Hoofdstuk 3, t/m opdracht 4
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
When I cannot find my book, I say: "Mum, I can't find it."
Welk woord betekent 'wanneer'?
Welk woord betekent 'wanneer'?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
My mum says: "Go an find it yourself."
Welk woord betekent 'zegt'?
Welk woord betekent 'zegt'?
Slide 5 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
My sister likes dancing very much.
Welk woord betekent 'dansen'?
Welk woord betekent 'dansen'?
Slide 6 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
My cousin is eighteen years old too.
Welk woord betekent 'ook'?
Welk woord betekent 'ook'?
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Is het huis van Steve klein?
Slide 9 - Open vraag
Nee, een heel groot huis
Welke kamer vindt Steve leuk?
Slide 10 - Open vraag
De woonkamer
Over welke kamer praat Janice?
Slide 11 - Open vraag
Slaapkamer
Wat is Ellen kwijt?
Slide 12 - Open vraag
Haar boek
