Burgerschap

Wie is de echte Nederlander?
  • Kennis (cultuur, rechtsstaat, geschiedenis)
  • Participatie (werk en sociale zekerheid)
  • Gelijkwaardigheid (juridisch en normatief)
  • Taalbeheersing


Wil de echte kaaskop nu opstaan alstublieft?

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wie is de echte Nederlander?
  • Kennis (cultuur, rechtsstaat, geschiedenis)
  • Participatie (werk en sociale zekerheid)
  • Gelijkwaardigheid (juridisch en normatief)
  • Taalbeheersing


Wil de echte kaaskop nu opstaan alstublieft?

Slide 1 - Tekstslide

Kennis
Cultuur                                                    Rechtsstaat
                                                                    
                                                                      

                                Geschiedenis

Slide 2 - Tekstslide

Welke kolonie van Nederland werd vlak na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk?

A
Indonesie
B
IJsland
C
Suriname
D
Curacao

Slide 3 - Quizvraag

“Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?” Wat kan men het beste zeggen?

A
Dan werken alle legers van Europa samen.
B
Mark Rutte heeft dat geregeld.
C
Dat is verplicht voor alle Europese landen.
D
Het is goed voor de Nederlandse economie.

Slide 4 - Quizvraag

Mo heeft een ondernemingsplan geschreven. Daar staat in wat hij gaat verkopen en wat hij denkt te gaan verdienen. Waarom heeft Mo dit nodig?

A
Om een winkel te mogen kopen van de gemeente.
B
Om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel.
C
Om geld te kunnen lenen bij de bank.
D
Dan creëert werk-gelegenheid voor de ambtenaren.

Slide 5 - Quizvraag

Yasmines moeder is zo vergeetachtig dat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Wat doet Yasmine?

A
Euthanasie aanvragen
B
Ze geeft haar moeder haar logeerkamer.
C
Ze probeert een plaats voor haar moeder te vinden in een verzorgingshuis.
D
Ze probeert haar moeder op te laten nemen in het ziekenhuis.

Slide 6 - Quizvraag

Er zit verschil tussen het bruto- en nettoloon. Waar gaat dat verschil naartoe?
A
De overheid; ze gebruiken dat deel voor bijvoorbeeld AOW-uitgaven.
B
De overheid; ze betalen daar de staatsschuld mee.
C
Meneer Jansen, daar kan hij boodschappen van halen.
D
De werkgevers; ze betalen daar hun bedrijfskosten mee.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom wordt de 17e eeuw in Nederland ook wel de Gouden Eeuw genoemd?
A
Het was een tijd van grote rijkdom voor alle delen van de bevolking.
B
Het was een tijd van grote rijkdom voor bepaalde delen van de bevolking.
C
Het was een tijd van grote rijkdom voor de meeste mensen.
D
Er werd veel goud gewonnen uit het IJsselmeer

Slide 8 - Quizvraag

In de 17e eeuw verdiende Nederland veel geld aan buitenlandse handel, onder anderen met de driehoekshandel van de WIC. Welk handelsproduct werd het meest met Amerika gehandeld?

A
Turf
B
Vuurwapens
C
Afrikaanse Slaven
D
Goud

Slide 9 - Quizvraag

Van welke zanger(es) is het lied: ‘Zij gelooft in mij’?
A
Willeke Alberti
B
André Hazes
C
Guus Meeuwis
D
Marco Borsato

Slide 10 - Quizvraag

Wat viert men in Nederland op 4 mei?
A
Bevrijdingsdag
B
Hemelvaartsdag
C
Dat Ajax in 1995 op 4 mei de Champions League won
D
Dodenherdenking

Slide 11 - Quizvraag

Participatie
Twee oplossingen voor lage arbeidsdeelname van migranten.
  • Beperken van de toegang tot sociale zekerheid voor nieuwkomers. Dus niet zomaar een bijstandsuitkering.
  • Het nemen van algemene maatregelen die de arbeidsparticipatie verhogen en de afhankelijkheid van de verzorgingsstaat verminderen. Dus werkgelegenheidsprojecten voor migranten om ze snel aan een baan te helpen.

Slide 12 - Tekstslide

Maatregel 1 (minder snel een bijstandsuitkering) past het meeste bij?
A
FvD en Nederland
B
PvdA en Nederland
C
FvD en de VS
D
PvdA en de VS

Slide 13 - Quizvraag

Gelijke behandeling
  • Juridische uitleg (handsbal in strafschopgebied is een strafschop bij voetbal)
  • Normatieve uitleg (bijvoorbeeld de bal teruggeven na blessure bij voetbal)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Als geboren Nederlander mag je je niet bekeren tot de Islam.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 16 - Quizvraag

In de meerderheid van de restaurants moet je een lange broek aan.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 17 - Quizvraag

Er wordt verwacht dat je opstaat voor oude mensen in de trein, als die vol zit.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 18 - Quizvraag

Als rechter, die aan het werk is, mag je geen tatoeages op zichtbare plekken hebben.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 19 - Quizvraag

Praten met volle mond is algemeen geaccepteerd.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 20 - Quizvraag

Nederlanders houden over het algemeen van op tijd komen.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 21 - Quizvraag

Topless zonnen wordt algemeen geaccepteerd.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 22 - Quizvraag

Het is in het bedrijfsleven niet gebruikelijk om zonder afspraak bij een klant, leverancier of opdrachtgever binnen te lopen.
A
WEL een algemene Nederlandse norm
B
NIET een algemene Nederlandse norm

Slide 23 - Quizvraag

Taal beheersing
Papa, mama

                                                             Eenheid

Erbij horen

Slide 24 - Tekstslide

Juridisch
Normatief
Historische canon
Laaggeletterdheid
Burgerschap
Participatie
REST
Volgens de wet
Regelmatig een burger eten
Goed meekomen in een cultuur
Wapen uit het verleden
Een cultuur met weinig letters in het alfabet
Mee kunnen en mogen doen

Slide 25 - Sleepvraag