Leren voor de toets pluriforme samenleving

Leren voor de toets pluriforme samenleving
H3/4/5
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leren voor de toets pluriforme samenleving
H3/4/5

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Arbeidsmigranten 
vroeger

NL haalde mensen actief naar hier om te werken in de fabrieken

De arbeidsmigranten kwamen uit:
Italië, Spanje, Griekenland,
Turkije en Marokko

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Arbeidsmigranten
nu
Binnen de EU mag je vrij reizen en werken.
Mensen uit Polen, Bulgarije en Roemenië komen hier werken.
Zij verdienen hier meer en wij hebben ze nodig.



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wetten en verdragen (blz. 30)
Alle lidstaten van de EU moeten zich houden aan de volgende wetten en verdragen:
  • Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
  • Europees verdrag voor de Rechten van de Mens
  • Vluchtelingenverdrag van Genève
  • Verdrag van Schengen




Slide 18 - Tekstslide

Wetten en verdragen:
Europees verdrag voor de rechten van de mens:

Is de Europese versie van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: 
Nederland mag niet discrimineren en alle mensen (dus ook nieuwkomers) hebben vrijheden en rechten.

Dus ook recht op gezinshereniging en gezinsvorming.

Slide 19 - Tekstslide

wetten en verdragen
Het vluchtelingenverdrag van Genève




De deelnemende landen beloven om niemand terug te sturen die vervolgd wordt: hierdoor asielprocedure.

Slide 20 - Tekstslide

Wetten en verdragen
Verdrag van Schengen:

Hierin in afgesproken dat burgers binnen deze landen vrij mogen wonen en werken waar 
ze willen.

Slide 21 - Tekstslide

FORT EUROPA
restrictief toelatingsbeleid: Europa heeft strenge regels over het toelaten van buitenlanders 

bijv. deal met Turkije om daar vluchtelingen op te vangen 


Slide 22 - Tekstslide

Wie mag in Nederland wonen?
WEL BLIJVEN 
  • Inwoners uit de EU die hier willen wonen/werken 
  • Politieke vluchtelingen 
  • kennismigranten (buiten EU hoge opleiding)

NIET BLIJVEN 
  • economische migranten van buiten EU 

Slide 23 - Tekstslide

De asielprocedure
IND = Immigratie- en Naturalisatiedienst
(Bepaalt wie wordt toegelaten en wie niet)

Slide 24 - Tekstslide

Als een asielzoeker niet mag blijven van de IND kan hij in beroep gaan. De rechter kijkt dan of iemand terecht is uitgewezen. 
Als een asielzoeker niet in Nederland mag blijven, maar niet terugkeert naar het land van herkomst dan is hij illegaal in Nederland. 

Slide 25 - Tekstslide

Op welke manieren kunnen groepen samen in een land leven?
Hoe gaan de verschillende groepen in de samenleving met elkaar om? Leven ze langs elkaar heen of doen ze ook dingen samen?
Er zijn drie manieren van samenleven in een land:
1. segregatie
2. assimilatie
3. integratie

Slide 26 - Tekstslide

Segregatie
Als groepen in een land helemaal gescheiden van elkaar leven, noemen we dat segregatie. 
De groepen hebben dan hun eigen wijken, winkels, scholen, enzovoorts.

Vroeger bestond er (gedwongen) segregatie  in Amerika (filmpje) en Zuid-Afrika.

Mensen kunnen hier ook zelf voor kiezen: Nederlandse wijken in Spanje bijvoorbeeld.

Slide 27 - Tekstslide

Assimilatie
Het tegenovergestelde van segregatie is assimilatie. Dit betekent dat een bevolkingsgroep zich helemaal aanpast aan de dominantie cultuur, zodat de eigen cultuur (bijna) verdwijnt. Assimilatie gebeurt gedwongen.
Vroeger bestond er  assimilatie in Canada.
Nu in China (filmpje)

Slide 28 - Tekstslide

Integratie
Integreren betekent dat mensen zich gedeeltelijk aanpassen aan de dominante cultuur.
Ze behouden ook hun eigen cultuur.

Integratie kan niet van één kant komen. 
Als nieuwkomers moeten integreren, moet de samenleving er ook open voor staan.

De Nederlandse overheid is voor integratie.

Slide 29 - Tekstslide

Meningen in de politiek
In Nederland zijn er verschillende meningen over integratie.
Ze zijn grofweg hierin onder te verdelen:
- Sociaaldemocraten
- Christendemocraten
- Liberalen
- Populisten

Slide 30 - Tekstslide

sociaaldemocraten 
Uitgangspunt: samenleving zonder armoede, waarbij iedereen gelijke kansen heeft.
Wie is actief? De overheid
Wat betekent dit? Nieuwkomers helpen met de taal en het vinden van werk.
Partijen: PvdA-groenlinks                                en de SP                         

Slide 31 - Tekstslide

Liberalen 
Uitgangspunten: Burgers vrij laten. Ze zijn zelf verantwoordelijk.
Wie is actief? Burgers zelf, overheid bemoeit zich er niet mee.
Wat betekent dit? Nieuwkomers moeten zelf zorgen dat ze de taal leren en aan werk komen. Tegelijkertijd moet je afkomst geen invloed hebben op je positie in de samenleving.
Partijen: VVD                               en d'66             

Slide 32 - Tekstslide

Christendemocraten
Uitgangspunt: normen en waarden van de bijbel
Wie is actief? Burgers, als het niet lukt helpt de overheid
Wat betekent dit? Leven volgens de Nederlandse, christelijke waarden en normen. Geen andere feestdagen.
Partijen: CDA, Christen Unie, SGP

Slide 33 - Tekstslide

Populisten
Uitgangspunt: Gaan uit van wat het volk wil. Willen eigenlijk geen pluriforme samenleving.
Wat betekent dit? Vinden de Islam een bedreiging voor de Nederlandse cultuur. Geen nieuwe moskeeën en islamitische scholen.
Nieuwkomers moeten zich aan Nederland aanpassen, niet andersom.
Partijen: PVV, BBB en                                                  (Forum voor Democratie)

Slide 34 - Tekstslide

Tweedeling in Europa
Protectionisten: 
Angst voor verlies eigen dominante cultuur. 
Willen immigratie stoppen, geen vluchtelingen opnemen. 
Beschermen eigen land. Willen eigenlijk niet in EU.

Internationalisten: 
Immigratie hoort bij deze wereld en is niet te stoppen. 
Het is belangrijk om als Europese landen samen te werken 
om een rol in de wereld te kunnen spelen.
Merkel: 2:10

Slide 35 - Tekstslide

5.1: Integratie verloopt in 3 fasen

Slide 36 - Tekstslide

integratie verloopt in drie fasen
1. autochtonen en nieuwkomers mijden elkaar.

2. botsingen, conflicten tussen groepen

3. acceptatie van elkaar

Slide 37 - Tekstslide

Fase 1: vermijding
nieuwkomers en autochtonen moeten erg wennen.

gevolg
geen vermenging, mensen gaan om met eigen groep

Slide 38 - Tekstslide

Fase 2: conflicten
door cultuurverschillen ontstaan conflicten.

Over:
-Laat buiten spelen
- Moskee in de wijk
- Kleding

Slide 39 - Tekstslide

Fase 3: aanvaarding
Mensen beseffen dat het land veranderd is en dat dit zo zal blijven. We moeten er samen wat van maken.

Aanvaarding komt van twee kanten door:
respect voor elkaars cultuur en tolerantie.

Slide 40 - Tekstslide

integratie verschilt vaak per generatie
1ste generatie: 
Deze groep besloot naar Nederland te verhuizen.
Houden vaak vast aan eigen cultuur.

2de generatie:
Zijn de kinderen van...
Zij groeien op in  beide culturen, dit is moeilijk.

3de generatie:
Zijn de kinderen van de kinderen....
Zij voelen zich vaak het meest Nederlander, ze zijn hier opgegroeid en weten niet meer hoe het in het land van opa en oma was.

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Stereotypen
Een vooroordeel over een hele groep.

Vooroordelen:
oordeel over iets/iemand, maar niet op basis van feiten.


'Dat wijf is echt dom.'

'Wat een homo.'

'Dat kind is echt vet arrogant.'

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Oorzaken van discriminatie
  • Mensen zoeken een zondebok (dat je iemand de schuld kunt geven):                       "Polen pakken onze banen af" 

  • Het is prettig om bij een groep te horen en jezelf beter te vinden.




  • Soms speelt angst een rol: mensen zijn bang voor alles wat vreemd, anders of onbekend is. Dit noemen we xenofobie. 

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide