8. V6B herhaling literatuurgeschiedenis (par. 21 en 22)

Welkom v6b!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom v6b!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Check van de vorige les
  3. Herhaling literatuurgeschiedenis V5 (par. 21 en 22)
  4. Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Wat staat er centraal in de verlichting?
A
ratio/rede
B
geloof
C
natuur
D
spiritualiteit

Slide 3 - Quizvraag

Wat was het doel van literatuur in de verlichting?
A
de lezer vermaken
B
de lezer iets leren
C
de lezer versterken in zijn geloof
D
de lezer een fantasiewereld tonen

Slide 4 - Quizvraag

Hoe zou je de tijd van de verlichting het best kunnen omschrijven?
A
een optimistische tijd
B
een pessimistische tijd
C
een onzekere tijd
D
een verwarrende tijd

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Romantiek

1800-1880 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Romantiek
Nieuwe cultuurstroming, reactie op verlichting

Romantiek: 
  • gevoeligheid: lyrische kunst
  • verbeeldingskracht: ontsnappen aan het hier en nu, naar een andere tijd of streek, de ongerepte natuur of het bovennatuurlijke
  • individualisme: nadruk op originaliteit

Slide 11 - Tekstslide

Literatuur
  • Antirationalisme -> weg met het verstand, gevoel is belangrijk
  • Het optimistisch geloof in vooruitgang was verdwenen.
  • Nadruk op gevoel: Weltschmerz en Sehnsucht
  • Weltschmerz: romantische melancholie/droefgeestigheid
  • Sehnsucht: romantische verlangen naar het onbereikbare geluk.
  • Escapisme: het willen ontsnappen aan de realiteit
  • Populaire genres: ballade, sprookje, griezelverhaal, historische roman, detective

Slide 12 - Tekstslide

Waar begon de romantiek?
A
Engeland
B
Duitsland
C
Oostenrijk
D
Frankrijk

Slide 13 - Quizvraag

Wat is Sehnsucht?
A
Het verlangen naar het verleden
B
Het verlangen naar de onbereikbare geliefde
C
Het verlangen naar het onbereikbare
D
Het verlangen naar exotische oorden

Slide 14 - Quizvraag

Wat is Weltschmerz?
A
Suïcidaal zijn
B
Verbolgen zijn over de liefde
C
Hunkering naar een ideale samenleving
D
Verdriet over een onvolmaakte wereld

Slide 15 - Quizvraag

Waarom horen sprookjes vooral bij de stroming romantiek?
A
omdat men geïnteresseerd was in oude volksverhalen
B
omdat men geïnteresseerd was in het verleden
C
omdat men wilde vluchten naar het platteland
D
omdat men wilde vluchten uit het hier en nu

Slide 16 - Quizvraag

Mijns inziens is geen enkele plaats zo ongeschikt voor het begraven van lijken als de kerk, waar alleen godsdienstoefeningen gehouden moeten worden. Wat voor een relatie hebben de doden met de levenden? Wat maakt het hun nu uit, die toch niet meer zijn of voelen, waar ze rusten? Ziet men niet dagelijks met wat voor een vuile stank dat verrotte stof (want wat is een dood mens anders) onze kerken vult, waardoor de levenden niet alleen worden afgeleid maar soms ook ziek en onwel worden? Men zou immers heel goed, net als de oude joden en Romeinen, onze doden buiten de kerken kunnen brengen, of zelfs buiten de steden, en ze hier of daar op een afgezonderde plaats begraven.

Slide 17 - Tekstslide

Verlichting of Romantiek?
A
Beide
B
Romantiek
C
Verlichting

Slide 18 - Quizvraag

Leg uit waarom!

Slide 19 - Open vraag

Welke literaire stroming zie je hier ook?
A
Middeleeuwen
B
Renaissance
C
Romantiek
D
Realisme

Slide 20 - Quizvraag

Realisme

1800-1880 

Slide 21 - Tekstslide

Realisme

19e eeuw: naast de romantiek ook een andere stroming -> realisme

* nadruk op de betrouwbare weergave van de werkelijkheid


midden 19e eeuw: poëzie in Nederland -> domineespoëzie

* moralistisch getint (de lezer moest opgevoed worden)(bijv. vaderland, gezin, geloof) 

Slide 22 - Tekstslide

Literatuur
  1. getrouw mogelijke weergave van de werkelijkheid te laten zijn (realisme-effect)
  2. gericht op de eigentijdse werkelijkheid, waarbij er aandacht is voor personages uit alle lagen van de bevolking
  3. werkelijkheid en waarheid moet met de zintuigen kunnen worden gezien en blootgelegd (waarheid tonen)
  4. de teksten gaan over sociale mobiliteit en (in)stabiliteit


Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Waarom verliet men de romantiek om over te gaan op realisme?
A
Mensen waren klaar met de liefde
B
De situatie vroeg om een rauwe weergave van de werkelijkheid
C
Mensen wilden juist de werkelijkheid verlaten
D
De rede werd belangrijk en dat was realistischer

Slide 25 - Quizvraag

Wat is géén kenmerk van het realisme in de literatuur?
A
In het hoofd kruipen van de hoofdpersoon
B
Verschil laten zien tussen rijk en arm
C
Multatuli is een bekend realistisch schrijver
D
Een kleurrijke weergave van de werkelijkheid

Slide 26 - Quizvraag

Boeken uit het realisme spelen zich af in het verleden.
A
Ja , dat is juist
B
Nee, in het heden
C
Nee, in de toekomst

Slide 27 - Quizvraag

Hoe uitte het realisme zich in de literatuur?
A
De taal moest verfijnd zijn, elegant
B
Grote nadruk op regelgeving
C
Teksten werd voorzien van afbeeldingen van gerenommeerde kunstenaars.
D
Personages in de literatuur dienden zich geloofwaardig te gedragen

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Tekstslide

Romantiek en realisme
  • Ontstonden niet na elkaar, maar naast elkaar.
  • Kunnen beide voorkomen in het oeuvre van één schrijver.
  • Ontstonden in de negentiende eeuw, maar ook nu worden er nog teksten geschreven die duidelijke romantische of realistische kenmerken hebben.

Slide 30 - Tekstslide

O, ware ‘t noodlot niet alleen behept met koud
Verstand maar ook met warm gevoel, — uw poezle hand
Had plots de flesch, zoodra ze leeg was, door het woud
Gekeild, en op mijn lippen had uw mond gebrand.
Nu echter dronkt ge alleen de flesch leeg, onbewust,Dat de inhoud nog al koppig was, — ‘t was witte port, —
En sloot uw loddrige oogjes dicht en sliept gerust. —
Nooit heb ik zóóveel tranen op één dag gestort. 

AAN BETSY


Het heugt mij als de dag van gistren. Op het mos
In hartverovrend achtelooze houding lag
Uw rijzige figuur, wijl de anderen het bosch
Langzaam doordwaalden. ‘t was een vreeslijk heete dag.

Gij hield mijn veldflesch aan uw rozenlipjes, droog
Van ‘t lachen. Diep-gemoedlijk, als wen de avondklok
Door ‘t dal luidt, klonk het in uw keel. En zacht bewoog
Uw zoete strot zich op en neer bij elken slok.

Intusschen leunde ik schilderachtig op den tronk
Eens duizendjaargen eiks en vroeg mij heimlijk, wat
Voor smaak wel ‘t lot had, dat het aan een veldflesch schonk,
Wat droomend slechts mijn dichtermond genoten had.



O, ware ‘t noodlot niet alleen behept met koud
Verstand maar ook met warm gevoel, — uw poezle hand
Had plots de flesch, zoodra ze leeg was, door het woud
Gekeild, en op mijn lippen had uw mond gebrand.

Nu echter dronkt ge alleen de flesch leeg, onbewust,
Dat de inhoud nog al koppig was, — ‘t was witte port, —
En sloot uw loddrige oogjes dicht en sliept gerust. —
Nooit heb ik zóóveel tranen op één dag gestort.


Slide 31 - Tekstslide

Welk genre en waarom?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

1700-1800
1800-1880
1880-1914
Tachtigers
verlichting
realisme
romantiek
engagement
voortzetting romantiek
naturalisme
modernisme
nationalisme
huiselijkheid
maatschappij-kritiek
rationalisme
ideale samenleving
opvoeding

Slide 38 - Sleepvraag

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: 5e uur
  • Huiswerk: 
  • Meenemen: Laptop en leesboek
  • Programma: Literatuur 23

Slide 39 - Tekstslide