3a - préparation CP1 - deel 2

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Vendredi le 18 novembre

• Ik kan de regels van à+bepaald lidwoord en de+bepaald lidwoord toepassen om aan te geven waar ik ben/naartoe ga en van wie/wat iets is (A2).
  
  
• Ik ben voorbereid voor deel 2 van CP1 (voca F, Taaldorp, Jeanne d'Arc).
  
  
• Ik kan een gesprek / tekst over vrije tijd begrijpen en de verleden tijd herkennen in dergelijke teksten (A2).
  

Subdoel 2

à + le/la/l'/les

à = in, naar, op, bij

Je vais au match de foot.               (le match      -->     à + le = au)

Je vais aux matchs de foot.          (les matchs  -->     à + les = aux)

Je vais à la cantine.

Je vais à l'école.

de + le/la/l'/les

de= van

L'arbitre du match de foot.               (le match      -->  de + le = du)

L'arbitre des matchs de foot.          (les matchs  -->  de + les = des)

L'arbitre de la compétition.

L'arbitre de l'équipe.

du / de la / de l' / des

Le stylo ____ prof.

Les stylo _____ profs.

La jupe _______ femme.

Le directeur _______ école.

au / à la / à l' / aux

Il va _____ prof.

Il va _______ profs.

Il va _____ directrice.

Il va _______ école.

Kijk naar het woord achter de opening.
 

1. Mannelijk/vrouwelijk - Enkelvoud/meervoud?

2. Enkelvoud beginnend met klinker / stomme h?

Maak dan de juiste keuze!

Oefen dit in Bron D van chapitre 2.

Je vais _______________ école cinq jours par semaine.

1. au
2. à la
3. aux
4. à l'

Je rentre _____________ maison à trois heures.

1. au
2. à la
3. aux
4. à l'

J’habite ______________ Pays-Bas, à Zaltbommel.

1. au
2. à la
3. aux
4. à l'

Je reste ______________ hôtel pendant quatre jours.

1. au
2. à la
3. aux
4. à l'

Je vais _______________ collège Cambium.

1. au
2. à la
3. aux
4. à l'

Qu’est-ce que vous pensez _________ musique néerlandaise?

1. du
2. de la
3. des
4. de l'

C’est le jean _________________ garçon.

1. du
2. de la
3. des
4. de l'

Je vais acheter __________________ tomates au marché.

1. du
2. de la
3. des
4. de l'

Préparation deel 2 van CP1

• Voca F
• Taaldorp: chez le journaliste t/m 20
• Jeanne d'Arc

Niet mee oefenen voor het CP?
Maak bron A en B van chapitre 2, in stilte voor jezelf (subdoel 1).

mannelijke woorden

vrouwelijke woorden

bijvoeglijke naamwoorden

werkwoorden

une naissance =

cacher =

car =

vroeger =

de hoofden =

wij helpen =

Pak je Taaldorpboekje. Stel jezelf voor met behulp van zin 1 t/m 20.
Vertel je: naam, leeftijd, school, klas, broers/zussen, vakken die je leuk vindt.

Pak je Taaldorpboekje. Vertel welke dag in welk seizoen het vandaag is en wat voor weer het is.

Tu t'appelles comment ?

Comment tu vas à l'école ?

C'est quand, ton anniversaire ?

Quel temps fait-il ?

Jeanne d'Arc

Werk nu verder aan bron AB van chapitre 2.

Klaar? Doe voor jezelf de check!

Évaluation 1: hoe bepaal je of je au/à la/à l'/aux // du/de l'/de la/des gebruikt?

Évaluation 2: hoe scoor je makkelijk punten bij de Taaldorpopdrachten op het CP?

Évaluation 3: welke uitdrukking hoort bij het praten over het weer in het FR?

Évaluation 4: wat maakt Jeanne d'Arc zo bijzonder voor Frankrijk?

Vendredi le 18 novembre

• Ik kan de regels van à+bepaald lidwoord en de+bepaald lidwoord toepassen om aan te geven waar ik ben/naartoe ga en van wie/wat iets is (A2).
  
  
• Ik ben voorbereid voor deel 2 van CP1 (voca F, Taaldorp, Jeanne d'Arc).
  
  
• Ik kan een gesprek / tekst over vrije tijd begrijpen en de verleden tijd herkennen in dergelijke teksten (A2).
  

Merci

et bonne chance !