In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Meneer Schilt
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen
Je kunt negatieve getallen optellen en aftrekken
Je weet hoe je de tekens: < , > en = moet gebruiken
Je kunt tegengestelde getallen opschrijven van getallen
Je kunt negatieve getallen delen en vermenigvuldigen
Je kunt de rekenvolgorde toepassen
Je bent goed voorbereid voor de toets van donderdag
Slide 2 - Tekstslide
3-1=
Slide 3 - Open vraag
bij optel of aftreksommen
!Als de tekens naast elkaar staan!
-- wordt +
+- wordt -
-+ wordt -
++ wordt +
Slide 4 - Tekstslide
-2--5 wat komt er tussen de 2 en de 5 in te staan?
A
+
B
-
Slide 5 - Quizvraag
-2--5
Slide 6 - Open vraag
Vakantie
Wij gaan met de klas op vakantie naar Spanje. Gezellig!
We gaan meerdere dingen doen. We gaan bergbeklimmen, we gaan lekker in de zee zwemmen, we gaan duiken en nog veel meer.
We beginnen met klimmen op 1000meter hoogte.
De top van de berg bevind zich op 2547 meter.
Hoeveel meter zit er tussen deze twee momenten?
Slide 7 - Tekstslide
Bereken hoeveel meter er tussen de start (1000 m) en het einde (2547 m) van de beklimming zit (denk aan eenheden).
Slide 8 - Open vraag
Om te berekenen wat er tussen zit ,
neem je de grootste waarde en dan min de kleinste waarde.
Dit noem je ook wel het verschil.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen het getal 5 en het getal 3?
Slide 10 - Open vraag
Wat is het verschil tussen het getal -5 en het getal 3?
Slide 11 - Open vraag
Vakantie
Wij zijn nog steeds met de klas op vakantie in Spanje. Gezellig!
De top van de berg bevind zich op 2547 meter.
Het laagste punt dat we gaan duiken is -21 meter.
Hoeveel meter zit er tussen deze twee momenten?
Slide 12 - Tekstslide
De top van de berg bevind zich op 2547 meter hoogte Het laagste punt dat we gaan duiken is -21 meter. Hoeveel meter zit er tussen deze twee momenten? (denk aan eenheden)
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
het getal meest rechts op de getallenlijn is het grootst
Slide 15 - Tekstslide
het getal meest rechts op de getallenlijn is het grootst
-3,5
-4
Slide 16 - Sleepvraag
-3,5 ... -4
het getal meest rechts op de getallenlijn is het grootst
A
<
B
>
C
=
Slide 17 - Quizvraag
tegengestelde getallen
het tegengestelde getal is het getal dat even ver van de 0 af ligt aan de andere kant van de 0
bijvoorbeeld: het tegengestelde van het getal -5 is 5
Slide 18 - Tekstslide
wat is het tegengestelde getal van -8?
Slide 19 - Open vraag
wat is het tegengestelde getal van 0?
Slide 20 - Open vraag
Bij vermenigvuldigen en delen van negatieve getallen
-x-=+ - : - = +
- x + = - - : + = -
+ x - = - + : - = -
+ x + = + + : + = +
Vermenigvuldigen Delen
Slide 21 - Tekstslide
Bij vermenigvuldigen en delen van negatieve getallen
-3x-3= 9-3:-3 = 1
-3x3 = -9 -3:3 = -1
3x-3 = -9 3:-3 = -1
3x3 = 9 3:3 = 1
Tekens hetzelfde ? -> antwoord is +
Tekens verschillend? -> antwoord is -
Vermenigvuldigen Delen
Slide 22 - Tekstslide
stappenplan
eerst de symbolen delen of vermenigvuldigen
daarna de getallen
bijvoorbeeld -6 x 2
- x +=-
6 x 2 =12
Dus -6 x 2 = -12
Slide 23 - Tekstslide
- x - =
A
+
B
-
Slide 24 - Quizvraag
30:6=
Slide 25 - Open vraag
-30:-6=
Slide 26 - Open vraag
-30:6=
Slide 27 - Open vraag
Harold woont in Noorwegen, vlak bij zijn dorp is een meer.
Een ander meer in de buurt is het Sognefjord meer. De Sognefjord is 5 × zo diep als het meer in Harolds dorp. Op de landkaart staat bij de Sognefjord −1200.
Wat staat er op de kaart bij het meer in Harolds dorp?
Slide 28 - Tekstslide
Harold woont in Noorwegen, vlak bij zijn dorp is een meer. Een ander meer in de buurt is het Sognefjord meer. De Sognefjord is 5 × zo diep als het meer in Harolds dorp. Op de landkaart staat bij de Sognefjord −1200. Wat staat er op de kaart bij het meer in Harolds dorp?
Slide 29 - Open vraag
rekenvolgorde
haakjes
x en :
+ en -
hoezo vind Dora ons aardig
Als vermenigvuldigen en delen en optellen en aftrekkenallebei voorkomen in een som, dan doe je wat het eerst in de som staat als eerste. Bijvoorbeeld 6 : 3 x 2 --->
6:3x 2 = 2x 2 = 4 (en dus niet6 :3x2 = 6 :6 = 1)
Slide 30 - Tekstslide
(−2 – 4) × 8 : 4
Slide 31 - Open vraag
(−2 + 4) × (−2 + 6)
Slide 32 - Open vraag
Waar zouden jullie nog wat meer uitleg over willen hebben?
optellen en aftrekken met negatieve getallen
<> en =
tegengestelde getallen
negatieve getallen x en :
rekenvolgorde
Slide 33 - Poll
leerdoelen
Je kunt negatieve getallen optellen en aftrekken
Je weet hoe je de tekens: < , > en = moet gebruiken
Je kunt tegengestelde getallen opschrijven van getallen
Je kunt negatieve getallen delen en vermenigvuldigen
Je kunt de rekenvolgorde toepassen
Je bent goed voorbereid voor de toets van donderdag
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.