EKBE08, Paragraaf 7. Nettowinst berekenen

EKBE08, Paragraaf 7. Nettowinst berekenen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

EKBE08, Paragraaf 7. Nettowinst berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Maak een foto van je berekening

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Tekstslide

Nettowinst bij industriele onderneming
Omzet (opbrengst verkopen)
Variabele fabricagekosten
Constante fabricagekosten
Variabele verkoopkosten
Constante verkoopkosten
Totale bedrijfskosten
Nettowinst

Slide 6 - Tekstslide

Maak routine: R15 (blz. 195)
De berekening van de nettowinst
timer
5:00

Slide 7 - Open vraag

Routine - R15

Slide 8 - Tekstslide

Nettowinst bij een handelsonderneming
Omzet (verkoopprijs * afzet)
Inkoopwaarde omzet (inkoopprijs * afzet)
Brutowinst
Variabele (verkoop)kosten
Constante (verkoop)kosten
Totale bedrijfskosten
Nettowinst

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Maak een foto van jou schema

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak een screenshot van de opbrengsten- en kostenlijn die je bij Arnold hebt gemaakt

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Kostprijzen

Slide 23 - Tekstslide

Formule integrale kostprijs (1)

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeeld:
Een producent van aanstekers maakt wegwerpaanstekers die via discounters en B2B bedrijven  worden verkocht. 
De fabricagekosten zijn als volgt:

Totale constante kosten € 180.000,-
De variabele kosten per aansteker bedragen € 0,20
De werkelijke productie bedroeg 2.500.000 stuks
De normale productie bedraagt 3.000.000 stuks

Slide 25 - Tekstslide

Uitwerking:
De fabricagekostprijs bedraagt dan:

Slide 26 - Tekstslide

De winstopslag bereken je over de commerciële kostprijs óf over de verkoopprijs. Kijk goed in de tekst naar het woordje 'van' of 'van de'. Wat daarna komt is altijd 100%!
Je gebruikt dezelfde formule als de integrale kostprijs.
Gebruik wel de verkoopkosten en kijk naar de afzet.
Je gebruikt dezelfde formule als de integrale kostprijs.
Gebruik wel de fabricagekosten en kijk naar de productie

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide