Katern: Set van samengevouwen pagina's in de krant / een gedeelte van de krant.
Journalist: Iemand die nieuwsfeiten verzamelt over actuele gebeurtenissen van algemeen belang. De journalist doet onderzoek naar de gebeurtenissen, controleert de feiten en publiceert over de gebeurtenissen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Begrippenlijst
Objectief: zich beperkend tot de feiten (controleerbaar), niet beïnvloed door eigen gevoel of door vooroordelen; onbevooroordeeld.
Subjectief: persoonlijk, volgens de eigen mening, gekleurd.
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Nieuwslogboek
Vanaf morgen hou je een nieuwslogboek bij in je periodeschrift. Iedere dag lees je een nieuwsbericht (krant, internet) of kijk je het nieuws.
Je gebruikt in jouw nieuwslogboek zoveel mogelijk verschillende bronnen (begrippenlijst).
Slide 10 - Tekstslide
Datum: donderdag 28 maart
De titel is de datum, daaronder vermeld je de bron. Je maakt van ieder nieuwsitem een kort verslagje van minimaal vijf regels waarin je onderstaande vragen beantwoordt.
Wat is er gebeurd?
Wie heeft ermee te maken?
Waar is het gebeurd?
Wanneer is het gebeurd?
Waarom is het gebeurd?
Hoe is het gebeurd?
Slide 11 - Tekstslide
Krant online:
NRC - www.nrc.nl
J.szalaga@stichtinglvo.nl
klas12BLC
De Volkskrant - www.volkskrant.nl
j.szalaga@stichtinglvo.nl
4klas12BLC
Slide 12 - Tekstslide
Zoek de verschillen!
Je zou toch zeggen, bijna iedere krant is toch gelijk want er gebeurt toch overal hetzelfde? Dit klopt alleen niet, er zitten wel degelijk grote verschillen tussen verschillende kranten.
Welke krant hoort bij welke beschrijving? Lees in je groepje de beschrijvingen en zoek hier de juiste krant bij.
Slide 13 - Tekstslide
Kies uit:
- De Volkskrant
- NRC
- Trouw
- Het Financieel Dagblad
- De Telegraaf
- Het Algemeen Dagblad
- De Limburger
Slide 14 - Tekstslide
Kranten en tijdschriften
Slide 15 - Tekstslide
Kranten en tijdschriften
Slide 16 - Tekstslide
Een nieuwsartikel is oprolbaar
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Je schrijft als journalist een objectief krantenartikel, maar je wil
de krant natuurlijk ook verkopen.. Je maakt een bijpassende tekening.