In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Thema 1
Organen en cellen
Slide 1 - Tekstslide
Lesindeling
Lesopening
Nabespreken huiswerk
Uitleg practicum
Zelfstandig werken
Lesafsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Lesopening
Weefseldonatie: kan dat?
5 oefenvragen over de lesstof
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Geen een omschrijving van het begrip: orgaan
Slide 5 - Open vraag
Geen een omschrijving van het begrip: weefsel
Slide 6 - Open vraag
Bij welk organenstelsel hoort dit orgaan?
A
Bloedvatenstelsel
B
Zenuwstelsel
C
Beenderstelsel
D
Spierstelsel
Slide 7 - Quizvraag
Je ziet hier een plaatje van een dierlijke cel. Welk onderdeel heeft de dierlijke cel niet?
A
Celwand
B
Celkern
C
Celplasma
D
Celmembraan
Slide 8 - Quizvraag
Een bacterie is een organisme
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Nabespreken huiswerk
Maken in je werkboek thema 1 1.2 opdracht 4+5+6+7+8+9.
Leren begrippen 1.1 + 1.2.
Pak een andere kleur pen en verbeter je antwoorden!
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Practicum: werken met de microscoop
Slide 17 - Tekstslide
De microscoop
Slide 18 - Tekstslide
Onderdelen Microscoop
Slide 19 - Tekstslide
Bekijk de verschillende onderdelen en functies
Slide 20 - Tekstslide
Bekijk de verschillende onderdelen en functies
Slide 21 - Tekstslide
Preparaat
Het voorwerp dat je met de microscoop wilt bekijken, heet het preparaat. Je legt het preparaat op de tafel, midden boven de opening. Met de preparaatklemmen zet je het preparaat vast.
Slide 22 - Tekstslide
Diafragma
Onder de tafel zit het diafragma. Hiermee regel je de hoeveelheid licht (zie afbeelding). Het licht komt uit de lamp onder de tafel.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Soorten tekeningen
Slide 25 - Tekstslide
Soorten tekeningen
Bij biologie maak je twee soorten tekeningen: natuurgetrouwe en schematische. In een natuurgetrouwe tekening geef je zo nauwkeurig mogelijk alle details weer (zie afbeelding 1.2). In een schematische tekening laat je de details weg en teken je alleen de belangrijkste kenmerken (zie afbeelding 1.3).