3B - 2.2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 2: Geldzaken

Paragraaf 2: Inkomen uit bezit

Vandaag:

- herhaling 2.1

- uitleg 2.2

- rekentrainer

Inkomen uit bezit

1. Rente
2. Huur
3. Pacht
4. Winst
5. Dividend

1. Inkomen uit rente

Rente over je spaargeld.

Hoe is rente ontstaan?

1. Inkomen uit rente

Hoeveel rente krijg je over je spaargeld?

Stap 1: Reken altijd eerst naar 1 procent. Dit doe je door te delen door 100

1. Inkomen uit rente

Hoeveel rente krijg je over je spaargeld?

Stap 1: Reken altijd eerst naar 1 procent. Dit doe je door te delen door 100

Stap 2: Als je 1 procent weet kun je ook het aantal procenten uitrekenen die                    je wilt weten.

                Je doet 1 procent x het aantal procenten dat je moet uitrekenen

1. Inkomen uit rente

Voorbeeld:

Ik heb € 1.650 spaargeld. Ik krijg 1,23% rente. Hoeveel krijg ik na een jaar aan rente?

1. Inkomen uit rente

Voorbeeld:

Ik heb € 1.650 spaargeld. Ik krijg 1,23% rente. Hoeveel krijg ik na een jaar aan rente?

Stap 1: 1.650 / 100 = 16,50

1. Inkomen uit rente

Voorbeeld:

Ik heb € 1.650 spaargeld. Ik krijg 1,23% rente. Hoeveel krijg ik na een jaar aan rente?

Stap 1: 1.650 / 100 = 16,50

Stap 2: 16,50 x 1,23 = € 20,30

1. Inkomen uit rente

Voorbeeld:

Ik heb € 1.650 spaargeld. Ik krijg 1,23% rente. Hoeveel krijg ik na een jaar aan rente?

Stap 1: 1.650 / 100 = 16,50

Stap 2: 16,50 x 1,23 = € 20,30

Of met verhoudingstabel!

2. Inkomen uit huur

3. Inkomen uit pacht

4. Inkomen uit winst

Inkomen uit aandelen

filmpje over aandelen

- Als je aandelen hebt, en deze verkoopt als ze meer waard zijn, maak je winst. 

5. Inkomen uit dividend

- Winstuitkering voor aandeelhouders

Aan de slag!

- Kijk 2.1 na.

- Maak de opdrachten van 2.2 (bladzijde 38-40)

- Maak de rekentrainer van paragraaf 2 (bladzijde 54)

Klaar? 

- Nakijken 2.2