3AH -bron E + H - c.2 6e ed - 7/10

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

BONJOUR
tout le monde!!
                   Attention!
  • Ga zitten volgens plattegrond
  • Leg je boek en iPad op tafel
  • iPad is uit en ligt met het scherm naar beneden

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Aujourd'hui
Mardi 8 octobre
1. But                                    
2. Regarder un vidéo  
3. Grammaire H
4. Travail individuel                      
5.  Evaluation                
But: ik kan een werkwoord op -ir vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd. 

Slide 2 - Tekstslide

Vul de zin aan het het juiste voorzetsel en lidwoord
1. Je vais (naar de)...............cours.
2. C'est but (van de) .................voyage.
3. Elles vont (naar het)..................restaurant.
4. Ce sont les règles (van het)..................jeu.
5. Je suis (in de)...............salle de sport.
6. C'est la robe (van het)................fille.
7. Nous allons (naar het)......................centre ville.
8. Mon frère et moi vont (naar de) ......................grandes villes.

Slide 3 - Tekstslide

E regarder

Slide 4 - Tekstslide

E regarder
Travail individuel

quoi (wat): 
exercices 21 + 22
aide (hulp):  voca E page 87

vwo
havo

Slide 5 - Tekstslide

REGELMATIGE 
WERKWOORDEN 
OP -IR


Lis bron H (p. 89) et fais les exercices dans ce LessonUp.

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden op -ir in de présent

Stap 1: haal -ir van het werkwoord af
Stap 2: voeg de juiste uitgang toe > is/is/it/issons/issez/issent

Slide 7 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden 
op IR
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
ISSONS
ISSEZ
ISSENT
IT
IS
IS

Slide 8 - Sleepvraag

Je finis (finir)
Juist
Onjuist

Slide 9 - Poll

JUIST

Slide 10 - Tekstslide

Présent: Nous .... (choisir)
A
Nous choisissons
B
nous choisissions
C
nous avons choisi

Slide 11 - Quizvraag

présent: Hij groeit (grandir)

Slide 12 - Open vraag

Présent: Zij bloost (rougir)
A
Elle a rougi
B
elle rougissait
C
Elle rougit
D
Elles rougissent

Slide 13 - Quizvraag

Ils ... à quelle heure?
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissez

Slide 14 - Quizvraag

Tu ... quoi?
A
choisissons
B
choisis
C
choisissez
D
choisit

Slide 15 - Quizvraag

Nous ... le document.
A
remplissons
B
remplissez
C
remplissent
D
remplis

Slide 16 - Quizvraag

Il ... trop.
A
réfléchit
B
réfléchissons
C
réfléchis
D
réfléchissez

Slide 17 - Quizvraag

Vous ... vers 8 heures. (finir)

Slide 18 - Open vraag

Je ... le rouge. (choisir)

Slide 19 - Open vraag

Léa ne ... jamais bien. (réfléchir)

Slide 20 - Open vraag

Nous ... le gagnant. (choisir)

Slide 21 - Open vraag

Kies de juiste vorm
Tu ....... le formulaire.
A
remplit
B
remplis
C
rempli
D
remplir

Slide 22 - Quizvraag

Vous ...... longtemps.
A
réflechissez
B
reflechir
C
reflechis
D
réflechit

Slide 23 - Quizvraag

Les garçons ...... leurs devoirs.
A
finis
B
finit
C
finissent
D
finissons

Slide 24 - Quizvraag

Sarah ..... le film.
A
choisis
B
choisissez
C
choisi
D
choisit

Slide 25 - Quizvraag

Elles ... bien. (réfléchir)

Slide 26 - Open vraag

Vous ... vos devoirs. (finir)

Slide 27 - Open vraag

Je ... la chanson. (choisir)

Slide 28 - Open vraag

Passé composé
= voltooid verleden tijd
Stap 1: zet eerst het hulpwerkwoord AVOIR in de juiste vorm. 
Stap 2: Hele werkwoord -R

Bijvoorbeeld:
Jij hebt ingevuld (remplir)
Tu as rempli
Wij hebben gekozen (choisir)
Nous avons choisi

Slide 29 - Tekstslide

J'ai réussi (slagen = réussir)
Juist
Onjuist

Slide 30 - Poll

JUIST

Slide 31 - Tekstslide

Tu choisis
Présent
passé composé
Imparfait

Slide 32 - Poll

PRÉSENT

Slide 33 - Tekstslide

Vous avez réfléchi (nadenken)
Présent
passé composé

Slide 34 - Poll

PASSÉ COMPOSÉ

Slide 35 - Tekstslide

Maak de passé composé:
Wij hebben gekozen (choisir)

Slide 36 - Open vraag

Kies de juiste vorm
Tu ....... le formulaire.
A
as rempli
B
a rempli
C
ai rempli
D
avons rempli

Slide 37 - Quizvraag

Vous ...... longtemps.
A
as réflechi
B
avons reflechi
C
avez reflechi
D
ont réflechi

Slide 38 - Quizvraag

Les garçons ...... leurs devoirs.
A
ont fini
B
a fini
C
as fini
D
avons fini

Slide 39 - Quizvraag

Sarah ..... le film.
A
as choisi
B
a choisi
C
ont choisi
D
avez choisi

Slide 40 - Quizvraag

Elles ... bien. (réfléchir)

Slide 41 - Open vraag

Nous ... nos devoirs. (finir)

Slide 42 - Open vraag

Paula ... la chanson. (choisir)

Slide 43 - Open vraag

Au travail dans ton livre

Page: 82

HAVO: exercices 29 + 30acd
VWO: exercices 29acd + 30c

Prêt (klaar)? Volgende dia!

Slide 44 - Tekstslide

Verbuga
Op de volgende dia staat een link naar de website www.verbuga.eu. Oefen daar met de werkwoorden op -ir in de présent + passé composé.
  1. In de rechterkolomvink je de présent en de passé composé  aan. Je zou het tegelijk kunnen oefenen maar om de beurt mag ook!
  2. In de kolom helemaal links vink je 4 werkwoorden aan: choisir, finir, réfléchir en remplir.
  3. Klik op start oefening
  4. Je krijgt dan te zien welk werkwoord je moet vervoegen, in welke tijd en bij welke persoon. Vul je antwoord in.

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Link

Evaluation
But:  
Ik kan een werkwoord op -ir vervoegen in de tegenwoordige tijd en de verleden tijd. 

Slide 47 - Tekstslide

Corriger
(nakijken)

Let op:
Groen = havo
Geel = vwo

Slide 48 - Tekstslide

Exercice 29a
ik kies = je choisis
ik slaag = je réussis

Exercice 29c
Choisir                                       Rougir
je choisis                                    je rougis
tu choisis                                   tu rougis
il/elle/on choisit                      il/elle/on rougit
nous choisissons                   nous rougissons
vous choisissez                       vous rougissez
ils/elles choisissent               ils/elles rougissent

Exercice 29d
1 remplis
2 choisissent
3 réfléchissez
4 rougit
5 finissons




Exercice 29e
1 je finis
2 elle choisit
3 ils grandissent
4 nous remplissons
5 elles réussissent
6 tu réfléchis
Exercice 30c
1 a rougi
2 avons rempli
3 as choisi
4 a grandi
5 j’ai fini
Exercice 30d
1 as choisi
2 réfléchissons
3 ai rempli
4 réussis
5 réfléchis

HAVO

Slide 49 - Tekstslide

Exercice 29a
 je choisis
 je réussis

Exercice 29c
Hele werkwoord Stam + uitgang
choisir                         tu choisis
réfléchir                     ils réfléchissent
remplir                        je remplis
grandir                         nous grandissons
rougir                            elle rougit
réussir                           vous réussissez

Exercice 29d
1 choisissent
2 remplis
3 finissons
4 réagis
5 rougit





Exercice 30c
1 ai réussi
2 a grandi
3 as fini
4 avez choisi
5 ai réfléchi

VWO

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Tekstslide