Migratie Herhaling

Welke begrippen ken jij al?
braindrain 
vertrekoverschot
multiculturele samenleving
segregatie 
integratie
allochtoon
autochtoon 
assimilatie



emigrant
push- en pullfactor
arbeidsmigrant
gezinshereniging
aspiraties
kettingmigratie
herkomstgebied
vestiningsoverschot
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 1 min

Onderdelen in deze les

Welke begrippen ken jij al?
braindrain 
vertrekoverschot
multiculturele samenleving
segregatie 
integratie
allochtoon
autochtoon 
assimilatie



emigrant
push- en pullfactor
arbeidsmigrant
gezinshereniging
aspiraties
kettingmigratie
herkomstgebied
vestiningsoverschot

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk nakijken
5.1, opd 1 t/m 7
5.2, opd. 1 t/m 6
5.3., opd. 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Migratie Herhaling
5.1 Migratie in de Wereld
5.2 Gevolgen voor herkomstgebieden
5.3 Gevolgen voor bestemmingsgebieden





Slide 3 - Tekstslide

Kijk naar de video en beantwoord de vragen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Controleren
  1. Migratie in de wereld bestaat voor 75% uit binnenlandse migratie.
  2. Migranten die een land verlaten, noemen we emigranten.
  3. Push- en pullfactoren zijn redenen waarom mensen migreren.
  4. Arbeidsmigranten verhuizen omdat ze in een nieuw land een betere toekomst verwachten.
  5. Vluchtelingen vluchten voor oorlog en vervolging.
  6. Migranten die op de vlucht zijn door de gevolgen van klimaatverandering, noemen we klimaatmigranten.

Slide 6 - Tekstslide

Controleren
  • 7. Als een migrant verhuist naar een gezinslid dat eerder is geëmigreerd, noem je dat gezinshereniging.
  • 8. Vooral mensen met hoge aspiraties en de meeste mogelijkheden migreren.
  • 9. Als een eenmaal gestarte migratie leidt tot meer migratie, noem je dat kettingmigratie.
  • 10. Daarbij speelt een migratienetwerk een grote rol.

Slide 7 - Tekstslide

Controleren
11. Gevolgen voor herkomstgebieden:
a. Demografisch:
– De omvang en samenstelling van de bevolking verandert.
– Vaak vertrekken als eerste jonge, ongetrouwde mannen.
b. Economisch:
– Geldzendingen
– Afname van werkloosheid
– Daling van de lokale productie




c. Sociaal-cultureel:
– Thuisblijvers krijgen meer aspiraties
– Braindrain (verlies van kennis)
– Braingain (terugkeer van kennis)

Slide 8 - Tekstslide

Controleren
11. Gevolgen voor bestemmingsgebieden:
a. Demografisch:
– De verhouding tussen autochtonen en allochtonen verandert
– De meeste arbeidsmigranten wonen in steden in de meest welvarende regio’s

b. Economisch:
- bijdrage aan economie




c. Sociaal-cultureel:
– Er ontstaat een multiculturele samenleving

Slide 9 - Tekstslide

Controleren
  • 13. Verandering van een bestaande cultuur door migratie noem je acculturatie.
  • 14. Er zijn twee vormen van acculturatie: segregatie en integratie.
  • 15. Bij integratie nemen autochtonen en allochtonen cultuurelementen van elkaar over.
  • 16. Als immigranten zich volledig aanpassen aan de ontvangende samenleving, is er sprake van assimilatie

Slide 10 - Tekstslide

5.1 Migratie in de wereld
Kan je deze?

  • Je weet welke soorten migratie en migratieredenen er zijn.
  • Je kan uitleggen waarom economische groei en ontwikkeling in arme landen vaak tot meer emigratie leidt.
  • Je kunt met betrekking tot migratie kaarten en grafieken analyseren. 

Slide 11 - Tekstslide

Buitelandse migratie
Binnenlandse migratie

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Redenen om te migreren
 Pushfactor = wegduwen, om weg te gaan.
Pullfactor = aantrekken, om ergens heen te gaan.

1. Vluchtelingen
2. Arbeidsmigranten
3. Klimaatmigranten (Ecologische)
4. Gezinsvorming/Gezinshereniging (sociaal)
5. Internationale studenten

Slide 14 - Tekstslide

Migratie in de wereld
- Aspiraties = de wens/droom om te verbeteren.
(Vaak: betere toekomst bouwen)
- Mogelijkheden; In hoeverre kun jij je aspiraties bereiken?
(Vaak: GELD!)

Migranten voornamelijk uit MIDDEN-inkomenslanden.

Slide 15 - Tekstslide

Aspiraties
Mogelijkheden
migratie

Slide 16 - Tekstslide

Aspiraties/
Mogelijkheden
Of mensen uit arme landen gaan migreren hangt af van:

- Mogelijkheden (kan het)
- Aspiraties (wil men?)
> Zie een schema.

Slide 17 - Tekstslide

5.2 Gevolgen voor herkomstgebieden
Kan je deze?
  • Je weet wat de gevolgen van migratie in herkomstgebieden zijn.
  • Je begrijpt waarom migratie afhangt van aspiraties en mogelijkheden.
  • Je kunt uitleggen aan de hand van kaarten en statistieken waarom welvaartsgroei in de herkomstgebieden eerst leidt tot meer migratie, daarna tot minder migratie en uiteindelijk soms tot retourmigratie en immigratie

Slide 18 - Tekstslide

Gevolgen migratie
Demografisch: veel jonge (mannen) migreren.

Economisch: geldzendingen
(voordelen+nadeel)

Sociaal/Cultureel: Braindrain en/of
toegenomen sociale status.

Slide 19 - Tekstslide

 5.3 Gevolgen voor de bestemmingsgebieden
Kan je deze?
  • Je weet wat in de bestemmingsgebieden de positieve en negatieve gevolgen van migratie kunnen zijn.
  • Je begrijpt hoe segregatie en integratie invloed kunnen hebben op de samenleving.
  • Je kunt aan de hand van het stappenplan van meningsvorming je mening geven over de positieve en negatieve gevolgen van migratie in vestigingsgebieden

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Soorten gevolgen
Demografische gevolgen (bevolking)
Economische gevolgen (welvaart & geldstromen)
Sociaal culturele gevolgen 

Slide 23 - Tekstslide

Demografische gevolgen
Jonge mensen vertrekken, oudere blijven. 

Bevolkingssamenstelling verandert in het oude en nieuwe land. 


Slide 24 - Tekstslide

Wat is een kenmerk van de eerste generatie migranten?

A
jong
B
oud

Slide 25 - Quizvraag

Waar gaan de meeste arbeidsmigranten wonen?
A
plaatsen waar werk is
B
platteland
C
goedkope huisvesting
D
dure huisvesting

Slide 26 - Quizvraag

Waar gaan arbeidsmigranten wonen?

Slide 27 - Open vraag

Vluchtelingen
Vluchtelingen worden opgevangen in
asielzoekerscentra
Vanaf wanneer mogen asielzoekers zelf kiezen waar ze willen wonen?
als ze een verblijfsvergunning hebben gekregen

Slide 28 - Tekstslide

Economische gevolgen

bijdrage aan economie

Slide 29 - Tekstslide

Wat voor werk doen veel arbeidsmigranten voornamelijk?
A
Laaggeschoold werk
B
hooggeschoold werk
C
Laag betaald werk
D
goed betaald werk

Slide 30 - Quizvraag

Welke werk doen hooggeschoolde migranten?

Slide 31 - Open vraag

Sociaal-culturele gevolgen
  • Multiculturele samenleving
  • Acculturatie (Door contacten verandert cultuur)
 

Slide 32 - Tekstslide

Samen of alleen?
Wanneer groepen in een samenleving ruimtelijk gescheiden leven is er sprake van segregatie

Het tegenovergestelde van segregatie is integratie
Migranten nemen dan cultuur-elementen van het bestemmingsland over.


Slide 33 - Tekstslide

Reacties en politiek

Reacties van inwoners uit het bestemmingsgebied verschillen.

 

Sommige mensen zijn
 tolerant, anders zijn bang voor buitenlanders

Slide 34 - Tekstslide

Welke migranten zijn welkom in rijkere landen?

Slide 35 - Open vraag

Is iedereen blij met migranten? Leg uit.

Slide 36 - Open vraag

Welk cijfer ga je halen tijdens de toets?

Slide 37 - Open vraag

Klaar? 
Ga naar Quizlet (volgende dia)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link