Je maakt in groepjes van drie jullie eigen bundelmet gedichten.
De dichtbundel bevat de volgende onderdelen:
6 gekozen bestaande gedichten
5 zelf geschreven gedichten (daarvan 1 haiku, 1 stiftgedicht,
1 beeldgedicht en 2 naar keuze die hiervoor nog niet zijn genoemd)
Slide 2 - Tekstslide
Lesopbouw
We gaan eerst de theorie behandelen en een aantal schrijfoefeningen doen (aangereikt door de docent tijdens de lessen) en vervolgens ga je zelf gedichten schrijven.
Die gedichten verzamelen jullie in jullie eigen bundel: groepjes van drie.
In de volgende dia's lees je wat de opdracht is.
Slide 3 - Tekstslide
Eisen zelfgekozen gedichten
Van de zelfgekozen gedichten zijn er 2 gedichten van voor 1900.
Jullie kiezen 2 gedichten voor kinderen.
Jullie kiezen twee hedendaagse gedichten uit een bundel en niet van internet. De bundels liggen in 1.23
Vermeld van alle gedichten ook de bron.
Zet boven de gedichten: "voor 1900" "hedendaags" en "kindergedicht".
Slide 4 - Tekstslide
Uitleg 6 zelfgekozen gedichten
Van de zelfgekozen gedichten vertel je het volgende:
Wie is de schrijver?
Waar gaat het gedicht over?
Wat vind je van het gedicht?
Wat valt je op aan het gedicht? Denk aan rijm: assonantie, alliteratie of enjambement. Denk aan opvallende woorden/taalgebruik/strofen, stijlfiguren. De theorie hierover staat in een aparte LessonUp die de docent met jullie deelt.
Schrijf bij ieder gedicht minimaal 150 woorden.
Je plaatst eerst de 2 gedichten van voor 1900 en daarna je gedichten voor kinderen. Dan volgen de hedendaagse en daarna volgt de rest van je gedichten.
verplicht!
Slide 5 - Tekstslide
Uitleg 5 zelfgeschreven gedichten
Schrijf zelf vijf gedichten:
Minstens 1 van jullie eigen gedichten bevat rijm en minstens 1 van jullie gedichten bevat geen rijm.
Maak gebruik van minstens 1 stijlfiguur, zoals een vergelijking, metafoor of personificatie en geef aan waar je die hebt toegepast. De theorie hiervan staat in aparte LessonUp's die de docent met jullie deelt.
Voeg in ieder geval een beeldgedicht, een stiftgedicht en een haiku toe. Daarna voeg je nog 2 gedichten naar keuze toe, die hiervoor nog niet zijn genoemd. Vermeld boven het gedicht welke het is.
Slide 6 - Tekstslide
Uitleg
Schrijf verder bij ieder zelf geschreven gedicht het volgende op in 150 woorden:
Waar gaat je gedicht over?
Wat kun je zeggen over de theorie: strofen/rijm/beeldspraak?
Maak jullie bundel zo mooi mogelijk, dus les ook op het uiterlijk. Maak er een mooi werkstuk van. Wees creatief! Verderop in deze LessonUp zie je een aantal voorbeelden van gedichten met uitwerking.
In de onderstaande dia's vind je een aantal gedichten uit een bundel gemaakt door een leerling (let op: er zitten hier en daar een paar spelfoutjes in).