Aan het einde van deze les weet je de verschillen tussen links en rechts in de politiek, weet je waar de verschillende politieke partijen voor staan en weet je de verschillen tussen politieke stromingen te benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Maken vraag 10
Inventariseren in de klas hoe het stemgedrag van de leerlingen is. Hoeveel personen rechts en hoeveel links,
Bespreken.
Slide 3 - Tekstslide
Indeling van politieke partijen
Links of rechts
(hierbij wordt gekeken naar de rol van de overheid)
Politieke stroming (hierbij wordt gekeken naar de belangrijkste waarde)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Maken vraag 7
Bespreken en contoleren of voor iedereen het verschil tussen links en rechts in de politiek duidelijk is.
Slide 6 - Tekstslide
Let op:
Een partij kan bij het ene politieke onderwerp links zijn en bij het andere rechts
Slide 7 - Tekstslide
Politieke stromingen
Indeling van politieke partijen volgens een waarde: vrijheid, gelijkheid of geloof
Slide 8 - Tekstslide
Sociaal-democratie
Mensen zijn gelijkwaardig
Actieve rol van de overheid: mensen helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen
Meer gelijkheid tussen mensen (ook in lonen)
Slide 9 - Tekstslide
Christen-democratie
Katholiek/protestant
Bijbelse waarden
De aarde ook voor onze kinderen
Naastenliefde
Slide 10 - Tekstslide
Liberalisme
Persoonlijke vrijheid
Passieve rol van de overheid: zo min mogelijk bemoeien met de mensen
Weinig regels voor de economie
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Lees bladzijde 48-49
Maak daarnaast vraag 12 in het werkboek.
De spreuk is:
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Maken vraag 8,9,10
Bespreken en controleren of het duidelijk is waar de verschillende stromingen in de politiek voor staan.