220916 spelling §4 en lezen §1.2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom H1a! 

We beginnen gelijk met lezen, dus pak je leesboek!

Lezen

Wat gaan we doen?

1. Herhaling spelling §1, 2 en 3
   
2. Uitleg spelling §4 + oefenen
3. Pauze
4. Uitleg lezen §1.2 + oefenen

Welk woord schrijf ik niet met een hoofdletter?

1. December
2. Pieter
3. Mercedes
4. Maastricht

Kies het juiste bijvoeglijk naamwoord:

De ...... (laat) leerling moest een briefje halen.

1. laat
2. late
3. laate
4. laten

Geef het meervoud van 'stem'.

Wat gaan we doen?

1. Herhaling spelling §1, 2 en 3
   
2. Uitleg spelling §4 + oefenen
3. Pauze
4. Uitleg lezen §1.2 + oefenen

Spelling §4 uitleg

Opdracht: Schrijf de verkleinwoorden van onderstaande woorden:

1. blad
2. centrum
3. ding
4. buggy
5. opa
6. pudding
7. wc
8. taxi

Aan de slag

Maak opdracht 2 en 3 van spelling §4 (blz. 251)

Klaar? Kijk je huiswerk dan vast na met de nakijkboekjes.

Pauze

Wat gaan we doen?

1. Herhaling spelling §1, 2 en 3
   
2. Uitleg spelling §4 + oefenen
3. Pauze
4. Uitleg lezen §1.2 + oefenen

Als ik het onderwerp van de tekst moet noemen, dan

1. lees ik de tekst helemaal.
2. lees ik de tekst globaal.
3. lees ik de tekst oriënterend.
4. lees ik de tekst zoekend.

Als ik wil weten wat er in elke alinea besproken wordt, dan

1. lees ik elke alinea.
2. lees ik de eerste en laatste regel van elke alinea.
3. scan ik de tekst even op dikgedrukte woorden en tussenkopjes.
4. lees ik alleen de eerste alinea.

Als ik een moeilijk woord tegenkom en ik heb geen google of woordenboek bij de hand, dan

1. lees ik gewoon door en doe alsof ik het begrijp.
2. gebruik ik een woordraadstrategie.

We bekijken een filmpje..

Aan de slag

Maak uit je boek van lezen §1 opdracht 5 en 6. 

Klaar? Dan lees je verder uit je boek.

Volgende les:

Oefentoetsje spelling H1 t/m 4

Dit gaat over: 

• Hoofdletters
• Leestekens
• Bijvoeglijk naamwoorden
• Meervouden
• Verkleinwoorden

Verder met lezen §1

Moeilijke woorden in een tekst begrijpen zonder woordenboek.