Herhalen grenzen en identiteit

Grenzen en Identiteit 
Herhaling H7, H8, H9 en Casus
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grenzen en Identiteit 
Herhaling H7, H8, H9 en Casus

Slide 1 - Tekstslide

De Pyreneeën vormt een:
A
Harde grens
B
Zachte grens

Slide 2 - Quizvraag

De Pyreneeën vormt een:
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
C
Sociaaleconomische grens
D
Culturele grens

Slide 3 - Quizvraag

Pluriformiteit houdt in dat we zoveel mogelijk 1 identiteit nastreven in Nederland.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noemen we het verschijnsel van het afnemen van de verschillen tussen stad en platteland?
A
Pluriformiteit
B
Mentale verstedelijking
C
Integratie
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 5 - Quizvraag

Bij insluiting...
A
Ga je bij de groep horen
B
Sluit de groep je buiten
C
Ontwikkel je een eigen identiteit
D
Vind je de regionale identiteit belangrijker

Slide 6 - Quizvraag

Welke groepsidentiteit is dit?
Waar horen de vlaggen bij?

Slide 7 - Tekstslide

Exclusiviteit
Soevereiniteit
Nederland 
EEZ
Recht over een gebied 
Recht over een gebied en alle landen zijn het daarmee eens
Continentaal plat
Exclusieve economische zone

Slide 8 - Sleepvraag

Territoriale wateren
Continentaal plat

Slide 9 - Sleepvraag

Wat hoort bij het territorium van een land?
A
Gebied 12 zeemijl vanaf kust, grondgebied en luchtruim
B
Grondgebied en luchtruim
C
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en luchtruim
D
Gebied 12 zeemijl vanaf kust en grondgebied

Slide 10 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij: 'Meedoen aan activiteiten.'
A
Ontkerkelijking
B
Betrokkenheid
C
Leefbaarheid
D
Participatie

Slide 11 - Quizvraag

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
ontkerkelijking
B
sociale ongelijkheid
C
pluriformiteit
D
leefbaarheid

Slide 12 - Quizvraag

Hoe noemen we het verschijnsel van het afnemen van de verschillen tussen stad en platteland?
A
Pluriformiteit
B
Mentale verstedelijking
C
Integratie
D
Ruimtelijke segregatie

Slide 13 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij: 'Elkaars verschillen accepteren.'
A
Ontkerkelijking
B
Integratie
C
Tolerantie
D
Participatie

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zou Rusland willen dat iedereen zich meer Russich voelt / gedraagt
A
Omdat zoveel volken verwarrend zijn
B
Om méer eenheid, en kracht te creeëren
C
Om een Soviet Unie te kunnen maken
D
Omdat Putin dit graag wilt

Slide 15 - Quizvraag

Is deze poster een voorbeeld van:
A
uitsluiting
B
tolerantie
C
ruimtelijke segregatie
D
pluriformiteit

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een etnische minderheid?
A
Een kleiner volk, onderdeel van een groot volk
B
Een groep mensen die armer is dan de Rest
C
Een groep mensen waarin méér werkloosheid heerst
D
Mensen met een andere religie

Slide 17 - Quizvraag

Wat is Autonomie?
A
Dat alles automatisch wordt geregeld door de regering
B
Onafhankelijk willen worden van een groter land
C
Eigen cultuur, gewoontes en soms zelfs taal
D
Zelfstandigheid, recht zelf te beslissen

Slide 18 - Quizvraag

Waarom is Rusland zo fel tegen seperatisme?
A
Het kost te veel geld een gebied te laten gaan
B
Tegen: verlies van gebied, macht, gezicht
C
Het wil niet weer de val van de Sovjet Unie meemaken
D
Het heeft olievelden nodig

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen

Slide 20 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van de EU voor Nederland?

Slide 21 - Open vraag

Tegenstanders van de Europese Unie vinden dat de soevereiniteit van Nederland wordt aangetast. leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

Slide 22 - Open vraag

Welke bestuurlijke regio maakt beslissingen over verkeer en vervoer?
A
De gemeente
B
De provincie

Slide 23 - Quizvraag

Op welke manieren vindt Russificatie plaats?

Slide 24 - Open vraag

Welke omschrijving hoort bij de Russische exclusieve economische zone?
A
het deel van de Noordelijke IJszee langs de Russische kust met een breedte van twaalf zeemijl
B
het recht om op het continentale plat van de Noordelijke IJszee te mogen vissen
C
het deel van de Noordelijke IJszee waar Rusland mag vissen en delfstoffen mag winnen
D
het gebied in de buurt van de polen, waar de zon lange tijd niet ondergaat en lange tijd niet opkomt

Slide 25 - Quizvraag

In de nieuwste Grote Bosatlas is de grens tussen Oekraïne en Rusland rond het schiereiland de Krim met een rode streepjeslijn getekend in plaats van als een doorgetrokken grenslijn.

Waarom is het voor veel inwoners van de Krim logisch dat het schiereiland bij Rusland hoort?
A
Er zitten veel grondstoffen in de bodem, de Russen kunnen die het beste uit de bodem halen.
B
Door de russificatie van de Krim spreekt niemand er meer Oekraïens.
C
Er zijn grote culturele verschillen tussen het christelijke schiereiland de Krim en de islamitische Oekraïne.
D
Er wonen veel Russen en de russificatie ging er ver zodat veel mensen het Russisch nog beheersen.

Slide 26 - Quizvraag

Waarom is het gebied van de Noordelijke IJszee voor Rusland zo belangrijk?
A
Er groeien bijzondere planten die alleen hier in het toendragebied voorkomen en die beschermd moeten worden.
B
Er zit veel olie en gas in de bodem. Dit is belangrijk voor de Russische export.
C
Het is een belangrijk importgebied van olie en gas. Belangrijke pijpleidingen lopen vanuit West-Europa naar dit gebied.
D
Het gebied ligt binnen de territoriale wateren van Rusland en er wordt veel kabeljauw gevangen.

Slide 27 - Quizvraag

Waarom vindt Rusland dat ze de meeste rechten hebben in de Noordelijke IJszee?
A
Ze hebben het grootste leger
B
Ze hebben de langste kust langs deze zee.
C
Ze hebben de grond opgekocht van andere landen
D
Hun exclusieve economische zone is het grootst

Slide 28 - Quizvraag