Herhaling zwakke werkwoord inclusief uitzonderingen ATC11_ 11-04-22

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Pak je methode erbij!
Jan

Jayden

Slide 2 - Tekstslide

LERNZIELE

Aan het einde van deze les weet je:
* wat een zwak werkwoord is
* hoe je een zwak werkwoord vervoegt
* wat de uitzonderingen zijn
* toepassing der, die, das
 

Slide 3 - Tekstslide

Planning:
 Huiswerk nakijken
Eventueel korte herhaling der, die das
Logotivi 8. April
Huiswerk opgeven

Slide 4 - Tekstslide

Het zwakke werkwoord

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een zwak werkwoord?

  • Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering
  • Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak
  • Zie regeltje methode p. 48

Slide 6 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig

...worden volgens een vast schema vervoegd

Er bestaat ook een handig ezelsbruggetje voor. 

Slide 7 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden
Hoe worden deze dan vervoegd???????

Persoonlijk voornaamwoord
                        +
                     stam
                        +
                  uitgang

Slide 8 - Tekstslide

het persoonlijk voornaamwoord
1. ich
2. du
3. er/sie/es

1. wir
2. ihr
3. sie/Sie

Slide 9 - Tekstslide

Hoe krijg je de stam?
In het Duits krijg je de stam door
van het hele werkwoord

de -en of -n (als er geen 'e' voor staat)
weg te laten

Voorbeelden:
machen > mach;  spielen > spiel;  wandern > wander

Slide 10 - Tekstslide

Nu volgen de vervoegingen

Slide 11 - Tekstslide

Ezelsbruggetje





Achter de stam van het werkwoord komen de uitgangen:

(FE)    E - ST - T - EN - T - EN

 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

LET OP!
Eindigt de stam op een -d of een -t, dan moet je altijd een -e na de stam hebben,  bijvoorbeeld melden en antworten

De werkwoorden 
atmen, öffnen, regnen, rechnen, zeichnen en begegnen 
hebben dit ook.



Slide 14 - Tekstslide

LET OP!
Eindigt de stam op een sisklank (s, z, x, ß) dan krijg je bij du in de O.T.T. alleen een -t als uitgang. 
Bijvoorbeeld:

du tanz t
du setz t



Slide 15 - Tekstslide

LET OP!
Eindigt het werkwoord op -eln (handeln, sammeln) dan verschuift de l bij ich in de O.T.T. een plaats naar links. 
Bijvoorbeeld:

ich handle, maar du handelst     
ich sammle, maar du sammelst



Slide 16 - Tekstslide

Hören

Je krijgt zo meteen een jeugdjournaal te zien en horen van Logotivi.
Noteer zoveel mogelijk wat je verstaat. 
Tussendoor stel ik wat vragen.

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk
Blz. 53

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide