In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Kennis quiz
thema 3.1 Agrarisch bedrijf van de toekomst
Slide 1 - Tekstslide
Hoe heet een type bedrijf dat leghennen houdt?
A
vermeerderingsbedrijf
B
productiebedrijf
C
verwerkingsbedrijf
D
toeleveringsbedrijf
Slide 2 - Quizvraag
Wat voor type bedrijf zie je op de afbeelding?
A
vermeerderingsbedrijf
B
productiebedrijf
C
verwerkingsbedrijf
D
toeleveringsbedrijf
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor type bedrijf zie je op de afbeelding?
A
vermeerderingsbedrijf
B
productiebedrijf
C
verwerkingsbedrijf
D
toeleveringsbedrijf
Slide 4 - Quizvraag
Wat voor type bedrijf zie je op de afbeelding?
A
vermeerderingsbedrijf
B
productiebedrijf
C
verwerkingsbedrijf
D
toeleveringsbedrijf
Slide 5 - Quizvraag
Onder welk type valt de koe op de afbeelding?
A
melktype
B
melk-vleestype
C
vleestype
D
gezelschapstype
Slide 6 - Quizvraag
Een MRIJ koe is een dubbeldoelras. De Holstein Frisian koe is een melktypisch ras. Wat produceert een MRIJ koe gemiddeld genomen ten opzichte van een Holstein Frisian koe?
A
minder melk en meer vlees
B
minder melk en minder vlees
C
meer melk en meer vlees
D
meer melk en minder vlees
Slide 7 - Quizvraag
Wat houdt de term bronstig in?
A
drachtige periode
B
koorts periode
C
vruchtbare periode
D
werp periode
Slide 8 - Quizvraag
Hoe heet het als een zeug bronstig is?
A
berig
B
drachtig
C
loops
D
tochtig
Slide 9 - Quizvraag
A
gerst
B
gras
C
maïs
D
soja
Slide 10 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je verschillende konijnen....
A
rassen
B
types
C
soorten
D
variaties
Slide 11 - Quizvraag
Dit zijn twee verschillende .....
A
rassen
B
types
C
soorten
D
variaties
Slide 12 - Quizvraag
Een haan krijgt een mooi verenkleed wat voor kenmerk is dit?
A
primair geslachtskenmerk
B
secundair geslachtskenmerk
C
tertiair geslachtskenmerk
D
non-binair geslachtskenmerk
Slide 13 - Quizvraag
Wat voor type stal zie je op de afbeelding?
A
serrestal
B
ligboxenstal
C
potstal
D
grupstal
Slide 14 - Quizvraag
Welk type stal zie je op de foto?
A
grupstal
B
ligboxenstal
C
potstal
D
serrestal
Slide 15 - Quizvraag
Welk bewering over biologische boeren klopt niet?
A
ze gebruiken natuurlijke bestrijdingsmiddelen
B
ze houden rekening met dierenwelzijn
C
de producten zijn goedkoper dan van reguliere bedrijven
D
ze houden rekening met de natuur
Slide 16 - Quizvraag
Op deze koeienstal liggen zonnepanelen dit is een voorbeeld van?
A
een biologische bedrijf
B
een regulier bedrijf
C
een duurzaam bedrijf
D
een intensief bedrijf
Slide 17 - Quizvraag
Het schaap is een planteneter. Dit noem je ook wel een?
A
omnivoor
B
carnivoor
C
insectivoor
D
herbivoor
Slide 18 - Quizvraag
Wat voor eter is een hamster?
A
omnivoor
B
carnivoor
C
insectivoor
D
herbivoor
Slide 19 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je het gebit van een?
A
alleseter
B
vleeseter
C
insecteneter
D
planteneter
Slide 20 - Quizvraag
Op de afbeelding zie je een voorbeeld van?
A
ruwvoer
B
krachtvoer
C
groenvoer
D
blikvoer
Slide 21 - Quizvraag
Klauwtjes bekappen is een voorbeeld van
A
periodieke verzorging
B
tijdelijke verzorging
C
permanente verzorging
D
dagelijkse verzorging
Slide 22 - Quizvraag
Wat is geen voorbeeld van automatisering binnen een melkveebedrijf?