Vervoersmiddelene

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Bonjour

et

Bienvenue!

Lesdoelen

• Ik kan een gesprek over reizen met de trein begrijpen.
  
• Ik ken woorden die te maken hebben met reizen en vervoer.
• Ik snap welk voorzetsel bij welk vervoersmiddel hoort.

Qu’est-ce qu’on va faire aujourd’hui?

Wat gaan we doen vandaag?

Bron A

behandelen voc. A

Evaluation

p. 96-99

p. 124

vocabulaire A (page 124)

page 86

Let goed op de uitspraak!

le billet de train

gare de départ

destination

heure de départ

heure d'arrivée

date

numéro de la voiture

Les moyens 

de transport

le train

la voiture

la moto

l’avion

le hélicoptère

le vélo

la trottinette

le bateau

En route!

Huiswerkcontrole: 

introductie + woordweb

Gare SNCF, bonjour!

Chapitre 3

exercice 4

page 96

Neem een minuutje of twee om de juiste woorden met elkaar te combineren.

Gare SNCF, bonjour!

Chapitre 3

exercice 5abc

page 96-97

On écoute ensemble.

Gare SNCF, bonjour!

Chapitre 3

exercice 6

page 98

Ga zelfstandig (ZS) aan de slag met ex. 6. Fini? Neem dan voc. A door.

Doel bereikt?

• Ik kan een gesprek over reizen met de trein begrijpen.
  
• Ik ken woorden die te maken hebben met reizen en vervoer.
  
• Ik heb de kloktijden herhaald.

Ik verwacht veel nieuwe dingen te leren in Hoofdstuk 3!

😒🙁😐🙂😃

Ik kon de luisterteksten goed volgen.

😒🙁😐🙂😃

Schrijf een tip en een top
voor je docent...

Au revoir!

Les devoirs 

Faire: 

- Exercices 5 + 6

Apprendre:

- Vocabulaire A 

Houd je woordjes en zinnetjes bij!

Volgende week: Uitleg Project H3 + H5 / Toets bespreken

Ik zet vanavond de LessonUp toets open, zodat jullie die kunnen inzien.