Onregelmatige werkwoorden (H en K)

Onregelmatige werkwoorden (H en K)
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Onregelmatige werkwoorden (H en K)

Slide 1 - Tekstslide

De componist ....(heten, verleden tijd) Wolfgang Amadeus Mozart

Slide 2 - Open vraag

Dat had niet .... (hoeven, voltooide tijd)

Slide 3 - Open vraag

Zij ....(houden, verleden tijd) kippen in haar tuin.

Slide 4 - Open vraag

De dief ... (inbreken) in, in het leegstaande huis.
A
breekte
B
brekte
C
brok
D
brak

Slide 5 - Quizvraag

Ik heb hier niet voor ....... (kiezen, voltooide tijd)

Slide 6 - Open vraag


Slide 7 - Open vraag

Maks ....(kijken, verleden tijd) jaloers naar zijn vriend.

Slide 8 - Open vraag

De klanken van de muziek ... (klinken, verleden tijd) prachtig.
A
klinken
B
klanken
C
klinkten
D
klonken

Slide 9 - Quizvraag

De leerlingen zijn naar school ... (komen, voltooide tijd)

Slide 10 - Open vraag

Ik heb een kilo sinaasappelen ... (kopen).

Slide 11 - Open vraag

Ik ... (krijgen, verleden tijd) pijn in hoofd van al dat lawaai.
A
kreeg
B
kreg
C
krijgte
D
kreig

Slide 12 - Quizvraag

Ik ... (kunnen, verleden tijd) niet naar school komen.

Slide 13 - Open vraag