Klas 2KT3 Lesweek 23 - Les 1

Kapitel  vier / Thema Tiere

Achtung:
Du sitzt auf deinem eigenen Platz
Handys in deine Tasche (nicht in deine Hosentasche).

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Kapitel  vier / Thema Tiere

Achtung:
Du sitzt auf deinem eigenen Platz
Handys in deine Tasche (nicht in deine Hosentasche).

Auf deinem Tisch liegen:
dein Buch, dein Heft, dein Etui

Slide 1 - Tekstslide

deutscher Donnerstag
Heute -> deutscher Donnerstag.
Ich spreche (fast) nur Deutsch.

Slide 2 - Tekstslide

Was macht ihr diese Stunde?




  • Achtung!
  • Was weißt du noch? das Präsens (werkwoord in de tegenwoordige tijd) und das Partizip (voltooid deelwoord
  • Sprechen
  • Selbständig arbeiten



Slide 3 - Tekstslide

Was lernst du diese Stunde?

  • Ik kan het werkwoord in de tegenwoordige tijd vormen en gebruiken.
  • Ik kan het voltooid deelwoord vormen en gebruiken.
  • Ik kan vragen stellen en antwoorden geven over dieren.


Slide 4 - Tekstslide

Wichtig! 

  • Freitag 1.  März -> Kijk / luistertoets
  • Freitag 8. März -> Test Kapitel 3 + 4 (leeroverzicht in Teams of op papier) / flitskaartjes iemand?

  • die Note von M + W bekommt ihr bevor den Test von Freitag 8. März.




Slide 5 - Tekstslide

Wichtig! 
  • Heb jij een voldoende voor de toets van K3 + K4, dan krijg jij 0,5 cijferpunt bonus (ook als niet alles is afgetekend).
  • Heb jij een ONvoldoende voor de toets van K3 + K4, laat dan alsnog je studiewijzer aftekenen voor de bonus van 0,5 cijferpunt.

Slide 6 - Tekstslide

 regelmatige werkwoordvormen in het Duits

Knippen 
en 
plakken in 
3 stappen


Slide 7 - Tekstslide

Was weißt du noch?


Stap 1
Stap 2
Stap 3
Heft zu -> Auswendig 

Slide 8 - Tekstslide

wohnen
Eselbrücke ->  e - st - t - en- t - en
ich
wohn
e
du
wohn
st
er / sie / es
wohn
t
wir
wohn
en
ihr
wohn
t
sie / Sie
wohn
en

Slide 9 - Tekstslide

ein Beispiel
 ______________ (spielen) Esad bei Neo?

Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 10 - Tekstslide

ein Beispiel
Wie ___________________ (heißen) Sie, Frau Nijhof?

Stap 1
Stap 2
Stap 3

Slide 11 - Tekstslide

het voltooid deelwoord (Deutsch)

Slide 12 - Tekstslide

het voltooid deelwoord (Deutsch)

Slide 13 - Tekstslide

het voltooid deelwoord (Deutsch)

Slide 14 - Tekstslide

het voltooid deelwoord (Deutsch)

Slide 15 - Tekstslide

ein Beispiel
Der Hund hat viel Lärm _____________ (machen)

Hoofdregel

Slide 16 - Tekstslide

ein Beispiel / nur TH Buch
Mit wem hast du _____________ (telefonieren)?

Aanvulling op hoofdregel.

Slide 17 - Tekstslide

ein Beispiel
Ich habe einen Brief _____________ (geschreven).

sterke werkwoorden uit je hoofd kennen.

Slide 18 - Tekstslide

Grammatik üben
Zu zweit -> üben mit "wisbordjes".
Es kommen Aufgaben auf dem Digibord.
Du darfst dein Heft benutzen, aber lieber auswendig.
5 Sätze
20 Sekunde pro Aufgabe. Dann wisbord hochhalten.
Fertig? Ich bekomme die "wisbordjes" zurück.

Slide 19 - Tekstslide

Sprechen
KT + TH Buch
Ӧffne dein Buch auf S. 122 

- Luisteren en meelezen
- Daarna nazeggen.
- Welke woorden ken je niet?
- We herhalen nog een keer.

Slide 20 - Tekstslide

Sprechen
Duitse zin overschrijven in je schrift.
Nederlandse vertaling eronder.

Kapitel 4 / Thema Tiere
Seite 122 Sprachmittel

Was ist dein Lieblingstier?
Wat is jouw lievelingsdier?

Mein Lieblingstier ist der Affe
Mijn ................
Begin met vertalen
Zelfstandig
Deepl.com
Schrijf zorgvuldig.
Rest van de les de tijd
Dit hoort bij blokje 7

Slide 21 - Tekstslide

Selbständig arbeiten  
"Lesblokje" 1 + 2 + 3 + 4 + 5 + 6 + 7 beenden.
Morgen: Zusammen "lesblokje" 8.

- Aufgaben machen
- Lesblokje von Frau Nijhof kontrollieren lassen.
- Aufgaben kontrollieren mit einem Antwortenbuch
- Anfangen mit einem neuen "lesblokje".


timer
10:00
TH leerlingen, kom even bij het bord, bitte.

Slide 22 - Tekstslide


reisen
heißen
schützen
ich
reis
e
du
reis
st
er / sie / es
reist
t
wir
reis
en
ihr
reis
t
sie / Sie
reis
en
Werkwoorden met stam op s-klank / s, ss, ß, x of z

Slide 23 - Tekstslide

ein Spiel: Tiere zeichnen
Benodigdheden: papier, potlood/ pen, Lernliste N-D.
Ga met jouw groepje bij elkaar zitten.

Kies een dier van de stapel -> teken het dier -> de andere leden van jouw groepje moeten het dier raden (auf Deutsch) -> je mag je Lernliste gebruiken -> het groepje dat in 5 min de meeste dieren heeft geraden heeft gewonnen.

Slide 24 - Tekstslide

Was lernst du diese Stunde?

  • Ik kan het werkwoord in de tegenwoordige tijd vormen en gebruiken.
  • Ik kan het voltooid deelwoord vormen en gebruiken.
  • Ik kan vragen stellen en antwoorden geven over dieren.


Slide 25 - Tekstslide

Zum Schluss
Hoe ging het vandaag?

  • duim omhoog-> goed
  • duim dwars -> mwah
  • duim beneden -> het moet nog beter.

Slide 26 - Tekstslide