgen benoemen van het versterkt broeikaseffect

Slide 27 - Tekstslide

Gevolgen van het versterkte broeikaseffect!

Slide 28 - Woordweb

LD 21 Oplossingen voor het versterkt broeikaseffect die mensen thuis kunnen doen!

Slide 29 - Tekstslide

Welk antwoord is GEEN oplossing om het versterkt broeikaseffect tegen te gaan.
A
Minder met het vliegtuig op vakantie
B
Minder biologisch eten eten.
C
Minder vaak vlees eten
D
Minder vaak douchen

Slide 30 - Quizvraag

Laatste vraag!!!

Slide 31 - Tekstslide

Wat ik ga halen voor de toets:
A
1-3
B
4-5
C
6-8
D
9-10

Slide 32 - Quizvraag