pers vnw 3e naamval

ich
du
er
sie
es

    mir

    dir
   
   ihm

    ihr


   ihm
1 / 17
volgende
Slide 1: Sleepvraag
DuitsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

ich
du
er
sie
es

    mir

    dir
   
   ihm

    ihr


   ihm

Slide 1 - Sleepvraag

wir
ihr
sie
Sie

   uns

   euch

  ihnen

  Ihnen

Slide 2 - Sleepvraag

Slide 3 - Tekstslide

Onderwerp/ lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp bepalen
Ik heb jou een kus gegeven
1e naamval: wie/ wat + gezegde > HIJ
4e naamval: wat/ wie + gezegde + onderwerp > HEM
3e naamval: aan/voor wie+ gezegde+ onderwerp+ lijdend voorwerp > AAN HEM

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in deze zin?
Er schreibt ihr eine E-mail.

Slide 5 - Open vraag

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Ich habe dir dein Ticket gegeben.

Slide 6 - Open vraag

Wir erzählen ....... (jullie) ein Geheimnis.
A
ihr
B
uns
C
euch
D
ihnen

Slide 7 - Quizvraag

Ich sage ..... (hij/ hem) morgen die Wahrheit.
A
er
B
ihm
C
ihn
D
sie

Slide 8 - Quizvraag

Kommst du zu ... (ik/ mij)?
A
mein
B
mich
C
ich
D
mir

Slide 9 - Quizvraag

....... (jullie) könnt mich nicht im Stich lassen.
A
ihr
B
euch
C
ihnen
D
wir

Slide 10 - Quizvraag

Meine Oma hat Geburtstag. Ich schenke ...... (zij/ haar) Blumen.
A
sie
B
es
C
ihr
D
ihm

Slide 11 - Quizvraag

Er ist bei ... (jullie).
A
ihr
B
euer
C
euch
D
uns

Slide 12 - Quizvraag

Leihen Sie ...... (ik/ mij) Ihr Auto?
A
ich
B
mir
C
Ihnen
D
uns

Slide 13 - Quizvraag

Hast du ....... (zij mv./ hen) den Schlüssel gegeben?
A
uns
B
ihr
C
ihn
D
ihnen

Slide 14 - Quizvraag

Hast ...... (jij/ jou) ihr alles gesagt?
A
du
B
dir
C
sie
D
dich

Slide 15 - Quizvraag

Was hat sie mit ... (jij/ jou) gemacht?
A
dich
B
dir
C
du
D
ihm

Slide 16 - Quizvraag

Gibst du ...... (wij/ ons) die Handtücher?
A
wir
B
ihr
C
uns
D
ihnen

Slide 17 - Quizvraag