In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
1.4 Schrijven - Zakelijke brief
Hoe maak je een zakelijke brief?
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Kort even voorstellen
Kijken naar wat een zakelijke brief is
Puzzelopdracht zakelijke brief
Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Noem een voorbeeld van een zakelijke brief
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
Conventies
Als je een brief stuurt naar een bedrijf of organisatie, schrijf je een zakelijke brief. Voor de vorm van een zakelijke brief gelden afspraken. Deze afspraken noemen we briefconventies.
Hoe zien die conventies er dan uit? (zie blz 42)
Slide 5 - Tekstslide
Opbouw van een brief
1. Afzender (schrijver)
2. Geadresseerde (ontvanger)
3. Plaats, datum
4. Aanhef (Geachte...),
5. Inhoud: inleiding - middenstuk - slot
6. Slotgroet (Met vriendelijke groet,)
7. Ondertekening (Handtekening + naam)
Slide 6 - Tekstslide
Inhoud
INLEIDING: Wie ben je en waarom schrijf je de brief?
KERN: Informatie geven.
SLOT: Wens of verwachting uitspreken (Ik verwacht een reactie binnen twee weken).
Slide 7 - Tekstslide
Opmaak
Aanhef
Inleidende zin
Alinea 1 (!)
Alinea 2 (!)
Afsluitende zin
Slotformule
Naam
Slide 8 - Tekstslide
De inleidende zin
In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de brief schrijft.
Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.
Begin de zin nooit met ik!
Slide 9 - Tekstslide
Je schrijft de zakelijke brief aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,
Slide 10 - Quizvraag
Je schrijft een zakelijke brief aan Ronan de Mik. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer De Mik
B
Geachte heer De Mik
C
Geachte Ronan
D
Geachte de Mik
Slide 11 - Quizvraag
Puzzelopdracht tweetallen
Zet de brief in de goede volgorde. Cijfer 1 t/m 9. Welk nummer hoort voor welk stukje?