16e en 17e eeuw bij Dautzenberg paragraaf 9 en 10

Literatuurgeschiedenis: Renaissance
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Literatuurgeschiedenis: Renaissance

Slide 1 - Tekstslide

De 16e en 17e eeuw
Literatuur: geschiedenis en theorie

We starten met een filmpje: kijk en luister goed, je beantwoordt aansluitend een aantal vragen.

Slide 2 - Tekstslide

Vorige week
De overgang van de middeleeuwen naar de renaissance
--> de rederijkers.

Slide 3 - Tekstslide

Rederijkers
  • Literaire elite van midden 15e eeuw tot na 1600;
  • beoefenen literatuur in verenigingsverband;
  • waren officiële organisatoren van stedelijke festiviteiten;
  • schrijven dichtwedstrijden uit (de landjuwelen);
  • maken onderscheid tussen ‘vroede, amoreuze en het sotte’;
  • vanaf 1500 groeit bij hen de aanzien voor het lied;
  • spelen met taal.

Slide 4 - Tekstslide

Brug tussen middeleeuwen en renaissance
De rederijkers sloegen een brug tussen de middeleeuwen en de renaissance. Dit deden ze op drie manieren: 
  1. Ze zich laten inspireren door klassieke voorgangers. 
  2. Eerbied voor kunst en literatuur zorgen voor nieuwe kunstopvattingen. 
  3. Ze maken nieuwe denkbeelden (bijvoorbeeld die van Erasmus) bekend onder het volk. 

Slide 5 - Tekstslide

De renaissance

Slide 6 - Tekstslide

Historische achtergrond
Burgerij steeds machtiger en rijker
Kerk verliest gezag:
--> valt uiteen in protestanten en katholieken;
 --> Godsdienstoorlogen in 2e helft 16e eeuw 
In de tweede helft 17e eeuw ontstaat de Absolute Monarchie --> koning volledige macht en is vertegenwoordiger God

Slide 7 - Tekstslide

Historische achtergrond: Nederlanden
Nederland viel onder het gezag van Spanje
Tachtigjarige oorlog (1568-1648) 
1587 Republiek der Verenigde Nederlanden wordt uitgeroepen
  • Gewest Holland maakt de dienst uit 
  • Raadpensionaris vs. stadhouder: strijd om de macht


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Historische achtergrond: Nederlanden
  • Noordelijke Nederlanden maakt een bloeiperiode door in kunsten, economie en wetenschap 
  • Veel  (religieuze) vrijheid 
  • Men spreekt van de Gouden Eeuw (nu een beladen term)
  • Economische neergang Zuidelijke Nederlanden

Slide 10 - Tekstslide

Kunst en cultuur: Renaissance
Re Naissance = wedergeboorte
Nieuwe cultuurbeweging, ontstaan in 14e eeuw in Italië 
Men zet zich af tegen de middeleeuwse cultuur 
Kijkt terug naar glorierijk verleden (Romeinse tijd/Griekse cultuur) 
Herleven klassieke cultuur 
Humanisten: onderzoekers van de klassieke cultuur

Slide 11 - Tekstslide

De Renaissance
Een cultuurbeweging
Paragraaf 10 (blz. 32-33)

Slide 12 - Tekstslide

Humanisten
  • De eerste onderzoekers naar de klassieke cultuur;
  • Komen op basis van klassieke teksten tot nieuwe visie over de rol van de mens;
  • Theocentrisch (op God gericht) wereldbeeld werd vervangen door antropocentrisch (op de mens gericht) wereldbeeld. 
  • Wat de mens presteert is geen gave Gods maar aanleg en talent.

  • De eerste onderzoekers naar de klassieke cultuur;
  • Komen op basis van klassieke teksten tot nieuwe visie over de rol van de mens;
  • Theocentrisch (op God gericht) wereldbeeld werd vervangen door antropocentrisch (op de mens gericht) wereldbeeld. 
  • Wat de mens presteert is geen gave Gods maar aanleg en talent.
Humanisten

Slide 13 - Tekstslide

Desiderius Erasmus (1466-1536)
Een van de bekendste humanisten. Hij
  • had een afkeer van kerkelijke rituelen;
  • gebruikte de klassieke literatuur als leidraad voor studie (Bijbel);
  • pleitte voor gematigdheid, gewetensvrijheid en tolerantie;
  • kritiseerde de misstanden in de katholieke kerk (sloot zich niet aan bij hervormers);
  • schreef Lof der zotheid (mensen laten zich leiden door domheid, dwaasheid en zelfbedrog).

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerken Renaissance
  1. Antropocentrisme: leven op aarde net zo belangrijk als het hiernamaals (t.o.v. Theocentrisme) 
  2. Individualisme: mens maakt niet langer deel van een groter geheel (stand, kerk, dorp), ieder mens is uniek. 
  3. Empirisme: zelf onderzoek doen op basis van zintuigelijke ervaringen, niet zomaar overnemen wat autoriteiten zeggen.

Slide 15 - Tekstslide

 1. Antropocentrisme
vs. theocentrisme in de middeleeuwen

Menselijke prestaties waren niet langer ingegeven door God, maar kwamen uit de persoon zelf voort.
 Het leven op aarde net zo belangrijk als het hiernamaals.



2

Slide 16 - Tekstslide

2. Individualisme
Ieder was een individuele persoonlijkheid die tot grootse dingen in staat was, niet dankzij de gemeenschap waarin hij leefde, maar door zijn eigen verstand en wilskracht.
De mens maakt niet langer deel van een groter geheel (stand, kerk, dorp), ieder mens is uniek. 
3

Slide 17 - Tekstslide

Homo universalis
De ideale mens:
- is een uniek individu
- kan alles worden wat hij wil
- het geloof in eigen kunnen is grenzeloos.

Een universeel mens die op alle gebieden van de menselijke cultuur uitblonk.




Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

3. Empirisme
het zelf onderzoeken/willen uitvinden hoe de natuur en de wereld in elkaar zitten
(op basis van zintuigelijke ervaringen, niet zomaar overnemen wat autoriteiten zeggen).

--> Bloei van de wetenschap

Slide 20 - Tekstslide

Empirisme 
Kennis opdoen door uit ervaringen te leren;
theorieën bewijzen d.m.v. experimenteren;
zorgt voor wetenschappelijke opbloei:
  • In de natuurwetenschap;
  • In de geesteswetenschappen. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

  • theorie zwaartekracht
  • grondlegger mechanica
  • medeschepper dfferentiaalrekenen

Slide 23 - Tekstslide

(Cartografie)
(Bronnenonderzoek)

Slide 24 - Tekstslide

Invloed op Geloof
Door individualisme en het empirisme bestudeerde men de Bijbel opnieuw.

Gevolg:  Hervormingen  met als doel het ware geloof in ere herstellen.

Hervorming/Reformatie/ Protestantisme
Let op: nog steeds veel analfabeten!

Slide 25 - Tekstslide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 26 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 27 - Tekstslide

Waarom heeft Luther succes?
  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 28 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 29 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 30 - Tekstslide

Verschillen middeleeuwen - renaissance

Slide 31 - Tekstslide

Huyswerck 3 Februari
Lees paragraaf 11: Beeldende kunst en muziek
Maak een samenvatting van deze paragraaf: wat zijn de kenmerken van renaissance kunst?

Slide 32 - Tekstslide