10.1 Botten bewegen

Module 10.1  botten en bewegen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Module 10.1  botten en bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kan een aantal botten benoemen bij naam en weet waar ze zitten
  • Je kent de drie  functies van het skelet
  • Je weet hoe je wervelkolom klappen opvangt
  • Je kent de drie verschillende gewrichten en kan uitleggen hoe ze werken
  • Je kent verschillende botverbindingen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 3 - Tekstslide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.

SKELET


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de afbeelding hiernaast staat het skelet van de mens weergegeven. Een aantal botten staat aangegeven met cijfers.
Sleep de namen van de botten (linkerkant) naar het juiste cijfer.
7
5
6
8
9
10
1
2
3
4
dijbeen
lendenwervel
schouderblad
knieschijf
borstwervel
scheenbeen
heiligbeen
staartbeen
borstbeen
heupbeen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke delen van het menselijk skelet komt het paardenskelet overeen?

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het skelet
  • Een skelet  bestaat uit 206 botten
  •  De botten in je hoofd vormen je schedel
  • Je langste botten zijn  de dijbeenderen
  • Aan de kant  van  pink zit de ellepijp en aan de kant van de duim zit het spaakbeen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies heeft
het skelet?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functies van het skelet
Vorm
Beweging
Stevigheid
Bescherming

Slide 10 - Tekstslide

Eventueel nog de rol van been(merg) bij de vorming van bloedcellen noemen.
Waar bestaan botten uit
  • het skelet bestaat uit been
  • been bestaat uit kalk en lijmstof
  • kalk zorgt voor stevigheid
  • lijmstof zorgt voor buigzaamheid

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraakbeen en been

  • Kraakbeenweefsel bestaat uit kraakbeencellen. Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

  • Beenweefsel bestaat uit beencellen. Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verloop lijmstof en kalkzouten

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
  • Dubbele S-vorm
  • Tussenwervelschijven die bestaan vooral uit kraakbeen.
  • Deze twee eigenschappen zorgt als een  soort schokdemper. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botverbinding
1. Vergroeiing

2.Naadverbinding

3. Kraakbeenverbinding

4 Gewricht
1
2
4
3
Het lijkt alsof je één bot ziet, maar in werkelijkheid zijn het meerdere botten. De afzonderlijke botten kunnen niet bewegen ten opzichte van elkaar. Een voorbeeld hiervan is het heiligbeen. Dit zijn eigenlijk 5 wervels die aan elkaar zijn vergroeid tot een bot.
De botten zitten aan elkaar vast. Tussen de botten zie je een naad. De botten kunnen niet bewegen. In de schedel zijn meerdere botten aan elkaar gegroeid maar blijf je de naden zien. Het blijven dus afzonderlijke botten.
Tussen de botten zit een laagje kraakbeen. Er kan beweging plaatsvinden tussen de botten. Denk aan het borstbeen en de ribben.
Tussen de botten zit een verbinding die voor een goede beweging zorgt. Een bekend gewricht is het kniegewricht. Er zijn verschillende soorten gewrichten. In de leertaak 'gewricht' komt dit verder aan bod.
Fontatellen (wit)
Wat is het nut van het hebben van fontanellen bij pasgeboren baby's? (meerdere antwoorden mogelijk)

Bij de ontwikkeling groeien de hersenen enorm snel. Door de fontanellen kan de schedel snel en goed meegroeien.

De schedeldelen kunnen dan nog bewegen waardoor het hoofdje wat kan krimpen. Handig bij de geboorte.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 Typen gewrichten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw gewrichten

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN?

Slide 18 - Tekstslide

Wisselmoment: vragen?

Kennistest

Slide 19 - Tekstslide

Er volgen nu drie vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Noem 2 functies van het skelet.

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
vergroeiing
naadverbinding
gewrichten
 kraakbeen

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de botten van oudere
mensen zit...?
A
Veel lijmstof en weinig kalk
B
Weinig lijmstof en veel kalk
C
Weinig lijmstof en weinig kalk
D
Veel lijmstof en weinig kalk

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

rolgewricht 
scharnier gewricht
kogel gewricht

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wervelkolom werkt als schokdemper door:
A
Dubbele S-vorm
B
Tussenwervelschijven
C
Dubbele S-vorm en de tussenwervelschijven
D
Gewricht

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste plek 
wervelkolom
staartbeentje
bekken

nekwervel
schedel
ribben

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies