Module 2 lessen basispreventie Hoorn

Een brede kijk op gezondheid 
Module 2 - Blok 3
Basispreventie
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Een brede kijk op gezondheid 
Module 2 - Blok 3
Basispreventie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Module 2
  • Theorie - lesmateriaal
  • Rubrics:
    week 2: Visie op gezondheid - opdracht 
    week 7: leefstijldagboek zorgvrager

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie

Gezondheidsbevordering 
en Preventie
                           
                             Zie studiewijzer

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat versta jij onder
gezondheid?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende soorten gezondheid 

Deze kun je niet los van elkaar zien -> ze beïnvloeden elkaar. 
Voorbeeld?







Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lichamelijk - psychisch - sociaal
  • Lichamelijke gezondheid = geen lichamelijke beperkingen, je kunt doen wat je belangrijk vindt, je voelt je niet ziek, je voelt je  vitaal en krachtig, ongeacht eventuele beperkingen.
  • De psychische gezondheid  =  over het algemeen tevreden, je kunt genieten, denkt positief, kunt omgaan met tegenslagen, tevreden met sociale relaties.
  • Het sociaal welbevinden =  individuele beleving -> tevreden met of zonder vrienden, met of zonder liefdesrelatie, met of zonder werk, met of zonder studie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

            Opdracht
Jouw schema van Lalonde
Maak de opdracht in Teams
gezondheidsbevordering en preventie
- Vul het formulier eerst voor jezelf 
- Daarna vergelijk je 'm met 3 andere studenten
en trek met elkaar een conclusie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gezondheidsproblemen
of - risico's kom je
tegen in jouw praktijk?

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Gezondheidsproblemen en - risico's  
Als verpleegkundige krijg je dagelijks te maken met:
  • mensen die niet gezond zijn of zich gezond voelen. 
  • een diversiteit aan zorgvragen en gezondheidsproblemen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jouw rol als verzorgende of verpleegkundige
  • Gezondheid bevorderen
  • Gezondheidsproblemen voorkomen
  • Risicosignalering als vorm van preventie
  • Stimuleren van 'ziekte en zorg' naar 'gezondheid en gedrag' 
  • Coachende rol: Inspelen op eigen regie en verantwoordelijkheid zorgvrager -> Voorlichtende en adviserende rol



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Maak de volgende test

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Basispreventie Les 3
Preventieve aanpak van gezondheidsrisico's 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen:
Je kunt uitleggen wat het belang is van
preventie van gezondheidsproblemen.

Je kunt uitleggen wat het overheidsbeleid
ten aanzien van preventie inhoudt.

Je kunt samenvatten wat primaire, secundaire en tertiaire preventie
in de gezondheidszorg inhouden.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn gezondheidsrisico's?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Met preventie streef je vier doelen na:


Het voorkomen van gezondheidsproblemen;

Het bevorderen van de gezondheid;

Het vergroten van de zelfredzaamheid van de zorgvrager;

Het terugdringen van zorguitgaven.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Preventie gericht op diverse doelgroepen

Je preventie kan ook gericht zijn op gezondheidsrisico's voor bepaalde doelgroepen. Dan heb je het over:


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Universele preventie: gericht op de gezonde bevolking met het doel de gezondheid te beschermen en te bevorderen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Selectieve preventie: gericht op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico. Hier is preventie bedoeld om te voorkomen dat de aandoening bij deze groep voorkomt of dat deze op tijd ontdekt wordt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geïndiceerde preventie: gericht op mensen met beginnende gezondheidsproblemen. Met preventie probeer je te voorkomen dat deze problemen verergeren.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Heb je wel eens....
...meegedaan aan een challenge
Heb je wel eens.......

....... meegedaan aan een challenge

....... iets gedaan wat je eigenlijk niet wilde, maar deed door groepsdruk

......bewust gekozen om iets niet te doen, vanuit ervaring anderen 
(bijv. roken, drugs gebruikt)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent primaire preventie?
A
Dat de preventie prima is
B
Het voorkomen van gezondheidsproblemen
C
Ik heb geen idee
D
De eerste stap van preventie

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent secundaire preventie?
A
Het opsporen en vroegtijdig behandelen van gezondheidsproblemen
B
De tweede stap van preventie
C
Geen idee wat een moeilijke vraag
D
Dat weet ik pas als ik de theorie heb gelezen

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent tertiaire preventie?
A
Ik weet het niet maar ik ga snel de theorie lezen
B
De derde stap van preventie
C
Een geologisch tijdperk
D
De gevolgen van gezondheidsproblemen zoveel mogelijk terugdringen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar buiten in tweetallen, ga op zoek naar voorbeelden van preventie en/of preventieve maatregelen. Maak hier een foto van. Jullie hebben hier 40 minuten de tijd voor.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet je foto die je eerder hebt gemaakt in de lessonup

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een stereotype?

Slide 30 - Woordweb

Een stereotype is een vaststaand beeld over een bepaalde groep mensen. Dit beeld is niet gebaseerd op de juiste feiten, maar op verhalen. Mensen uit een bepaalde groep worden dan naar dit groepsbeeld getypeerd. Ze krijgen een stempel opgedrukt.
Noem een voorbeeld van vooroordelen

Slide 31 - Woordweb

Je gaat vandaag een nieuwe zorgvrager zien. De informatie die je vooraf gekregen hebt is het volgende: deze mevrouw zit in de schuldsanering, is al langere tijd bekend bij hulpverlening en woont in de Vogelbuurt in Oss. Ook al wil je dit misschien niet, je eerste beeld is gevormd! Dit zal wel een mevrouw zijn die niet vooruit te branden is en vooral haar handje ophoudt. Wanneer deze mevrouw dan bij je binnenstapt ben je zeer verbaasd. Er komt iemand binnen vol energie, die direct aan de slag wil en jou graag wil vertellen wat ze heeft meegemaakt dat het zo mis heeft kunnen lopen op zoveel gebieden. Na het horen van het verhaal van deze mevrouw en gezien de energie die zij uitstraalt, gooi je je vooroordelen overboord. Je vertrekt opnieuw, maar dit keer vanuit de feiten die deze mevrouw je net haarfijn heeft uitgelegd. Het blijkt geen zwaar, slopend traject te worden. Maar juist een traject met een zorgvrager die vooruit wil en op een paar gebieden nog even wat steun nodig heeft om de eigen regie weer te kunnen oppakken.
Als je met mensen werkt is het belangrijk om van jezelf te weten welke vooroordelen en stereotypen jouw gedrag beïnvloeden. Door deze te herkennen kun je ze bewust parkeren en je observatie zuiver houden. Dit betekent dat je je eigen vooroordelen en stereotypen niet van invloed laat zijn op je observatie. Van jou als verzorgende wordt verwacht dat je je mening baseert op feiten en eigen ervaringen met de cliënt. 

Slide 32 - Tekstslide

Wanneer je jouw observaties gedaan hebt, is het belangrijk deze te gaan objectiveren. Dit doe je door open vragen te gaan stellen, aan de zorgvrager, maar ook aan jezelf, over datgene wat je gezien en gehoord hebt, of wat je juist opgevallen is. Door te objectiveren ga je jouw observaties tastbaar, concreet en meetbaar maken voor de ander. Vanuit deze observaties kijk je aan de hand van bestaande protocollen of richtlijnen welke vervolgstappen nodig zijn. Indien er geen standaarden zijn, overleg je met je verpleegkundige collega welke vervolgstappen mogelijk zijn.
Observatie opdracht
Lees nogmaals de theorie goed door. 2.4 Wat is gedrag: Noteer de lastige woorden en begrippen en zet de betekenis erachter

Slide 33 - Tekstslide

Voorbereiding op de observatie studenten zijn hier zeker 20 min mee bezig. Observatie formulier uitreiken aan de studenten

Slide 34 - Video

Observeer mevr Bogers en beantwoord de vragen op het formulier dat je van de docent krijgt