WB-2HA-Wiederholung Kap 1-3

Willkommen zur Deutschstunde
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen zur Deutschstunde

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

0

Slide 5 - Video

Voorbeeld:
Vraag: Wie spät ist es? (Hoe laat is het?)





Es ist....(Het is).....

Antwoord: Es ist...
 sieben Uhr.
Schrijf steeds zoals hierboven in het rood

Slide 6 - Tekstslide

Wie spät ist es?

A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf Uhr.
C
Es ist Viertel vor zwei.

Slide 7 - Quizvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist zehn Uhr.
B
Es ist halb sechs.
C
Es ist Viertel vor sieben.

Slide 8 - Quizvraag

Wie spät ist es?

A
Es ist Viertel vor vier.
B
Es ist Viertel nach vier.
C
Es ist halb zehn.

Slide 9 - Quizvraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
half vijf: Es ist...

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
kwart over negen: Es ist...

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
vijf voor twaalf: Es ist...

Slide 12 - Open vraag

En dan nu nog even de geleerde woordjes...

Slide 13 - Tekstslide

het lesrooster =
A
der Test
B
das Rooster
C
der Stundenplan
D
der Lehrer

Slide 14 - Quizvraag

Het (les)uur =
A
am Montag
B
der Stunde
C
das Stunde
D
die Stunde

Slide 15 - Quizvraag

Vertaal naar het Nederlands:
mittwochs

Slide 16 - Open vraag

Vertaal naar het Duits:
's middags

Slide 17 - Open vraag

DER ~ DIE ~ DAS

Slide 18 - Tekstslide

Eerst even iets om
op te vrolijken ......

Ken je misschien dit oude Duitse tv-programma?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Geslacht van zelfstandige nw.
Op de volgende slides staan een paar regels ...
sommige gelden altijd, sommige meestal.

Je hoeft niet alle uitgangen uit het hoofd te leren, maar als je er een paar weet, kan het je in een proefwerk vaak erg helpen!

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Bepaald lidwoord meervoud

Is altijd het woordje 'die'

Slide 25 - Tekstslide

Sleep de juiste lidwoorden naar de juiste vorm.
mannelijk [m]
onzijdig [o]
meervoud [mv]
vrouwelijk [v]
der
die
das
die

Slide 26 - Sleepvraag

der
der
das
das
die
der
die
das

Slide 27 - Sleepvraag

der-die-das?
... Mädchen
A
die
B
das
C
der

Slide 28 - Quizvraag

(der, die, das) Mutter
A
der
B
die
C
das

Slide 29 - Quizvraag

der, die oder das?

Hengst
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

Der, die oder das?
Freiheit
A
der
B
die
C
das

Slide 31 - Quizvraag

der, die oder das?

Katze
A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

Der, die oder das?

Ei
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

Lesdoel: Ik snap de kloktijden en weet of woorden der/die/das als lidwoord krijgen
A
Ik kan het en kan het iemand anders uitleggen
B
Ik kan het bijna, moet nog wel een beetje oefenen
C
Ik wil graag nog meer uitleg, want ik snap het nog niet.

Slide 34 - Quizvraag