Economie Kader Hfdst 8 Oefenvragen

Als Nederland aan Indonesië advies
geeft over watermanagement. Wat is dan juist?
A
Nederland importeert goederen uit het buitenland
B
Nederland importeert diensten uit het buitenland
C
Nederland exporteert goederen naar het buitenland
D
Nederland exporteert diensten naar het buitenland
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Als Nederland aan Indonesië advies
geeft over watermanagement. Wat is dan juist?
A
Nederland importeert goederen uit het buitenland
B
Nederland importeert diensten uit het buitenland
C
Nederland exporteert goederen naar het buitenland
D
Nederland exporteert diensten naar het buitenland

Slide 1 - Quizvraag

Een overzicht van alle betalingen en ontvangsten uit het buitenland noem je de betalingsbalans. Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Nederland voert 415 miljoen liter wijn in. Gemiddelde prijs van 1 liter wijn is € 2,30. Wat is de Invoerwaarde?
A
€ 920.000.000
B
€ 1.350.500.000
C
€ 954.500.000
D
€ 1.100.750.000

Slide 3 - Quizvraag

Waarom importeren we bananen?
A
Betere kwaliteit in buitenland
B
Beter klimaat in buitenland
C
Betere grondstoffen in buitenland
D
Is goedkoper in buitenland

Slide 4 - Quizvraag

Een overzicht van alle betalingen en ontvangsten uit het buitenland noem je de betalingsbalans.
Waar of niet waar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

In Noord-Korea zijn de importquote en de exportquote er hoog. Hier is dus sprake van een open economie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Nederland 2014 - uitvoerwaarde van € 433 miljard. Nationaal inkomen is € 880 miljard. Bereken de exportquote.
A
880 : 433 = 203,2
B
880 : 433 = 202,2
C
433 : 880 = 49,2
D
433 : 880 = 48,2

Slide 7 - Quizvraag

Binnen de EU is sprake van Vrij verkeer van personen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De ECB heeft als taken: het bewaken van de waarde van de euro maar brengt NIET de bankbiljetten en munten in omloop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

De Europese Monetaire Unie heeft als doel om in de EU één gezamenlijke munteenheid te gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Begrotingstekort mag 3% zijn van het bbp. In land A is het bbp 527 miljard en het begrotingstekort 15,6 miljard. Reken uit
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Internationale arbeidsverdeling ontstaat door..........
A
internationale concurrentie
B
nationale concurrentie
C
protectionisme
D
vrijhandel

Slide 12 - Quizvraag

Bij contingenteringen mag een bepaald product beperkt / helemaal niet worden ingevoerd.
A
beperkt
B
helemaal

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is een goede internationale concurrentiepositie goed voor de welvaart van Nederland?
A
minder verkoop - minder opbrengst - minder mensen aan het werk
B
meer verkoop - meer winst - minder goed voor de welvaart
C
meer verkoop - meer winst - meer mensen aan het werk
D
minder verkoop - meer winst - meer mensen aan het werk

Slide 14 - Quizvraag

Waar staan de letters WTO voor in het Nederlands
A
Wereldorganisatie
B
Wereldhandel
C
Wereldsamenwerkings- organisatie
D
Wereldhandels- organisatie

Slide 15 - Quizvraag

Nederland - Nat. Ink. = € 680 miljard en 16,9 miljoen inwoners. Hoeveel is het inkomen per hoofd v.d. bevolking?
A
€ 40.850
B
€ 41.850
C
€ 40.237
D
€ 41.247

Slide 16 - Quizvraag

Noem naast het inkomen per hoofd van de bevolking nog een factor om welvaart tussen landen te vergelijken?

Slide 17 - Open vraag

Bedenk nog iets anders waaraan je kunt zien of een land een ontwikkelingsland is.

Slide 18 - Open vraag

Zet in juiste volgorde: (1) lage productieopbrengst, (2) laag inkomen, (3) weinig sparen, (4) weinig investeren.
lage productieopbrengst, 
laag inkomen
weinig sparen
weinig investeren

Slide 19 - Sleepvraag

Vind je bouw van een ziekenhuis noodhulp of structurele hulp?
A
noodhulp
B
structurele hulp

Slide 20 - Quizvraag