Voeding quiz

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klas Binnenkomen
  • Ga rustig naar je plaats
  • Je bent startklaar voor de      les                        
  • Aandacht voor de docent
       (let op teken docent!)

Slide 1 - Tekstslide

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen  eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 2 - Tekstslide

H 7 Eten
Welkom

Slide 3 - Tekstslide

Voorgerecht
 - LessonUp app downloaden
via de AppStore of Google Play
via: http://student.lessonup.io
Er verschijnt een unieke klascode. Als de leerlingen deze code invoeren in de LessonUp app of op de website https://lessonup.app worden ze lid van de klas. De namen van de leerlingen verschijnen onder de code.

Login klascode: ukzvk
opdracht: H7 Quiz


Slide 4 - Tekstslide

Hoofdgerecht
pak een laptop

maak de vragen van de Quiz
[wat weet je al van H 7 Eten?]
timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Nagerecht
Evaluatie

Bespreken Quiz

Huiswerk voor de volgende les

Slide 6 - Tekstslide

Quizz

Slide 7 - Tekstslide

Mineralen zijn ook bouwstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?
A
energierijke stoffen
B
bouwstoffen
C
concentratie stoffen
D
beschermende stoffen

Slide 9 - Quizvraag


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 10 - Quizvraag

Wat doet een enzym?
A
stoffen afbreken
B
stoffen verteren: klein maken
C
stoffen opbouwen
D
stoffen aan elkaar plakken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de taak van de dikke darm?
A
Het verteren van vezels
B
Het opnemen van voedinstoffen
C
Het onttrekken van vocht uit de onverteerbare resten
D
De ontlasting je lichaam uit laten gaan

Slide 12 - Quizvraag

Waar worden geen verteringsappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 13 - Quizvraag

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 14 - Quizvraag

wat betekent peristaltiek
A
de knijpende beweging van spieren in de darm
B
het samentrekken van de kringspier
C
afsluiting van de darm
D
productie van darmsappen

Slide 15 - Quizvraag

Tijdens de les
  • Doe actief mee
  • stoor niet        
  • Bij vragen  eerst je vinger opsteken          
  • Houd het lokaal netjes

Slide 16 - Tekstslide

Klas verlaten
  • Je huiswerk is genoteerd
  • Je werkplek netjes             achterlaten
  • De docent bepaalt    wanneer je kunt gaan
  • Je vertrekt rustig 

Slide 17 - Tekstslide

lesinhoud
1.Terugblikken............
2.huiswerk bespreken: 7.1 opdracht (18 t/m 20)
                                                 7.2 (opdracht 1 t/m 17) 2Ga
                                                        (opdracht 1 t/m 17) 2Kd

3.Lezen en maken:
7.1 + 7.2 Samenvatten [blz. 40 +41]; opdracht 1 t/m 7
7.1 + 7.2 Test jezelf [blz. 44 + 45]; opdracht 1 t/m 7

timer
20:00

Slide 18 - Tekstslide

koolhydraten zijn:
A
energierijke stoffen [brandstoffen]
B
bouwstoffen
C
beschermende stoffen

Slide 19 - Quizvraag

Welke voedingsstoffen houden je gezond en bescherm je tegen ziektes?
A
vetten
B
vitamines
C
mineralen
D
koolhydraten

Slide 20 - Quizvraag

zetmeel en suiker zijn:
A
koolhydraten
B
vetten
C
mineralen
D
eiwitten

Slide 21 - Quizvraag

Vlees bevat vooral
A
Eiwitten, vetten en mineralen
B
Eiwitten en vetten
C
Koolhydraten en vetten
D
Koolhydraten en mineralen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de basis van een gezonde voeding ?
A
Veel koolhydraten
B
Variatie
C
Geen vlees eten
D
Veel groente eten

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een voedingsmiddel?
A
Koolhydraten, vetten en eiwitten
B
Fruit en groente
C
Mineralen, vitaminen en water
D
Alles wat je eet en drinkt

Slide 24 - Quizvraag

Je voelt je steeds moe en je bent snel verkouden. Welke voedingsstof heb je nodig?
A
eiwitten
B
vitaminen
C
koolhydraten
D
mineralen

Slide 25 - Quizvraag

eiwitten zijn:
A
energierijke stoffen [brandstoffen]
B
bouwstoffen
C
beschermende stoffen

Slide 26 - Quizvraag

Mineralen zijn ook bouwstoffen
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Lekker die tussendoortjes. Wat is er zo schadelijk aan ?
A
Je wordt er dik van
B
Door al die suikers krijg je gaatjes in je tanden
C
Er zitten te weinig beschermende stoffen in
D
Je krijgt te weinig bouwstoffen binnen

Slide 28 - Quizvraag

De voedingsstoffen kun je in drie groepen verdelen. Welke hoort er niet bij ?
A
energierijke stoffen
B
bouwstoffen
C
concentratie stoffen
D
beschermende stoffen

Slide 29 - Quizvraag

Je leeft heel gezond.
Welk antwoord past hier niet bij?
A
je eet 3 keer per dag
B
je eet gevarieerd
C
je drinkt vaak energiedrankjes voor extra energie
D
je houdt je aan de schijf van vijf

Slide 30 - Quizvraag


Wat is de functie van maagsap?
A
Verteren van eiwitten
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Verteren van koolhydraten
D
Het maagzuur helpen

Slide 31 - Quizvraag

Kun je voedingsvezels goed verteren?
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag


Wat is de functie van speeksel?
A
Verteren van zetmeel
B
Bacteriën en ziekteverwekkers doden
C
Geeft smaak aan het eten
D
Verteren van eiwitten

Slide 33 - Quizvraag

Wat doet een enzym?
A
stoffen afbreken
B
stoffen verteren: klein maken
C
stoffen opbouwen
D
stoffen aan elkaar plakken

Slide 34 - Quizvraag

Water, mineralen en vitaminen kunnen direct in het lichaam worden opgenomen. Verteren is niet nodig.
A
waar
B
nietwaar

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het doel van het verteren van voedsel?
A
Voedingsmiddelen klein maken.
B
Voedingsstoffen vermalen.
C
Voedingsstoffen zo klein maken dat ze door de darmwand kunnen.
D
Voedingsmiddelen omzetten tot ontlasting

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de taak van de dikke darm?
A
Het verteren van vezels
B
Het opnemen van voedinstoffen
C
Het onttrekken van vocht uit de onverteerbare resten
D
De ontlasting je lichaam uit laten gaan

Slide 37 - Quizvraag

Het torso:
Hoe heet het donker bruine orgaan?
A
Het hart
B
De maag
C
De long
D
De lever

Slide 38 - Quizvraag

Kijk goed naar de torso. Wat word er bij 11 aangegeven?
A
De maag
B
De longen
C
De nieren
D
De dikke darm

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het langste stuk darm?
A
Dunne darm
B
Slokdarm
C
Dikke darm
D
Twaalfvingerige darm

Slide 40 - Quizvraag

Welke weg legt je voedsel af door het spijsverteringskanaal?
A
Slokdarm, maag, dunne darm, dikke darm
B
Maag, slokdarm, dunne darm, dikke darm
C
Dunne darm, dikke darm, slokdarm, maag
D
Slokdarm, dunne darm, dikke darm, maag

Slide 41 - Quizvraag


nummer 8 is
A
Dunne darm
B
Dikke darm
C
Slokdarm
D
Lever

Slide 42 - Quizvraag

Waar worden geen verteringsappen aan de voedselbrij toegevoegd?

A
Maag
B
Twaalfvingerige darm
C
Dunne darm
D
Dikke darm

Slide 43 - Quizvraag

Waar worden de meeste voedingsstoffen opgenomen in het bloed?
A
dunne darm
B
dikke darm
C
twaalfvingerige darm
D
endeldarm

Slide 44 - Quizvraag

wat betekent peristaltiek
A
de knijpende beweging van spieren in de darm
B
het samentrekken van de kringspier
C
afsluiting van de darm
D
productie van darmsappen

Slide 45 - Quizvraag