Deutsch 2Aa les 2 Woche 14

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Deutsch

Programm

Anwesenheit

Lernziel

Lernbox

Redemittel

Fälle

du/Sie

lernen

Lernziel kontrollieren

Lernziel

Aan het einde van de les ben je klaar voor de toets

Prüfung

19. Dezember

Toets bestaat uit: 

-Leestekst

-de derde naamval (Seite 12)

-du of Sie (Seite 20)

-Werkwoorden met de 1e, 3e of 4e naamval (Seite 21)

-Persoonlijk vnw in de 3e en 4e naamval (Seite 35)

Prüfung

Lernbox Lektion 1-6 (Seite 50-53)

Redemittel (Seite 51-53)

Lernbox

10 Wörter

1.zubereiten

2.das Geschäft

3.das Frühstück

4.die Kartoffel

5.der Anfänger

6.der Konditor

7.die Erdnussbutter

8.de vork

9.de pasta

10.de mosterd

Antworten

1.klaarmaken

2.de winkel

3.het ontbijt

4.de aardappel

5.de beginner

6.de banketbakker

7.de pindakaas

Antworten

8.die Gabel

9.die Nudeln

10.der Senf

Redemittel

4 Sätze

Fälle

1 (Mijn) Mutter (v) kommt morgen vorbei. 

2 Ich gebe (haar) Lehrerin (v) Blumen. 

3 Unser Vater hat gestern (een) Hund (m) gekauft.

Fälle

1. ch / Mich habe Sie nicht verstanden.

2 .Er gibt sie / ihr ein Geschenk.

3. Wir kaufen ihm / ihn etwas Schönes.

du/Sie

Wanneer zeg ik du?

Wanneer zeg ik Sie?

Lernziel kontrollieren

Aan het einde van de les ben je klaar voor de toets