Tijdvak 5

1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de naam van het tijdvak (16e eeuw)?
A
Tijd van ontdekkers en expansie
B
Tijd van ontdekkers en reformatie
C
Tijd van renaissance en hervormers
D
Tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Handelskapitalisme: een systeem waarbij de kooplieden hun winst meteen weer investeren in de uitbreiding van de internationale handel

Slide 6 - Tekstslide

factorijen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een factorij?
A
Versterkte handelsnederzetting
B
Plantage kolonie
C
Kazerne voor VOC militairen
D
Fabriek voor zijde

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ontdekkingsreizen
Renaissance
Geloof
Reformatie
Klassieke erfgoed
Europese expansie
Conquistadores
Cartografie
Cuius regio, eius religio
carpe diem
De mens centraal
Aflaat

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Tekstslide

KA: Het begin van de Europese
overzeese expansie

Slide 14 - Woordweb

Een oorzaak van de ontdekkingsreizen was
A
het bewijs van Columbus dat de aarde rond is
B
de Portugese wens om een koloniaal rijk te stichten
C
de val van Constantinopel, 1453
D
de hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Waardoor kwamen de Italiaanse stadstaten tot bloei vanaf de tweede helft van de middeleeuwen?
A
Door de vrijheid in de stad trokken er veel horigen naar de steden
B
De veiligheid in de Italiaanse stadstaten trok veel mensen aan, onder wie handelaren
C
Vanwege de centrale ligging, wat goed was voor de handel
D
De kleine stadstaten werden zeer efficiënt bestuurd

Slide 20 - Quizvraag

De val van Constantinopel (1453) had o.a. de volgende gevolgen:
A
De Europeanen gingen een eigen zeeroute naar Azië zoeken
B
Er kwam een einde aan het West-Romeinse Rijk
C
De verovering van Constantinopel door de Turken maakte definitief een einde aan de Europese kruistochten
D
Veel geleerden vluchtten naar Italië en gaven een impuls aan de renaissance / het humanisme

Slide 21 - Quizvraag

De Renaissance markeert een overgang van de middeleeuwen naar de (vroeg)moderne tijd. De volgende vier groepen veranderingen worden in de video besproken:
A
kunst, literatuur, geneeskunde, astronomie
B
kunst, astronomie, godsdienst, geneeskunde
C
kunst, geneeskunde, astronomie, handel
D
kunst, literatuur, bouwkunst, astronomie

Slide 22 - Quizvraag

De volgende begrippen passen bij de renaissance:
A
memento mori
B
carpe diem
C
homo universalis
D
Vesalius

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Noem de eerste drie kenmerkende aspecten van tijdvak 5

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Wat is "reformatie"?
A
hervormen
B
refreshen
C
vernieuwen
D
verbeteren

Slide 29 - Quizvraag

Welk woord moet weg?
A
reformatie
B
contrareformatie
C
renaissance
D
protestantisme

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Video

Welke misstanden in de kerk zie
je in het filmfragment?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Slide 35 - Tekstslide

Luther vond de Katholieke kerk ...
A
Super leuk
B
Ziek
C
Te machtig
D
Luther geloofde niet in god

Slide 36 - Quizvraag

Luther geloofde dat je alleen in de hemel kon komen door...
A
te luisteren naar de geestelijken
B
een aflaat te kopen
C
je eigen keuzes te maken
D
oprecht geloof gebaseerd op de bijbel

Slide 37 - Quizvraag

De opbrengsten van de aflatenhandel werd gebruikt voor de bouw van de Sint Pieter in Rome
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quizvraag

Welke twee zinnen zijn juist?
timer
0:10
A
Erasmus' kritiek was vergelijkbaar met Luther
B
Luther vertaalde de bijbel in het Nederlands
C
Een ander woord voor hervorming is Renaissance
D
Zonder boekdrukkunst had Luther veel minder aanhangers gehad

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Wie is wie?
A
Luther, Calvijn, Erasmus
B
Calvijn, Erasmus, Luther
C
Calvijn, Luther, Erasmus
D
Erasmus, Calvijn, Luther

Slide 41 - Quizvraag

Zelf de Bijbel bestuderen
A
Erasmus
B
Luther
C
Calvijn
D
allemaal

Slide 42 - Quizvraag

Predestinatie hoort bij ...
A
Luther
B
Calvijn

Slide 43 - Quizvraag

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 47 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 48 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 49 - Quizvraag