future will/going to 2mv/zw

Two forms of the future:

Will
To be going to
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Two forms of the future:

Will
To be going to

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je will?
A
Als je het zeker weet
B
Een voorspelling zonder bewijs
C
Een voorspelling met bewijs

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer gebruik je to be going to?
A
Een voorspelling met bewijs
B
Een voorspelling zonder bewijs

Slide 6 - Quizvraag

It ... probably rain tomorrow
A
will
B
is going to
C
will be

Slide 7 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to
B
make
C
will making
D
will make

Slide 8 - Quizvraag

The traffic is really bad.
We ... our flight. (miss)
A
will miss
B
are going to

Slide 9 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
What was that loud sound outside?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 10 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
How much does this dress cost?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 11 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
When will we go on holiday?
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 12 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
George says he will help us.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 13 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 14 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 15 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 16 - Quizvraag

I promise I.....on time!
A
will be
B
am going to be

Slide 17 - Quizvraag

I think she.....the competition.
A
will win
B
is going to win

Slide 18 - Quizvraag

She.....
A
will graduate
B
is going to graduate

Slide 19 - Quizvraag

I think it......sunny this weekend.
A
will be
B
is going to be

Slide 20 - Quizvraag

George hates his job, he.....
A
will quit
B
is going to quit

Slide 21 - Quizvraag

I'm hungry, maybe I.....some pizza
A
will order
B
am going to order

Slide 22 - Quizvraag

Tomorrow, we.....dinner at 8 p.m.
A
will have
B
are going to have

Slide 23 - Quizvraag