T7 P2 de bloedsomloop

In je bloed zitten 3 soorten cellen: Rode bloedcellen, Witte bloedcellen, en bloedplaatjes.
Leg uit waarom dit statement niet klopt
1 / 16
volgende
Slide 1: Open vraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In je bloed zitten 3 soorten cellen: Rode bloedcellen, Witte bloedcellen, en bloedplaatjes.
Leg uit waarom dit statement niet klopt

Slide 1 - Open vraag

Bloedplasma bestaat uit eiwitten en water, en het zorgt voor verspreiding van warmte door je lichaam.
Waarvoor is het nog meer belangrijk?

Slide 2 - Open vraag

Waarvoor hebben rode bloedcellen ijzer nodig?

Slide 3 - Open vraag

Welke twee manieren van ziektebestrijding door witte bloedcellen heb je?

Slide 4 - Open vraag

Bloedplaatjes zijn belangrijk omdat....

Slide 5 - Open vraag

De bloedsomloop
Programma: 
  • Dubbele bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop

Je moet in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine- en grote bloedsomloop kunnen onderscheiden met hun functies.

Slide 6 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop
Het hart en alle bloedvaten samen noemen we het bloedvatenstelsel
Het hart pompt het bloed rond door de bloedvaten. Dit noemen we een bloedsomloop.
Bij de mens gaat het bloed twee keer door het hart voordat het bloed overal is geweest in het lichaam. Een dubbele bloedsomloop dus.

Slide 7 - Tekstslide

Dubbele bloedsomloop

Per keer dat het bloed het lichaam rond gaat, komt het twee keer bij het hart. 
(hart--> longen--> hart--> lichaam)

We maken onderscheid tussen de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop

Slide 8 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
  1. Rechter hartkamer pompt zuurstofarm bloed naar de longen
  2. Bij de longblaasjes neemt het bloed in de haarvaten zuurstof op
  3. Zuurstofrijk bloed komt terug van de longen in de linker hartboezem

Slide 9 - Tekstslide

De grote bloedsomloop
  1. Linker hartkamer pompt zuurstofrijk bloed door het lichaam
  2. In de haarvaten wordt zuurstof (en glucose) afgestaan aan de cellen
  3. Zuurstofarm bloed komt terug in de rechter hartboezem

Slide 10 - Tekstslide

kleine bloedsomloop
grote bloedsomloop

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Je moet in de dubbele bloedsomloop van de mens de kleine- en grote bloedsomloop kunnen onderscheiden met hun functies.

Slide 12 - Tekstslide

Waar komt de naam "dubbele bloedsomloop" vandaan?

Slide 13 - Open vraag

Wat is de functie van de kleine bloedsomloop?

Slide 14 - Open vraag

Wat is de functie van de grote bloedsomloop

Slide 15 - Open vraag

Welke organen verbinden de bloedvaten van de kleine bloedsomloop?

Slide 16 - Open vraag