2.3 Aan het werk

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 2.3
- Waarom sluit je een arbeidsovereenkomst af?
- Hoe ziet een arbeidsovereenkomst eruit?
- Welke wettelijke voorschriften gelden bij arbeidsovereenkomsten?

Slide 2 - Tekstslide

Deeltijd of voltijd?
Deeltijdbaan of parttimebaan:
- Je werkt minder dan het volledige aantal uren.
- Je kunt wel gewoon in vaste dienst zijn.

Voltijdbaan of fulltimebaan:
- Je werkt het volledige aantal uren.
- circa 36 uur

Slide 3 - Tekstslide

Waarom werken juist vrouwen veel deeltijd?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Video

Arbeidsovereenkomst
    Een arbeidsovereenkomst is een contract tussen werknemer en werkgever. Hierin staan afspraken over de werkzaamheden, de beloning en de werktijden.

    Slide 6 - Tekstslide

    Slide 7 - Video

    CAO

    Collectieve arbeidsovereenkomst: Afspraken tussen werkgever en vakbonden over de arbeidsvoorwaarden van een grote groep werknemers

    Slide 8 - Tekstslide

    Wat is een CAO?

    Slide 9 - Open vraag

    Vakbond
    Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.

    Slide 10 - Tekstslide

    Er zijn 2 soorten arbeidsvoorwaarden:
    PRIMAIRE arbeidsvoorwaarden:
    Dit zijn de hoofdzaken die je afspreekt: loon- en werktijden (waaronder ook pensioen en vakantieregeleling).

    SECUNDAIRE arbeidsvoorwaarden:
    De overige voorwaarden zoals studiemogelijkheden, onkostenvergoeding, verlofregeling, auto van de zaak, etc.

    Slide 11 - Tekstslide

    Brutoloon

    Loon wat je werkgever aan jou betaalt. Inclusief premies en belastingen.
    Nettoloon

    Loon wat je ontvangt. Exclusief premies en belastingen.

    Slide 12 - Tekstslide

    Belasting en premies

    Stel je verdient €3.600.

    De inhoudingen voor belasting en premies zijn:

    Loonbelasting €860 en premies €420.


    Wat houd je dan netto over?

    Slide 13 - Tekstslide

    Belasting en premies

    Stel je verdient €3.600.

    De inhoudingen voor belasting en premies zijn:

    Loonbelasting €860 en premies €420.

    Daarnaast zijn de premies voor rekening van zijn werkgever        

    € 700,-

    Wat houd je dan netto over?

    Wat zijn de loonkosten voor de werkgever?

    Slide 14 - Tekstslide

    Nettoloon ?

    Brutoloon:                        €3.600

    Loonbelasting                €     860 -

                                                   €2.740

    Premies                              €    420 -

    Nettoloon                          €2.320

    Slide 15 - Tekstslide

    Loonkosten voor werkgever zijn?

    Brutoloon:                                            € 3.600

    Premies voor werkgever                €     700,-

    Loonkosten                                          € 4.300,-

    Slide 16 - Tekstslide

    Wat is het nettoloon als percentage van de loonkosten?


    Je hebt berekend: Nettoloon      € 2.320,-

                                            Loonkosten € 4.300,- 

    het percentage bereken je door nettoloon/ loonkosten x 100 =

    € 2.320,-/€ 4.300,- x 100% = 53,9%

    Slide 17 - Tekstslide

    ARBOWET
    De werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden. 

    ARBO: ARBeidsOmstandigheden

    Slide 18 - Tekstslide

    Slide 19 - Video

    Arbeidstijdenwet
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden:
    • Hoeveel uur je mag werken per dag en hoeveel pauze je dan moet krijgen.
    • Hoeveel nachtdiensten of ploegendiensten je mag draaien.
    • Het verlof voor zorgtaken: zwangerschapsverlof of ouderschapsverlof.

    Er is een speciale arbeidstijdenwet voor jongeren:
    • Schooltijd telt als werktijd.
    • Beperkt aantal uren in de avond en het weekend.
    • Regels veranderen per jaar dat je ouder wordt.

    Slide 20 - Tekstslide

    Slide 21 - Video

    Waarom zijn de regels voor jongeren in de Arbeidstijdenwet zo streng?

    Slide 22 - Open vraag

    Wat heb je geleerd?

    Slide 23 - Tekstslide

    Wat staat er in de Arbeidstijdenwet?
    A
    Wet waarin de regels staan over werktijden
    B
    Wet waarin de regels staan over rusttijden
    C
    Wet waarin de regels staan over lonen en vakantiedagen
    D
    Wet waarin de regels staan over werktijden en rusttijden

    Slide 24 - Quizvraag

    Wat is de Arbowet?
    De werkgever moet ervoor zorgen dat....
    A
    werknemers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.
    B
    werkgevers hun werk veilig kunnen uitvoeren en hiervan niet ziek worden.

    Slide 25 - Quizvraag

    In welke wet staan regels over werktijden?
    A
    Algemene Ouderdomswet
    B
    Arbeidstijdenwet
    C
    Arbeidsomstandighedenwet
    D
    Wet Minimumjeugdloon

    Slide 26 - Quizvraag

    Wat is de afkorting van de Arbeidsomstandighedenwet?
    A
    AOW
    B
    ABW
    C
    Arbowet
    D
    AWBZ

    Slide 27 - Quizvraag

    Hoe heet het loon dat de werknemer ontvangt als het inkomen is verminderd met de inhoudingen?
    A
    brutoloon
    B
    totale loon
    C
    nettowinst
    D
    nettoloon

    Slide 28 - Quizvraag

    Wat doet een vakbond?
    A
    Komt op voor de belangen van werknemers
    B
    Komt op voor de belangen van werkgevers
    C
    Komt op voor de belangen van werknemers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden.
    D
    Komt op voor de belangen van werkgevers en onderhandelt met werkgevers over de CAO en voorwaarden

    Slide 29 - Quizvraag

    WE GAAN SAMEN
    AAN HET WERK
     

    Slide 30 - Tekstslide