H2.3 dichtheid

2.3 Dichtheid
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.3 Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Leerdoelen
  1. Je kunt omschrijven wat dichtheid is.
  2. Je kunt de dichtheid berekenen m.b.v. massa en volume.
  3. Je kunt de massa berekenen m.b.v. dichtheid en volume.
  4. Je kunt het volume berekenen m.b.v. massa en dichtheid.
  5. Je kunt de dichtheid van een stof opzoeken in de bijlagen.
  6. Je weet welke eenheden voor massa en volume je nodig hebt om de dichtheid van een stof te berekenen.
  7. Je kunt met de dichtheid de naam van een stof bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Tip voor Huiswerk
- Zoals je aan de leerdoelen kon zien, leer je een hoop in deze paragraaf.
- Daarom ga je in de les EN thuis veel oefenen.
- HW: opdr. 20 t/m 50
Tip: maak elke dag 5 opdrachten. Dan valt het best mee.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer zinkt iets?

Slide 4 - Tekstslide

Welke stof is het zwaarst?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Dichtheid is een stof eigenschap
Dichtheid vertelt hoe zwaar 
1 cm3 van een stof is. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Massa
Een groot blok hout is zwaarder dan een klein blokje hout.
Ieder voorwerp heeft dus een massa.
De massa weeg je met een weegschaal (balans) of bovenweger.

De eenheid van massa is g of kg. Deze moet je ook kunnen omrekenen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het volume?
  • Is de hoeveelheid ruimte die een voorwerp, vloeistof of gas inneemt.

Slide 12 - Tekstslide

Volume

Slide 13 - Tekstslide

Massa en volume
Zijn GEEN stofeigenschappen.
Maar hebben wel iets met elkaar te maken......
Hoe groter het volume, hoe ......... de massa.
Maar als ik twee stukken ijzer neem met hetzelfde volume,
hebben ze ....................... massa.
Elke kubieke centimeter ijzer heeft dezelfde massa.

Slide 14 - Tekstslide

Dichtheid
Kleine dichtheid.
Weinig massa per
kubieke meter.
Grote dichtheid
Veel massa per
kubieke meter.

Slide 15 - Tekstslide

dichtheid is  massa in gram van 1 cm3
grootheid is dichtheid
eenheid is g/cm3

Slide 16 - Tekstslide


Wat is de afkorting van eenheid van de dichtheid?

Slide 17 - Open vraag

Welke twee grootheden heb je nodig om de dichtheid te berekenen?

Slide 18 - Woordweb

Stap 1: Gevraagd
Stap 2: Gegevens
Stap 3: Formule
Stap 4: Berekening
Stap 5: Antwoord
Berekening: gebruik deze stappen!

Slide 19 - Tekstslide

Zet de stappen van een berekening in de juiste volgorde
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Formule
Berekening
Gegevens
Gevraagd
Antwoord
Eenheid

Slide 20 - Sleepvraag

Berekening uitvoeren

Slide 21 - Tekstslide


Dit blokje heeft een massa van 64,71 gram en een volume van 27 cm3. Bereken de dichtheid
timer
4:00

Slide 22 - Open vraag

Je hebt een goudkleurig blokje gevonden van 40 g en het volume is 4,58 cm3. Bereken de dichtheid van dit blokje.

1. De dichtheid
Voorbeeld - Gevraagd

Slide 23 - Tekstslide

Je hebt een "goud" blokje gevonden van 40 gram en het volume is 4,58 cm3. Bereken de dichtheid van dit blokje.

1. De dichtheid
2. massa = 40 gram
volume is 4,58 cm3
Voorbeeld - Gegevens

Slide 24 - Tekstslide

Je hebt een "goud" blokje gevonden van 40 gram en het volume is 4,58 cm3. Bereken de dichtheid van dit blokje.

1. De dichtheid
2. massa = 40 gram
volume is 4,58 cm3
3. Dichtheid = massa / volume
Voorbeeld - Formule

Slide 25 - Tekstslide

Je hebt een "goud" blokje gevonden van 40 gram en het volume is 4,58 cm3. Bereken de dichtheid van dit blokje.

1. De dichtheid ?
2. massa = 40 gram
volume is 4,58 cm3
3. Dichtheid = massa / volume
4. Dichtheid = 40 / 4,58
5. Dichtheid = 8,7 g/cm3
Voorbeeld - Berekening

Slide 26 - Tekstslide


Dit blok eikenhout is 10 cm bij 16 cm bij 30 cm. Bereken de massa van dit blok hout.

Slide 27 - Open vraag


Deze baksteen (dichtheid van steen) heeft een massa van 1,9 kg. Wat is het volume van de steen?

Slide 28 - Open vraag

Dichtheid van water is 1,0 g/cm3.
1. Is de dichtheid van een stof kleiner dan van water,
 dan drijft het.
1
2
3
2. Is de dichtheid van een stof groter dan van water,
 dan zinkt het.
3. Is dichtheid van een stof gelijk aan die van water dan zweeft het.

Slide 29 - Tekstslide

Gebruik van bijlage 3 t/m 5
Bijlage 3: gegevens van vaste stoffen
Bijlage 4: gegevens van vloeistoffen
Bijlage 5: gegevens van gassen

Slide 30 - Tekstslide


Zoek de dichtheid van calcium.
Wat gebeurt er als je een blokje calcium in water doet?
A
Zinkt
B
Zweeft
C
Drijft
D
Geen van bovenstaande

Slide 31 - Quizvraag


Zoek de dichtheid van boter.
Wat gebeurt er als je een 
blokje boter in water doet?
A
Zinkt
B
Zweeft
C
Drijft
D
Geen van bovenstaande

Slide 32 - Quizvraag


Als je water en olijolie bij elkaar doet ontstaan er twee lagen. Welk antwoord klopt het beste op basis van bijlage 4.
A
De water laag boven en olijfolie onder
B
De olijfolie laag boven en water onder
C
Op basis van deze gegevens kan je dat niet zeggen
D
Geen idee

Slide 33 - Quizvraag

Voorbeeldopgave 4 
Een stof heeft een volume van 26 cm3 en een dichtheid van 0,76 g/cm3.
Bereken de massa van deze stof.

Slide 34 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 4 
Een stof heeft een volume van 26 cm3 en een dichtheid van 0,76 g/cm3.
Bereken de massa van deze stof.

Slide 35 - Tekstslide

Voorbeeldopgave 4 
Een stof heeft een volume van 26 cm3 
en een dichtheid van 0,76 g/cm3.
1. Massa van de stof
2. Volume is 26 cm3 en dichtheid = 0,76 g/cm3
3. Massa = dichtheid x volume
4. Massa = 0,76 x 26 
5. Massa = 19,76 gram

Slide 36 - Tekstslide


Een stof heeft een massa van 100 g en een dichtheid van 3,16 g/cm3. Bereken het volume van deze stof.


Slide 37 - Open vraag

Eenheid van dichtheid is g / cm3
Dus massa moet in gram
en volume in cm3 
Als in andere eenheid staat moet je dus eerst omrekenen!
Eenheden moeten zelfde zijn!

Slide 38 - Tekstslide

Een stof heeft een volume van 120 cm3
en een massa van 0,264 kilogram.
Bereken de dichtheid van deze stof.
Voorbeeldopgave 6
timer
3:00

Slide 39 - Tekstslide

Een stof heeft een volume van 120 cm3
en een massa van 0,264 kilogram.
1. De dichtheid
2. volume = 120 cm3
massa = 0,264 kg (OMREKENEN)
massa = 0,264 x 1000 = 264 g
3. dichtheid = massa / volume
4. dichtheid = 264 / 120 
5. dichtheid = 2,2 g/cm3

Voorbeeldopgave 6

Slide 40 - Tekstslide


Een blok kwarts heeft een massa van 
5 kilogram. Bereken het volume van deze stof.

Slide 41 - Open vraag

Symboolformule
Woordformule
dichtheid=volumemassa
ρ=Vm

Slide 42 - Tekstslide