Spelling - werkwoorden - 5.8 - herhalen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1,2

deze les:

• stillezen (5 min.)
• uitleg: herhalen alle werkwoordsvormen (15 min.)
• zelfstandig werken (15 min)
• nakijken opdracht 8 ( 5 min.)

Spelling 5.8

Doelen van vandaag

• herhalen persoonsvorm t.t. en v.t.
• correct spellen voltooid deelwoord
• correct spellen bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord

Niet boos worden, want hij ........... (weten t.t.) niet beter!

Niet boos worden, want hij ........... (weten t.t.) niet beter!

1. hij 

2. ik-vorm +t

3. ik weet+t     

4. weet

De minister … (vermijden t.t.) de moeilijke vragen het liefst.

De minister … (vermijden t.t.) de moeilijke vragen het liefst.

1. de minister = hij 

2. ik-vorm +t

3. ik vermijd+t     

4. vermijdt          

… (branden t.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

… (branden t.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

1. ............ je/jij 

2. ik-vorm

3. ik brand     

4. brand         

… (branden v.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

… (branden v.t.) je jouw vingers niet aan die hete pan?

1. .......... je/jij

2. ik-vorm +de/te

3. stam = brand   

4. in 't ex-kofschip?

5. nee - dus +de

6. ik brand +de

7. brandde          

Simon … (kloppen v.t.) netjes op de deur voordat hij naar binnen liep.

Simon … (kloppen v.t.) netjes op de deur voordat hij naar binnen liep.

1. Simon = hij

2. ik-vorm +de/te

3. stam = klopp  

4. in 't ex-kofschip?

5. ja - dus +te

6.  ik klop +te

7. klopte          

Na de stille tocht werden de kaarsjes … (doven vdw).

Na de stille tocht werden de kaarsjes … (doven vdw).

1. gedoofd / gedooft

2. stam = dov

3. v in 't ex=kofschip?

4. nee - dus d

5. gedoofd   

de ................... (doven) kaarsjes

De stratenmaker heeft de straat ............. (verbreden).

De stratenmaker heeft de straat ............. (verbreden).

1. verbreed / verbreet

2. stam = verbred

3. d in 't ex=kofschip?

4. nee - dus d

5. verbreed   

de ................. (verbreden) straat

Die appel is helemaal ..................(verrotten).

Die appel is helemaal ..................(verrotten).

1. verrod / verrot

2. stam = verrott

3. t in 't ex=kofschip?

4. ja - dus t

5. verrot 

de ................. (verrotten) appel

Maken: hoofdstuk 5- les 5.8 spelling - opd. 1 t/m 4 + 8

                                                                       blz. 125

Klaar?

• Lezen leesboek
• online spelletje: https://www.spelletjesplein.nl/werkwoordspelling-spelletjes/

nakijken opdracht 8

1. gebeurt
2. bereid
3. geschilderd
4. brandden
5. beantwoord
6. gebeurd

Afsluiting

• Huiswerk: les 5.8 opd. 1 t/m 4 + 8 afmaken
• Volgende les:  herhalen alle werkwoordsvormen op een werkblad