In een rechtsstaat heeft de rechterlijke macht (rechters) het laatste woord.
De rechter streeft naar rechtvaardigheid: de overtreding van een regel en de straf voor die overtreding moeten met elkaar in verhouding zijn.
De rechtvaardigheid neemt toe als een rechter objectief kan oordelen over een zaak.
Slide 13 - Tekstslide
De rechters in Nederland zijn:
- onafhankelijk
- onpartijdig
- van onbesproken gedrag
Als een verdachte vindt dat de rechter niet objectief is kan hij deze wraken: de rechter moet dan vervangen worden voor een andere rechter.
De rechters in Nederland zijn:
- onafhankelijk
- onpartijdig
- van onbesproken gedrag
Als een verdachte vindt dat de rechter niet objectief is kan hij deze wraken: de rechter moet dan vervangen worden voor een andere rechter.
Slide 14 - Tekstslide
Rechtspraak in Nederland
de rechtbank
het gerechtshof
de Hoge raad der Nederlanden
Hier worden in principe alle rechtszaken behandeld door de rechter. De rechter spreekt een vonnis uit
Als je het niet eens bent met het vonnis van de rechtbank, kun je in hoger beroep gaan. Het gerechtshof doet de rechtszaak opnieuw en een nieuwe uitspraak
Als je het ook niet eens bent met de uitspraak van het gerechtshof, kan de verdachte de Hoge raad inschakelen. De Hoge raad doet de zaak niet over, maar controleert de uitspraak van de vorige rechters
Slide 15 - Tekstslide
rechtvaardigheid
Slide 16 - Woordweb
Slide 17 - Video
Burgers kunnen een advocaat in de arm nemen als ze met een rechtszaak te maken krijgen. Heb je hier geen geld voor? Dan kun je een pro-Deoadvocaat inschakelen.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Hoe komt een rechter tot zijn oordeel?
Een rechter gebruikt rechtsbronnen om te komen tot zijn oordeel. De volgende bronnen worden hiervoor gebruikt:
- wetten: deze zijn opgeschreven in het wetboek. In Nederland kennen we er meer dan 2000.
- verdragen: de rechter baseert zich op internationale afspraken en wetten (universele verklaring rechten van de mens).
- jurisprudentie: de rechter gaat na welke beslissingen rechters in een vergelijkbare rechtszaak zijn genomen.
- gewoonte: gewoonten kunnen zo ingeburgerd zijn dat mensen ze als 'recht' beschouwen zonder dat het ergens opgeschreven is.
Slide 20 - Tekstslide
De rechter gaat na welke beslissingen rechters in een vergelijkbare rechtszaak zijn genomen.
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte
Slide 21 - Quizvraag
De rechter baseert zich op internationale afspraken en wetten
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte
Slide 22 - Quizvraag
Normen en waarden kunnen zo ingeburgerd zijn dat mensen ze als 'recht' beschouwen zonder dat het ergens opgeschreven is
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte
Slide 23 - Quizvraag
Deze zijn opgeschreven in het wetboek. In Nederland kennen we er meer dan 2000
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte
Slide 24 - Quizvraag
6.3 Waar haal ik mijn recht?
Iedere burger kan een beroep doen op de wet en op het recht. Vier rechtsgebieden:
burgerlijk recht: gaat over zaken tussen burgers onderling en tussen burgers en rechtspersonen.
bestuursrecht: gaat over hoe de overheid het land moet besturen.
strafrecht: gaat over wat burgers in Nederland wel en niet mogen doen. 4.staatsrecht: gaat over de organisatie van de Nederlandse staat.
Slide 25 - Tekstslide
Niet eens met een beslissing van een overheidsinstantie?
regeling bezwaar en beroep
bezwaarschrift indienen bij de overheidsinstelling
Slide 26 - Tekstslide
Als iemand nieuw is in Nederland, heeft hij een inburgeringsplicht.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht
Slide 27 - Quizvraag
Als iemand getrouwd is en wil scheiden
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht
Slide 28 - Quizvraag
Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht
Slide 29 - Quizvraag
Als iemand beroofd is, kan hij aangifte doen bij de politie.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Video
6.4. Welke straf is rechtvaardig?
Bij een wetsovertreding krijgt iemand te maken met het strafrecht. In het Wetboek van Strafrecht staan alle strafbare feiten beschreven. Ook wordt de strafmaat beschreven: soort straf en de hoogte van de straf.
Strafbare feiten
Overtredingen
lichte strafbare feiten
Misdrijven
zwaardere strafbare feiten
Slide 32 - Tekstslide
Strafblad
Haltstraf
Bureau halt
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Video
Slide 35 - Video
Overtredingen worden vaak afgedaan met een schikking: een geldboete.
Voor ieder strafbaar feit staat er in het wetboek een maximumstraf.
Het OM heeft bij een strafbaar feit de leiding over een strafrechtelijk onderzoek. Een officier van justitie leidt namens het OM het onderzoek.
Slide 36 - Tekstslide
Casus: er is een winkel overvallen.
verdachte wordt opgepakt door de politie
de verdachte wordt overgedragen aan de officier van justitie
de officier van justitie bepaalt of de verdachte vervolgd zal worden en welke straf de verdachte zou moeten krijgen
de verdachte wordt gedagvaard en moet voor de rechter verschijnen
na veroordeling is verdachte de dader
Slide 37 - Tekstslide
Wie bepaalt of de verdachte vervolgd zal worden en welke straf de verdachte zou moeten krijgen?
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie
Slide 38 - Quizvraag
Leidt namens het OM het onderzoek
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie
Slide 39 - Quizvraag
Heeft bij een strafbaar feit de leiding over het strafrechtelijk onderzoek
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie
Slide 40 - Quizvraag
Slide 41 - Video
Slide 42 - Video
Slide 43 - Video
doorrijden na een aanrijding
A
overtreding
B
misdrijf
Slide 44 - Quizvraag
openbare dronkenschap
A
overtreding
B
misdrijf
Slide 45 - Quizvraag
wildplassen
A
overtreding
B
misdrijf
Slide 46 - Quizvraag
handel in drugs, kweken van hennep
A
overtreding
B
misdrijf
Slide 47 - Quizvraag
aantekening op het strafblad en geldboete, taakstraf of gevangenisstraf