WH-words

WH-Words
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

WH-Words

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
  • What have you learned last lesson?
  • Today's goal
  • Grammar - WH-words
  • Game-time! :) 

Slide 2 - Tekstslide

What have you learned last lesson?

Slide 3 - Open vraag

Today's goal
Today's goal is to learn what the wh-words are and how to use them.

Slide 4 - Tekstslide

recap
wh-words

Slide 5 - Tekstslide

Wh- words
Who? 
Wie?
Persoon
Why?
Waarom?
Reden
How?
Hoe?
Manier
What?
Wat?
Dingen
When?
Wanneer?
Tijd
Where?
Waar?
Plaats

Slide 6 - Tekstslide

WH-questions
... old are you?

Slide 7 - Open vraag

WH-questions
... time is it?

Slide 8 - Open vraag


Maak van deze zin een vraag ; gebruik waarom.
This queue is so long.

Slide 9 - Open vraag

Bedenk zelf een "wh-question".

Slide 10 - Open vraag

what or which?

Slide 11 - Tekstslide

What / which
Do you know the difference?

What -> als je geen keuze hebt
vb. What kind of pizza do you like?

Which -> als je wel keuze hebt
vb. Which pizza would you like, pepperoni or Hawaii?

Slide 12 - Tekstslide

'What' gebruik je als het gaat om algemene vragen of over een keuze met onbeperkte opties.
A
True
B
False

Slide 13 - Quizvraag

'Which' gebruik je als een vraag gaat over een keuze met maar een paar opties.
A
True
B
False

Slide 14 - Quizvraag


..... is your favourite subject - German or French?
A
What
B
Which

Slide 15 - Quizvraag


..... hobbies does your friend have?
A
What
B
Which

Slide 16 - Quizvraag

................ shoes are you wearing?
A
What
B
Which

Slide 17 - Quizvraag

I like English and P.E.
............... is your favourite?
A
What
B
Which

Slide 18 - Quizvraag

........................ do you like the least? Green beans or grapes
A
What
B
Which

Slide 19 - Quizvraag

................... is prettier, the big or small one?
A
What
B
Which

Slide 20 - Quizvraag

What or which?
.................. don't you like about school?

Slide 21 - Open vraag

What or which?
_____ do you prefer, red or white?

Slide 22 - Open vraag

What or which?
......... test was easier, the SO or the PW?

Slide 23 - Open vraag

Game-time
- Jullie maken een groepje van 3
- Je krijgt één envelop met wh-words en antwoorden
- Verdeel de wh-words over de 3 deelnemers
- Leg de antwoorden omgedraaid op tafel
- Pak om de beurt een antwoord en leg deze omgedraaid op tafel
- Alle deelnemers kijken of ze een wh-woord hebben om een vraag mee te maken waarop dat het antwoord is
- Antwoord goed? Twee kaartjes opzij leggen.
- Antwoord fout? Dan moet de deelnemer het wh-woord houden en doorgaan.

Slide 24 - Tekstslide

Game-time
Voorbeeld:

My birthday is on the 8th of November.

Vraagwoord:
When is your birthday?

Slide 25 - Tekstslide

Wh-words - piece of cake!
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Hoe goed snap je 'voegwoorden'?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll