H6 Welke rechten heb ik als burger?

H6 Welke rechten heb ik als burger?
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 14 videos.

Onderdelen in deze les

H6 Welke rechten heb ik als burger?

Slide 1 - Tekstslide

Intro
6.1 Wat staat er in de Grondwet?
6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?
6.3 Waar haal ik mijn recht?
6.4 Welke straf is rechtvaardig?

Slide 2 - Tekstslide

Rechten

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

6.1 Wat staat er in de grondwet?
Nederland is een rechtstaat, voordelen? Iedereen moet zich in Nederland aan de wet houden. 
De grondwet is de basis van de rechtstaat -> er zijn 23 grondrechten.
Grondrechten worden ook wel vrijheidsrechten genoemd. 

Doel: de grondrechten beschermen de burger (tegen de overheid). 




Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden grondrechten
Artikel
Vrijheidsrecht
Wat mag je door dit recht?
1.
gelijke behandeling
iedereen heeft recht op een gelijke behandeling en mag niet gediscrimineerd worden
7.
vrijheid van meningstuiting
je mag zeggen en schrijven wat je denkt
6.
vrijheid van godsdienst of levensovertuiging
je mag geloven wat je wilt en leven volgens je geloofsovertuiging

Slide 6 - Tekstslide

Sociale grondrechten
In de Grondwet staan niet alleen vrijheidsrechten maar ook sociale grondrechten. De belangrijkste staan op blz. 188
Voorbeelden:


Werkgelegenheid
de overheid moet ervoor zorgen dat iedereen heeft kans op werk en kan werken
Woongelegenheid
de overheid moet ervoor zorgen dat mensen een woning hebben 

Slide 7 - Tekstslide

Vind jij dat je alles mag schrijven/zeggen? Ook als dit discriminerend is? Neem een standpunt in en leg je antwoord uit.

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

https://www.bd.nl/werk/hoe-mirjam-vrouwen-inspireert-na-strijd-met-wehkamp-allemaal-herkenbare-schrijnende-verhalen~a60adee0/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

6.2 Hoe rechtvaardig is de rechtsstaat?
In een rechtsstaat heeft de rechterlijke macht (rechters) het laatste woord.
De rechter streeft naar rechtvaardigheid: de overtreding van een regel en de straf voor die overtreding moeten met elkaar in verhouding zijn. 

De rechtvaardigheid neemt toe als een rechter objectief kan oordelen over een zaak. 

Slide 13 - Tekstslide

De rechters in Nederland zijn:
- onafhankelijk
- onpartijdig 
- van onbesproken gedrag 

Als een verdachte vindt dat de rechter niet objectief is kan hij deze wraken: de rechter moet dan vervangen worden voor een andere rechter.
De rechters in Nederland zijn:
- onafhankelijk
- onpartijdig
- van onbesproken gedrag

Als een verdachte vindt dat de rechter niet objectief is kan hij deze wraken: de rechter moet dan vervangen worden voor een andere rechter.

Slide 14 - Tekstslide

Rechtspraak in Nederland
de rechtbank
het gerechtshof
de Hoge raad der Nederlanden
Hier worden in principe alle rechtszaken behandeld door de rechter. De rechter spreekt een vonnis uit
Als je het niet eens bent met het vonnis van de rechtbank, kun je in hoger beroep gaan. Het gerechtshof doet de rechtszaak opnieuw en een nieuwe uitspraak 
Als je het ook niet eens bent met de uitspraak van het gerechtshof, kan de verdachte de Hoge raad inschakelen. De Hoge raad doet de zaak niet over, maar controleert de uitspraak van de vorige rechters

Slide 15 - Tekstslide

rechtvaardigheid

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Burgers kunnen een advocaat in de arm nemen als ze met een rechtszaak te maken krijgen. Heb je hier geen geld voor? Dan kun je een pro-Deoadvocaat inschakelen. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Hoe komt een rechter tot zijn oordeel?
Een rechter gebruikt rechtsbronnen om te komen tot zijn oordeel. De volgende bronnen worden hiervoor gebruikt:

- wetten: deze zijn opgeschreven in het wetboek. In Nederland kennen we er meer dan 2000. 
- verdragen: de rechter baseert zich op internationale afspraken en wetten (universele verklaring rechten van de mens). 
- jurisprudentie: de rechter gaat na welke beslissingen rechters in een vergelijkbare rechtszaak zijn genomen. 
- gewoonte: gewoonten kunnen zo ingeburgerd zijn dat mensen ze als  'recht' beschouwen zonder dat het ergens opgeschreven is. 

Slide 20 - Tekstslide

De rechter gaat na welke beslissingen rechters in een vergelijkbare rechtszaak zijn genomen.
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte

Slide 21 - Quizvraag

De rechter baseert zich op internationale afspraken en wetten
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte

Slide 22 - Quizvraag

Normen en waarden kunnen zo ingeburgerd zijn dat mensen ze als 'recht' beschouwen zonder dat het ergens opgeschreven is
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte

Slide 23 - Quizvraag

Deze zijn opgeschreven in het wetboek. In Nederland kennen we er meer dan 2000
A
Wetten
B
Verdragen
C
Jurisprudentie
D
Gewoonte

Slide 24 - Quizvraag

6.3 Waar haal ik mijn recht?
Iedere burger kan een beroep doen op de wet en op het recht.  Vier rechtsgebieden:
  1. burgerlijk recht: gaat over zaken tussen burgers onderling en tussen burgers en rechtspersonen.
  2. bestuursrecht: gaat over hoe de overheid het land moet besturen.
  3. strafrecht: gaat over wat burgers in Nederland wel en niet mogen doen.
    4.staatsrecht: gaat over de organisatie van de Nederlandse staat.

Slide 25 - Tekstslide

Niet eens met een beslissing van een overheidsinstantie?
 regeling bezwaar en beroep  


 bezwaarschrift indienen bij de overheidsinstelling


Slide 26 - Tekstslide

Als iemand nieuw is in Nederland, heeft hij een inburgeringsplicht.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht

Slide 27 - Quizvraag

Als iemand getrouwd is en wil scheiden
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht

Slide 28 - Quizvraag

Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder mag stemmen.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht

Slide 29 - Quizvraag

Als iemand beroofd is, kan hij aangifte doen bij de politie.
A
burgerlijk recht
B
bestuursrecht
C
strafrecht
D
staatsrecht

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

6.4. Welke straf is rechtvaardig?
Bij een wetsovertreding krijgt iemand te maken met het strafrecht. In het Wetboek van Strafrecht staan alle strafbare feiten beschreven. Ook wordt de strafmaat beschreven: soort straf en de hoogte van de straf. 

Strafbare feiten
Overtredingen
lichte strafbare feiten
Misdrijven
zwaardere strafbare feiten

Slide 32 - Tekstslide

  • Strafblad 
  • Haltstraf
  • Bureau halt 

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

Overtredingen worden vaak afgedaan met een schikking: een geldboete.
Voor ieder strafbaar feit staat er in het wetboek een maximumstraf. 
Het OM heeft bij een strafbaar feit de leiding over een strafrechtelijk onderzoek. Een officier van justitie leidt namens het OM het onderzoek. 

Slide 36 - Tekstslide

Casus: er is een winkel overvallen.

verdachte wordt opgepakt door de politie
de verdachte wordt overgedragen aan de officier van justitie
de officier van justitie bepaalt of de verdachte vervolgd zal worden en welke straf de verdachte zou moeten krijgen
de verdachte wordt gedagvaard en moet voor de rechter verschijnen 
na veroordeling is verdachte de dader

Slide 37 - Tekstslide

Wie bepaalt of de verdachte vervolgd zal worden en welke straf de verdachte zou moeten krijgen?
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie

Slide 38 - Quizvraag

Leidt namens het OM het onderzoek
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie

Slide 39 - Quizvraag

Heeft bij een strafbaar feit de leiding over het strafrechtelijk onderzoek
A
Openbaar Ministerie (OM)
B
Officier van justitie

Slide 40 - Quizvraag

Slide 41 - Video

Slide 42 - Video

Slide 43 - Video

doorrijden na een aanrijding
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 44 - Quizvraag

openbare dronkenschap
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 45 - Quizvraag

wildplassen
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 46 - Quizvraag

handel in drugs, kweken van hennep
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 47 - Quizvraag

aantekening op het strafblad en geldboete, taakstraf of gevangenisstraf
A
overtreding
B
misdrijf

Slide 48 - Quizvraag

Rechtsgang in Nederland

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Video

Slide 51 - Video