Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
Ervaringen online
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Deze les leer je:
Wat sociale media zijn.
Waar je sociale media voor gebruikt.
Waar je e-mail voor gebruikt.
Wat er gebeurt als een bericht 'viral' gaat.
Slide 3 - Tekstslide
Soms lijkt het wel of je twee levens hebt: eentje in het echt en eentje online. Online mak je waarschijnlijk veel gebruik van sociale media. Wat zijn sociale media?
A
websites en apps waarmee je met anderen kunt videobellen
B
websites en apps waarmee je met anderen kunt gamen
C
websites en apps waarmee je kleding, speelgoed en andere spullen kunt kopen
D
websites en apps waarmee je berichten, foto's en filmpjes kunt delen
Slide 4 - Quizvraag
Sociale media
Sociale media zijn bijvoorbeeld:
Facebook, Twitter, Instagram en Snapchat
Slide 5 - Tekstslide
Bijna iedereen heeft WhatsApp op zijn telefoon. Wat kun je met WhatsApp doen?
A
berichtjes sturen
B
kijken hoe laat de trein gaat
C
naar muziek luisteren
D
je bankzaken regelen
Slide 6 - Quizvraag
WhatsApp
WhatsApp gebruik je om privé berichtjes, foto's en filmpjes te sturen. Je kan met één iemand chatten of in een groep.
Slide 7 - Tekstslide
Je deelt een foto van je hond met je online vrienden. Sommige vrienden liken (zeg: laiken) de foto met een duimpje omhoog. Wat gebruik je?
A
Snapchat
B
Facebook
C
Twitter
D
Instagram
Slide 8 - Quizvraag
Duimpje omhoog
Op Facebook kun je berichten liken. Met een duimpje, maar bijvoorbeeld ook met een hartje of een lachende smiley. Je laat dan weten dat je het bercht leuk, gewildig of grappig vindt.
Slide 9 - Tekstslide
Vul in:
Op Twitter kun je berichtjes zetten van maximaal tekens. Deze berichtjes noem je . Met een kun je aangeven waar het berichtje over gaat, bijvoorbeeld #Spangas. Als je op de hashtag of zoekt, krijg je alle tweets met dezehashtag te zien.
hashtag
140
tweets
klikt
Slide 10 - Sleepvraag
Twitter
Op Twitter kun je andere twitteraars volgen. Je kan op een tweet reageren, maar je kan de tweet ook liken of delen.
Slide 11 - Tekstslide
Op Instagram kun je foto's en video's zetten met een berichtje erbij. Waar of niet niet waar: Met Instagram kun je precies hetzelfde als met Facebook
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Instagram
Op Instagram kun je alleen berichtjes bij een foto of video zette. Op Facebook kun je ook alleen een bericht delen.
Slide 13 - Tekstslide
Met Snapchat kan je ook foto's en video's delen. Wat is er anders aan Snapchat dan aan Instagram?
A
De beelden die je op Snapchat deelt verdwijnen na een paar seconden.
B
Snapchat heeft filters. Instagram niet
C
Op Snapchat kan niemand op je berichten reageren. Op Instagram wel.
Slide 14 - Quizvraag
Snapchat
Je kunt zelf instellen hoelang iemand een foto ziet.
Filters heeft Instagram tegenwoordig ook.
Slide 15 - Tekstslide
Wat hoort op de puntjes? Op .... vindt je oneindig veel filmpjes. Al deze filmpjes kun je gratis bekijken. Wel moet je soms even wachten tot de reclame voorbij is.
A
LinkedIn
B
Youtube
C
Gmail
D
WhatsApp
Slide 16 - Quizvraag
Youtube
Wist je dat elke minuut 500 uur aan filmpjes opnyoutube gezet wordt?
Wist je ook dat Youtibe van Google is?
Slide 17 - Tekstslide
Als je e-mailt stuur je een mailtje naar iemand. Wat betekent het woord e-mail?
A
eenvoudige post
B
eigen post
C
echte post
D
elektronische post
Slide 18 - Quizvraag
E-mail
De 'e' in é-mail' staat voor 'electronic'. Electronic mail is Engels voor elektronische post.
Slide 19 - Tekstslide
Welk woord past het beste bij LinkedIn?
A
liefde
B
vakantie
C
humor
D
werk
Slide 20 - Quizvraag
LinkedIn
Op LinkedIn zet je neer waar je allemaal gewerkt hebt. Via LinkedIn kun je zoeken naar een nieuwe baan. Bedrijven kunnen zoeken naar nieuw personeel.
Slide 21 - Tekstslide
Soms gaat een bericht op sociale media viral (zeg: vajrel). Wat betekent dat?
A
dat binnen een korte tijd heel veel mensen het bericht zien
B
dat het bericht ineens spoorloos verdwijnt
C
dat meer dan een miljoen mensen het bericht geliket hebben
D
dat je computer stukgaat als je het bericht opent.
Slide 22 - Quizvraag
Viral
Soms is een berocht razend populair. het wordt door heel veel mensen gezien, geliket, gedeelt en iedereen heeft het erover. het bericht gaat dan viral.