BS 2; GENEN

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijk!!!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thema 3
Erfelijkheid
les 2


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 2: Genen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je nog? 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling les 1
  • Elk chromosomenpaar bestaat uit twee dezelfde chromosomen
  • Elk gen bestaat uit twee allelen, één op elk chromosoom.
  • De twee allelen van een gen kunnen verschillen

Genotype: alle genen die in een celkern aanwezig zijn.
Fenotype: uiterlijke kenmerken,maar is ook afhankelijk van omgevingsfactoren12

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

waar gaat deze basisstof over?
Homozygoot
Heterozygoot
Dominante en recessieve allelen
Letters voor allelen
Intermediair fenotype

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat homozygoot, heterozygoot, dominant en recessief allelen en intermediair fenotype betekenen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Homozygoot en Heterozygoot
Homozygoot: (homo=gelijk)
Twee gelijke allelen voor een bepaalde eigenschap. 

Heterozygoot: (hetero=ongelijk)
Twee verschillende allelen voor een bepaalde eigenschap. 

Vb: haarvorm= steil haar of krullend haar

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dominante en recessieve allelen

Deze jongen heeft krullend haar.

Het gen voor krullend haar heeft invloed op het uiterlijk. Deze is dus eigenlijk sterker.


Dit noem je een dominant allel

Het gen voor steil haar komt niet tot uiting dit noemen we  een recessief allel

Slide 12 - Tekstslide

Een dominant allel zie je altijd terug in het fenotype.

Een recessief allel zie je alleen terug in het fenotype als er geen dominant allel aanwezig is.


dominant allel :  
Allel dat altijd tot uiting komt in het uiterlijk. 

recessief allel: 
Allel dat alleen tot uiting komt als er geen dominant allel is

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letters voor allelen
Een dominant allel geef je aan met een hoofdletter
Een recessief allel met dezelfde kleine letter.

Bijvoorbeeld: 
dominant allel met de letter A.
 recessief allel met de letter a.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 genotypen mogelijk:



Homozygoot dominant = AA              fenotype: krullend haar   

Homozygoot recessief = aa               fenotype:   steil haar   

Heterozygoot = Aa             fenotype: krullend haar



Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intermediair 
fenotype

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intermediair fenotype

beide genen even sterk!!! 

Waarin beide allelen even sterk tot uiting komen. 


Rood leeuwenbekje = ArAr

Wit leeuwenbekje = AwAw

Roze leeuwenbekje = ArAw

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aa is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een recessief gen wordt aangegeven met een hoofdletter.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aa is
A
Homozygoot recessief
B
Homozygoot Dominant
C
Heterozygoot
D
Heterozygoot Dominant

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

AA is:
A
Homozygoot
B
Homozygoot recessief
C
Homozygoot dominant
D
Heterozygoot

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weektaak
Maken van BS 3.2 Genen                    Test Jezelf van Thema 3

Uiterlijk af:       Dinsdag 7 Feb!!!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies