,

Periode 5 PLV

Welcome
English
Mevrouw van Eunen
Welcome
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welcome
English
Mevrouw van Eunen
Welcome

Slide 1 - Tekstslide

Waar wil ik aan werken tijdens PLV deze periode?

Slide 2 - Open vraag

What are we going to do today?
  • Introductie
  • Waar wil ik aan werken tijdens PLV deze periode?
  • It's learning
  • Video
  • Writing

Slide 3 - Tekstslide

Targets
  1. I know what is expected from me this period.
  2. I know what to bring to class. 
  3. I know how to write a formal letter

Slide 4 - Tekstslide

PLV deze periode: writing
  • Iedere week een schrijftopdracht voor PLV en een voor PLM.
  • De opdrachten staan in Itslearning
  • Vragenuur 

Slide 5 - Tekstslide

It's learning
Waar kun je alles vinden voor Engels in it's learning?


ga naar it's learning > 2122-3bplv_en1 > planner > PLV/PLM 3 basis

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Present Simple & Continuous
Will & shall

Slide 8 - Tekstslide

Aan het einde van de les kan je
  • Uitleggen wat 'will' en 'shall' betekent.

  • 'Will' en 'shall' kunnen toepassen in bevestigende-, ontkennende- en vragende zinnen. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent 'will' in de zin
'I will help you!'

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Will
Will gebruik je om aan te geven dat iets in de toekomst gaat gebeuren. 

I will get a new TV soon.
 --->  
Ik zal binnenkort een nieuwe TV krijgen.

Slide 12 - Tekstslide

Formule
will + werkwoord

Voorbeeld: He will eat a burger.


Slide 13 - Tekstslide

Vormen
Je kan will op twee manieren schrijven:
  1. Lange vorm: Will
    He will close the window. It is cold.

  2. Korte vorm: 'll
    He'll close the window. It is cold.

Slide 14 - Tekstslide

Ontkennende zinnen
  • Bij ontkennende zinnen zet je 'not' achter 'will', of gebruik de korte vorm: won't 

I will not help you.           --- OF ---         I won't help you.
The cat will not eat.        --- OF ---         The cat won't eat.
His car will not start.      --- OF ---         His car won't start.

Slide 15 - Tekstslide

He .... us next week.
A
will
B
will visit
C
will visits
D
visits

Slide 16 - Quizvraag

I don't like Stefan. I .... him with his homework.
A
will help
B
will not help
C
won't help
D
help

Slide 17 - Quizvraag

Look at the dark clouds. It ... soon.
A
will
B
rains
C
rain
D
will rain

Slide 18 - Quizvraag

Vragende zinnen
Bij vragen zet je 'will' voor het onderwerp.

Will he see us again?

Bij vragen met 'I' en 'we' gebruik je 'shall' in plaats van 'will'.

Shall we go on a date?

Slide 19 - Tekstslide

She ___________ turn sixteen next June.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 20 - Sleepvraag

He ___________ tell you what to do.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 21 - Sleepvraag

___________ I help you with your homework?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
Will
Shall

Slide 22 - Sleepvraag

I don't know, ___________ we tell her the truth?
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 23 - Sleepvraag

Marie ___________ text us when we can visit.
Future + will / shall: we / shall + hele werkwoord
will
shall

Slide 24 - Sleepvraag


    The weather ________ be sunny and dry tomorrow.

    Marc ________ join us for dinner, he's not hungry.

   _______ we meet at eight on Friday?

     Maybe they _______ give you you money back if you ask nicely.
will
won't
shall
will

Slide 25 - Sleepvraag

SAMENVATTING

Slide 26 - Tekstslide