p16 online les maandag 9 mei 2022

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

verzorgen, dienen, vereren

ik vroeg (aan) (aor. bij ἐρωταω)

eten

ik kon (aor. van δυναμαι)

ἠρομην

ἐσθιω

θεραπευω

ἐδυνηθην

πόθεν;

1. allerlei
2. steen
3. onder
4. waarvandaan?

πολύ + comp.

1. vaak
2. alle
3. veel
4. meest

κατα + acc.

1. verspreid over, ter hoogte van
2. onder, aan de voet van
3. naar beneden
4. volgens, wat betreft, door (toedoen van)

ἀγριος

1. aardig
2. wild, woest
3. akker
4. bode

r.1 Τότε δὴ ἡμᾶς εἶδε καὶ ἤρετο

Wie is onderwerp van εἶδε ?

1. De Kykloop
2. Polyphemos
3. Odysseus
4. Athena

r.1 “Ὦ ξένοι, τίνες ἐστὲ καὶ πόθεν ἥκετε;”
Hoe kun je zien dat het gaat om het vragende τίς ?

1. er staat een vraagteken achter de zin
2. Het congrueert niet
3. Het is in de nominativus
4. Er staat een accent op.

vraag 3. r.3 Ἐγὼ δ’ ἐγίγνωσκον τὸν Κύκλωπα ἄγριόν τε καὶ ἄθεον εἶναι, ὅμως δ’ ἀπεκρινάμην·
Wat is de A en wat is de I?

1. ἐγίγνωσκον & εἶναι
2. τὸν Κύκλωπα & εἶναι
3. ἄγριόν τε καὶ ἄθεον & εἶναι
4. τὸν Κύκλωπα ἄγριόν τε καὶ ἄθεον εἶναι

inhoud - vraag 1

τῷ βαρεῖ φθόγγῳ 

 

τῷ πελώρῳ

 ἄγριον 

 ἄθεον

Lichaam

karakter

inhoud - vraag 2

Het woord ὁμως (r.4) legt een bepaald verband tussen de voorafgaande zin en de woorden die erop volgen: 

 ‘Ik besefte dat er niet veel hoop was op hulp.’ (toch antwoordde ik)

vraag 4 r.5 Ἀνέμοις δὲ παντοίοις ἀπεφερόμεθα
mediaal of passief?

1. mediaal
2. passief

vraag 5, r.6 Ἀλλ’ αἰδ-οῦ θεούς,
welke vorm is αἰδ-οῦ ?

1. 2e ps. sg. med. αἰδεομαι
2. gen. sg. αἰδως
3. imperativus sg. med. αἰδεομαι

inhoud - vraag 3: waarom zegt Odysseus αἰδου θεους terwijl de Kykloop nog niets heeft gedaan?

r.9 Ὑπὸ γὰρ ἡμῶν τῶν Κυκλώπων οὐχ ὁ Ζεὺς οὐδέ τις ἄλλος τῶν θεῶν θεραπεύεται,
θεραπεύεται : mediaal of passief?

1. mediaal
2. passief

r.10 Ὑπὸ γὰρ ἡμῶν τῶν Κυκλώπων οὐχ ὁ Ζεὺς οὐδέ τις ἄλλος τῶν θεῶν θεραπεύεται,
θεραπεύεται : betekenis is van toepassing

1. verzorgen
2. dienen, vereren

inhoud tekst 16A - vraag 4.
Ἁμα δ΄ὑπ΄αὐτου t/m την γην. Hoe motiveert de Kykloop zijn handelswijze?

r.14 Ἐπεὶ δ’ ἐ-πλή-σα-το τὴν μεγάλην νηδύν
Hoe weet je dat je het niet passief moet vertalen?

1. het is een aoristus
2. er staat geen ὑπο + gen. bij
3. er staat een lijdend voorwerp
4. mediale vormen kun je niet passief vertalen

r.16 Ἡμεῖς δὲ φόβῳ μεγίστῳ κατειχόμεθα
wat geeft de dativus aan bij het werkwoord?

1. waardoor iets gebeurt (de oorzaak)
2. waaraan/waarvoor iets gebeurt (meew. vw.)

vr. 9 r.17/18 ἐπεὶ οὐκ ἐδυνήθημεν ταῖς χερσὶ τὸν μέγαν λίθον ἀπώσασθαι ἀπὸ τῆς τοῦ ἄντρου εἰσόδου. waarbij is τῆς het lidwoord?

1. ἄντρου
2. εἰσόδου
3. nergens bij; zelfstandig gebruikt

vraag 10

ἀν-αιροῦ-νται                              zij worden opgepakt

κατα-βάλλ-ο-νται                        zij worden neergegooid

κατ-ε-δεύ-ε-το                            hij/zij/het werd doordrenkt

κατ-ε-λείπ-ε-το                           hij/zij/ het werd achtergelaten

κατ-ειχ-ό-μεθα                           wij werden vastgehouden/gegrepen

regel 18 ἀπώσασθαι

= ἀπ-ώθ-σα-σθαι inf. aor. med.: dentaal verdwijnt voor σ

regel 18 ἀπώσασθαι

Waarom wordt hier een mediale vorm gebruikt?

r. 20 ὡς δεῖπνον -

 als maaltijd

r.24 Δεῖ οὖν τοῦτο τὸ ῥόπαλον ὑπὸ τῶν ἑταίρων ἀποξύνεσθαι καὶ ἔπειτα ὑπὸ κόπρῳ πολλῇ κρύπτεσθαι.”
Hoe kun je zien dat ἀποξύνεσθαι en κρύπτεσθαι passief moeten worden vertaald?

1. ὑπὸ + gen.
2. ὑπὸ + dat.
3. de uitgang is passief